Zijn hoorcolleges nog wel van deze tijd?
Kletsen, eten, drinken en surfen met de smartphone tijdens een hoorcollege. Voor de Nijmeegse hoogleraar Jan Derksen is de maat vol. Hij wil niet langer de schoolmeester uithangen en bovendien vindt hij het huidige universitaire onderwijs ‘te schools’ geworden. Hij ontketende afgelopen week een discussie door te pleiten voor online studeren. Geen verplichte hoorcolleges meer, maar zelf op je laptop je eigen interesses najagen. Verdwijnt met dit afstandsonderwijs niet ook de nuttige discussie tussen docent en student?
“Er is helemaal niets mis met een goed hoorcollege”, vindt Perry den Brok, die als hoogleraar Onderwijskunde van de Eindhoven School of Education ook regelmatig voor een groep studenten staat. “Ik kan me totaal niet vinden in het beeld dat Jan Derksen schetst van de gapende, niet-oplettende student. Als docent heb je natuurlijk wel de taak dat de colleges van deze tijd zijn. De wereld om ons heen verandert voortdurend, er zijn veel nieuwe technologieën beschikbaar. Dus geen monotoon verhaal van vijfenveertig minuten, maar zorg voor interactiviteit tussen jou en de zaal.”
“Aan de TU/e zie je dat steeds meer gebeuren, bijvoorbeeld met stemkastjes, de ‘clickers’. Via antwoorden die de studenten geven op vragen, kun je ook met een grote zaal interactief communiceren en de groep peilen. En er komt steeds meer software op de markt, zoals het programma ‘scorative’ waarbij studenten via laptop of mobiel kunnen meedoen aan een quiz of interactive van een docent. Een smartphone tijdens een hoorcollege is niet per definitie slecht.”
“Hoorcolleges zijn een prima manier om kennis over te dragen en studenten de mogelijkheid te geven vragen te stellen en in discussie te gaan. Let wel, als onderdeel van een totaalpakket. In Eindhoven kennen we ontwerpgericht onderwijs, Maastricht heeft probleemgericht onderwijs. In beide modellen zijn hoorcolleges een volledig geaccepteerd onderdeel naast andere werkvormen. Uit onderzoek blijkt ook dat hoorcolleges positief bijdragen aan de onderwijsopbrengsten. En vraag je na jaren wat er is bijgebleven van een studie, dan hoor je vaak: de colleges van die en die, geweldig hoe hij mij én die vierhonderdnegenennegentig anderen wist te boeien.”
“Het online zetten van hoorcolleges kan wel een mooie aanvulling zijn. Voor studenten die ziek zijn of bijvoorbeeld meerdere vakken tegelijk volgen en niet op twee plaatsen tegelijk aanwezig kunnen zijn. Nieuwe media biedt zo ook meer vrijheden. Maar online-colleges kunnen de hoorcolleges nooit vervangen. Je mist een stukje communiatie, zowel verbaal als non-verbaal. En het is heel naïef te denken dat studenten wel een heel college via hun laptop volgen. Als je niet enthousiast en duidelijk genoeg je verhaal doet, wordt er meteen weggeklikt. Er zijn nieuwe didactische vaardigheden voor nodig, die we ook in onze lerarenopleiding proberen mee te geven aan de nieuwe docenten. Zo start de ESoE binnenkort samen met de faculteit W&I met een nieuw keuzepakket ‘ICT en Communicatie’ dat niet alleen een overzicht biedt van de onderwijsmiddelen, maar ook wat het van jou als boodschapper vraagt. Want het draait uiteindelijk om de boodschap die goed moet overkomen.”
“Tot slot komt er ook nog een stuk beeldvorming bij kijken. Denk je bij een surfende student: die is aan het Facebooken, of: hij googelt een begrip dat ik net gebruikte? Het is belangrijk om vertrouwen in je studenten te hebben. En een goed verhaal, dan blijven de broodtrommeltjes heus wel dicht.”
Discussie