Studenten overschatten gebruik videocolleges
Voor- en tegenstanders van videocolleges voeren regelmatig discussies over het nut hiervan, vaak zonder echt te weten wat studenten eigenlijk doen met de video-opnames. Dat zegt Pierre Gorissen, die vanuit de Eindhoven School of Education onderzoek deed naar het gebruik van deze opnames door studenten. Hij promoveert morgen, woensdag 12 juni, aan de TU/e.
Studenten geven aan dat ze de opnames waarderen en hebben het liefst dat alle colleges opgenomen worden. “Studenten zijn heel praktisch, ze zien de opnames als een extra hulpmiddel naast de colleges”, zegt Gorissen. “Niet in plaats ervan. Er zijn maar weinig studenten die uit het college wegblijven als het opgenomen wordt. ” Maar studenten blijken hun gebruik niet altijd goed in te kunnen schatten. Gorissen vroeg aan de hand van vragenlijsten en interviews hoe veel en hoe vaak ze de opnames gebruikten. Dat vergeleek hij met hun daadwerkelijke gebruik. “Daarbij bleek dat ze veel minder van een opname bekijken dan ze zelf aangeven”, aldus Gorissen.
Op dit moment hebben studenten en docenten nauwelijks inzicht in het gebruik van de opnames. Het verzamelen en analyseren van het studiegedrag van studenten en hun gebruik van online colleges wordt Learning Analytics genoemd. Toepassing hiervan levert betrouwbare en objectieve informatie op over het studiegedrag van studenten. Informatie die van belang is als onderwijsinstellingen zulke opnames willen inzetten om het onderwijs te vernieuwen, bijvoorbeeld door het aanbieden van online cursussen (MOOC’s of Massive Open Online Courses) of via ‘Flip the Classroom’-initiatieven waarbij de studenten een deel van de instructie al, vaak in de vorm van video’s, vooraf krijgen aangeboden.
Discussie