- Student , Onderzoek , Campus
- 12/07/2013
Arjeh Cohen: ‘Exclusiviteit onderwijs is in het geding’
De TU/e is druk bezig met de voorbereiding van een eigen digitale universiteit. Een denktank voert komende maanden het voorbereidende werk uit. Hoogleraar Arjeh Cohen van Wiskunde & Informatica geeft leiding aan de taskforce ‘ICT voor Onderwijs’. Hij vertelt over de noodzakelijke veranderingen.
In uw pleidooi voor een digitale versie van de TU/e zegt u dat de urgentie hoog is. Vanwaar deze spoed?
“Onderwijs gaat momenteel diverse kanten op. Sociale netwerken en online voorzieningen zijn zo fabelachtig goed dat een heroriëntatie nodig is wat jezelf doet als universiteit. We hebben vaak bovenop ons lesmateriaal gezeten als een van onze kostbaarheden. Maar het dreigt te verbleken bij hetgeen je nu op het internet kan vinden. Je moet als universiteit je identiteit elders zoeken. De bewegingswereld van studenten gaat vervagen. Zeker als het gaat om de Graduate School. Je krijgt te maken met internationaal ingestelde, mondige mensen die hun eigen pad vormen.”
Welke veranderingen ontstaan door het digitale onderwijs?
“Het lesmateriaal is toegankelijk voor iedereen. Kennis en kunde vergaar je niet alleen meer in Nederland. De dominante rol van docenten neemt af. Je ziet nu grote studiegroepen ontstaan waarbij ‘peer-learning’ belangrijker wordt. Studenten ontmoeten elkaar om de leerstof te bespreken. Ook het leren van vaardigheden waarvoor je naar het lab moet, worden tegenwoordig al virtueel gedaan via internet. Het is allemaal veel directer en individueler. Digitaal onderwijs maakt het mogelijk dat andere bevolkingsgroepen studies kunnen oppakken, zoals pensionado’s of mensen uit de derde wereld.”
Welke nieuwe doelgroepen heeft de TU/e voor ogen als ze digitaal onderwijs gaat aanbieden?
“Dat is een van de discussiethema’s waar we de komende maanden over praten. In het Strategieplan 2020 dat drie jaar geleden door de TU/e is vastgelegd, staat niets over externe partijen. Terwijl de exclusiviteit van het onderwijs in geding is. De grens tussen degene die wel of niet in Eindhoven studeert wordt vager. We zijn daarom bezig met een herijking van de doelgroepen. Voor wie willen we wat betekenen? Je kunt externe groepen mensen niet verwaarlozen want het is ook de vijver waaruit je vist om groei te realiseren. Maar bij iedere doelgroep moeten we ons tegelijk de vraag stellen of we met onze investeringen en talenten iets kunnen opbouwen dat levensvatbaar is.”
Zijn er andere belangrijke discussiepunten?
”Open educational resource is ook een thema waar we ons nu over buigen. De universiteit van Delft is over dat onderwerp zes jaar geleden al met beleidsontwikkeling begonnen. Uit idealisme. Om twee redenen zet Delft alles open. De eerste: er is altijd een universiteit die nog beter materiaal heeft dan wij. De tweede: wat goed genoeg is voor onze studenten, is goed genoeg voor de rest van de wereld. Het betekent een enorme ‘loop’ naar verbetering van de docenten. Als jij als docent weet dat jouw college publiekelijk toegankelijk is, ga je graag terug de studio in om een stukje videocollege over te doen waarvoor je je schaamt. Open resource geeft een enorme kwaliteitsverbeterende impuls.”
Zit er een verdienmodel aan een Massive Open Online Course, ofwel MOOC?
“Georgia Tech in de Verenigde Staten biedt sinds kort een Massive Online Course aan. Die is alleen toegankelijk voor betalende deelnemers. Wie online computer science wil studeren betaalt daarvoor 7000 dollar. Degene die dat ter plekke op Georgia Tech doet is het vier- tot achtvoudige kwijt. Er komen dus allerlei varianten op MOOC’s die heel interessant kunnen zijn als verdienmodel. Maar niet meedoen aan deze digitale ontwikkeling is allang geen optie meer. Als we onze streefcijfers voor groei in 2020 willen halen, kunnen we niet zonder digitaal onderwijs. De tijd dat je met een kleine ploeg naar een beurs in Duitsland ging om studenten te werven is voorbij. Nu zul je ook studenten via internet binnen moeten lokken. Studenten van een Graduate School hoeven in de toekomst niet langer twee jaar in Eindhoven aanwezig te zijn. Zo kunnen ze de opleiding beter inpassen in hun drukke internationale leventje en combineren met andere zaken die ze belangrijk vinden. Dat is zo’n beetje het beeld dat je kunt verwachten van studenten van de toekomst. Ze pikken overal interessante graantjes mee en kiezen hun eigen weg. Met digitaal onderwijs blijf je aantrekkelijk voor deze potentiële studenten. En anders ben je ze kwijt.”
Discussie