Het contrast met ‘Moulin Rouge’, de grote lustrummusical die verschillende cultuurverenigingen in juni 2011 neerzetten, is groot. Waar het destijds ging over de liefde tussen een arme schrijver en een prachtige courtisane, is de thematiek van dit jaar aanzienlijk rauwer. “Moulin Rouge was een groot succes en een prachtige productie in de grote zaal van het Parktheater”, blikt hoofdrolspeler van destijds Wouter van der Horst terug. “Maar dit keer willen we iets heel anders neerzetten, willen we theater ‘in your face’  brengen. Niet alleen door een aansprekend verhaal te vertellen, maar ook door te kiezen voor een veel kleinschaligere setting.”

Samen met regisseur Geert Niland, die eerder ook de regie over ‘Moulin Rouge’  voerde, kwam Van der Horst terecht bij ‘Rent’, gebaseerd op Puccini’s opera ‘La Bohème’. Het speelt zich af in een New Yorkse probleemwijk in de jaren negentig waar een vriendengroep probeert te dealen met het soms hobbelige pad naar volwassenheid. Enkelen van hen hebben hiv, op dat moment een nog ongeneeslijke ziekte.
Van der Horst: “In musicalkringen is ‘Rent’ altijd een wat gevaarlijke term. Het is een heel rauw en wat rockier stuk; geen Andrew Lloyd Webber-violen, trommels en fluiten, maar elektrische gitaren, drums, een flinke basgitaar. Dat spreekt een ander publiek aan”.

Dat laatste is ook in de voorbereidingen al voelbaar, stelt hij. “Ik heb verschillende mailtjes gehad van mensen die auditie wilden doen, die ‘Moulin Rouge’ twee jaar terug hadden laten schieten omdat het hen niet aansprak. Dit verhaal sluit meer aan bij de belevingswereld van mensen en vooral ook van studenten.”

Van der Horst en Niland wisten inmiddels 21 mensen in te lijven voor de cast. Komende vrijdag zijn de laatste audities, waarna ze nog vijf of zes acteurs aan de club hopen toe te voegen. “Liefst mannen, want daar schort het nog wat aan. Vaak reageren gewoon meer vrouwen op audities, terwijl je toch een beetje balans in je ploeg zoekt.”

De cast telt veel TU/e-studenten; deels bekende gezichten afkomstig van cultuurverenigingen als Doppio en Quadrivium, maar volgens Van der Horst ook verrassend veel nieuwe talenten. “We zijn echt een beetje overrompeld door het talent van sommige mensen die nog nooit iets op dit gebied gedaan hebben.” Het was dan ook een bewuste keuze om voor deze productie een klein jaar uit te trekken, “zo hebben we alle tijd om onszelf te ontwikkelen en aan het stuk en de spelers te schaven”.

Als locatie hebben de makers hun oog laten vallen op het hoogspanningslab van de faculteit Electrical Engineering, waarover ze nog met de universiteit in overleg zijn. “We waren op zoek naar een beetje een kraakpandachtige locatie. Niet te smooth, niet te ‘theater’, geen rode lopers. Deze locatie sluit daar goed bij aan. Toeschouwers zitten er echt op de huid van de spelers.”

De -Engelstalige- voorstelling is pas eind dit jaar te zien, maar in de aanloop ernaar komen TU/e’ers ‘Rent’ al op allerlei andere manieren tegen, onder meer in enkele lezingen die Studium Generale rond de thema’s van het stuk wil organiseren. Ook willen de makers het hele jaar filmopnames maken van het reilen en zeilen op de campus, die straks gebruikt worden in de voorstelling.