MIT wil naar Amsterdam

Een aantal prestigieuze Amerikaanse universiteiten wil graag een technologisch kennisinstituut oprichten in Amsterdam. De gemeente heeft vandaag bekendgemaakt welke vijf consortia hun plannen verder mogen uitwerken. In het Financieel Dagblad onderstreept de Amsterdamse wethouder Carolien Gehrels dat ze Eindhoven op dit vlak niet ziet als een concurrent, maar juist als een complementaire economie.

Drie weken geleden wonnen de twee Amsterdamse universiteiten, financieel ruim gesteund door de gemeente, de strijd voor de vestiging door ASML van een groot onderzoeksinstituut op het gebied van nanotechnologie. De TU/e, de Radboud Universiteit Nijmegen en de Universiteit van Aken, die ook alle een bidbook hadden aangeleverd, bleven met lege handen staan. Vooral aan de TU/e was de teleurstelling groot, temeer daar men met ASML al veel samenwerkt.

Amsterdam timmert echter verder aan de weg. Sinds vandaag buigt het bestuur van de hoofdstad zich over een shortlist van vijf consortia die willen participeren in de start van een nieuw kennisinstituut dat zich gaat richten op de problemen van leven in een grote stad. Wethouder Carolien Gehrels van Economische Zaken denkt dat het gaat zorgen voor economische groei en werkgelegenheid. In het Financieel Dagblad (FD) vertelt ze vandaag dat technologie een steeds belangrijkere pijler gaat worden voor Amsterdam, naast de al aanwezige financieel-zakelijke sector. Die is nog steeds belangrijk, maar heeft sinds de crisis wel een stap terug moeten doen.

Op de vraag of Amsterdam Eindhoven naar de kroon gaat steken als high-tech-hoofdstad van Nederland, zegt ze: "Nee, onze lokale economieën zijn complementair. In Amsterdam zijn we creatief, we hebben die handelsgeest en ook veel kleine start-ups. In Eindhoven heb je een paar grote bedrijven -Philips, ASML, NXP- met ook veel technologie en innovatie. Als je onze beide economieën bij elkaar optelt, scoor je internationaal heel hoog op de lijst van innovatief en economisch sterke regio's. Samen zijn we een motor voor de nationale economie. Kijk, Silicon Valley en San Francisco liggen ook op een uur rijden van elkaar. In die termen zijn Amsterdam en Eindhoven eigenlijk een regio."

Voor het nieuwe instituut heeft de gemeente Amsterdam een bedrag tussen de twintig à vijftig miljoen euro beschikbaar. Dertien consortia deden een voorstel en daarvan zijn er vijf die verder mogen. Volgens juryvoorzitter Wiebe Draaijer, tevens voorzitter van de SER, hebben de voorstellen “het in zich om op hun gebied internationaal een toonaangevende rol te gaan spelen”.

De TU Delft, Wageningen University en het Amerikaanse MIT willen samenwerken in het Amsterdam Institute of Advanced Metropolitan Solutions. Het moet een toonaangevend instituut worden op het gebied van toegepaste stedelijke technologie.

Ook de Universiteit van Amsterdam, de Vrije Universiteit en de Hogeschool van Amsterdam weten zich gesterkt door een Amerikaanse instelling. Samen met Columbia University willen de instellingen in het Amsterdam City Technology niet alleen onderzoek doen naar stedelijke technologie, maar ook onderwijs geven aan jaarlijks tweehonderd excellente studenten.

Andere voorstellen komen van het Amsterdam Institute for Global Health and Development samen met het Amerikaanse Duke University, van het Amsterdamse THNK en van Stichting Nexuslabs. Bij dit laatste consortium, dat wil helpen bij het opzetten van innovatieve ondernemingen op het gebied van stedelijke planning, mobiliteit, gezondheid, water en afval, is ook de TU/e betrokken, naast MIT, TomTom en IBM. Bij alle voorstellen is er steun van grote bedrijven zoals Shell, Heineken, Philips, Deloitte en Cisco.

In de tweede ronde moeten de vijf consortia hun voorstellen verder uitwerken. Eind 2013 neemt de gemeenteraad een definitief besluit over het nieuwe instituut. Ondertussen is de gemeente ook in gesprek met de afvallers. Volgens de jury moeten hun voorstellen niet een-twee-drie de prullenbak in omdat deze ook waardevol kunnen zijn voor Amsterdam.

Deel dit artikel