Stella rijdt als een zonnetje
Stella is donderdag op de TU/e gepresenteerd aan de pers en het publiek. ’s Werelds eerste gezinsauto op zonne-energie is ontwikkeld door dertig studenten van het Solar Team Eindhoven (STE). De wagen verschijnt 6 oktober in Australië aan de start van de World Solar Challenge (WSC).
De naam voor de duurzame auto spreekt voor zich, aldus Wouter van Loon. Volgens de PR & Logistics manager van STE is Stella voor meerdere uitleg vatbaar. “In het Latijn betekent het ster, het is een krachtige vrouwennaam die symbool kan staan voor ‘het gezin’ en in de eerste drie letters zit de afkorting van onze teamnaam.”
Na de onthulling van de naam en de technische capaciteiten, werd even later het zwarte doek verwijderd en kwam een prachtige Stella op vier wielen tevoorschijn. Nog deze maand ondergaat de wagen een kentekenkeuring door het RDW en mag hij op de openbare weg rondrijden. Begin augustus gaat Stella al op transport naar Down Under en volgt het hele team een paar weken later om de wagen nog een maand uitvoerig te testen.
Stella weegt amper 380 kilo, waarvan ruim zestig kilo aan batterijen. Die zijn nog nodig om de wagen bedrijfszeker te houden. Tijdens de race in Australië mogen de Cruisers hun aandrijfbatterijen bijladen om de finish te halen. De wagen bepaalt zelf de optimale rijstrategie wanneer de zon achter de wolken verdwijnt. Uiteindelijk wil STE een auto ontwikkelen die uitsluitend op zonnecellen kan rijden en zelfs energie levert aan het elektriciteitsnet. Volgens STE is er in Nederland, met uitzondering van de maand december en januari, voldoende zonlicht om dat te realiseren. Van Loon denkt dat het mogelijk is om dit soort duurzame auto’s binnen vijf tot tien jaar op de markt te brengen.
Stella heeft twee grote instapdeuren voor vier passagiers, een bagageklep en centraal onderin een koker van aluminium waarin de accu’s zitten. Een stuur dat krimpt of uitzet geeft aan wanneer de wagen te hard of zacht rijdt. De motoren zijn in de wielen ingebouwd waardoor zware aandrijfassen overbodig zijn. De carrosserie is van carbon en is 4,5 meter lang en 1,65 meter breed. Volgens STE is met de vorm de optimale combinatie verwezenlijkt tussen aerodynamica en de opbrengst van het zonnepaneel dat het dak van de wagen vormt. De banden zijn zeer smal om de rolweerstand te verminderen, maar hierdoor blijft de maximumsnelheid wel beperkt tot honderdtwintig kilometer per uur. Van Loon: “We gaan er in Australië zeventig kilometer per uur mee rijden. Volgens de berekeningen verbruikt Stella dan 1,7 KW, evenveel als een strijkbout. Daarmee halen we een actieradius van ruim zeshonderd kilometer. We hebben bij het ontwerp vooral ingestoken op comfort en niet de snelheid.”
De presentatie had niet te klagen over de aandacht van de media. Het is dan ook voor het eerst dat een gezinsauto meedoet aan de tweejaarlijkse race in Australië. WSC is in 1987 begonnen met een competitie voor auto’s op zonne-energie. En hoewel er op technisch vlak intussen veel progressie is geboekt, blijven de wagens in de Challenger-klasse uiterlijk meer lijken op zonnepanelen met wieltjes eronder. Teams van de Universiteit Twente en Technische Universiteit Delft doen al enige tijd mee in deze klasse.
Met de toevoeging dit jaar van de zogeheten Cruiser-klasse wil de organisatie de zonnewagens publieksvriendelijker maken. Op de route van drieduizend kilometer van Darwin naar Adelaide speelt niet alleen snelheid een rol. De Cruisers worden ook beoordeeld op het aantal vervoerde personen, de hoeveelheid elektriciteit die onderweg wordt bijgeladen uit het lichtnet, comfort en gebruiksgemak. Er doen in de nieuwe klasse tien universiteitsteams mee. Ze komen onder andere uit Duitsland, Japan, de Verenigde Staten en Iran.
Solar Team Eindhoven is opgericht door studenten Lex Hoefsloot en Roy Cobbenhagen van de faculteit Werktuigbouwkunde. Ze hebben een team geformeerd van dertig studenten, afkomstig van diverse faculteiten. STE werkt samen met verschillende onderzoeksgroepen aan de TU/e en met andere studententeams op het gebied van automotive, zoals University Racing Eindhoven, InMotion en TU/ecomotive. STE krijgt ook ondersteuning van enkele bedrijven. Volgens een grove schatting van STE kost het project ongeveer anderhalf miljoen euro.
Discussie