Een typisch geval van “laaghangend fruit”, noemt Bert Verheijen van Dienst Huisvesting de proef: “Daarmee moeten we als mobiliteitsteam zo snel mogelijk aan de slag”. De opdracht van deze projectgroep is “te onderzoeken hoe we op een slimme manier kunnen omgaan met alle vervoer van, naar en op de campus”, aldus kartrekker Paul Bezembinder. De groep werkt momenteel aan een mobiliteitsplan met concrete voorstellen hiervoor. “Elektrische fietsen en scooters zijn goedkoper, schoner en gezonder dan auto’s”, aldus Bezembinder. “We willen collega’s daarom laten ervaren of zo’n fiets of scooter in hun situatie een alternatief voor woon-werkverkeer per auto zou kunnen zijn.”De universiteit mikt vooral op werknemers die tussen de zeven en twintig kilometer van de campus wonen. Kevin Hulskamp van Dienst Huisvesting, coördinator van de proef: “Tot zeven kilometer komen veel mensen met de fiets. De medewerkers die net wat verder wonen, kost het al iets meer moeite, bijvoorbeeld omdat ze niet bezweet op het werk willen aankomen.”Voor de pilot zijn drie elektrische herenfietsen, drie damesfietsen en vier verschillende scooters beschikbaar. Alle zijn afgesteld op een maximumsnelheid van 25 kilometer per uur. “Ze kunnen tot 45 kilometer, maar dan moeten bestuurders een helm dragen. Daarnaast brengt het voor ons weer andere verplichtingen met zich mee ten aanzien van bijvoorbeeld de verzekeringen.” Een hogere snelheid kan volgens Verheijen later best interessant zijn, “maar dat nemen we in deze proef niet mee”. De scooters zijn er vooral voor medewerkers die wat verder weg wonen. Sowieso wil de universiteit vooral het gebruik van e-bikes, waarbij de gebruiker mee moet trappen, promoten. Uit een proef van TNO blijkt volgens Verheijen dat mensen die, in plaats van met de auto, per e-bike naar het werk komen, gemiddeld één dag per jaar minder ziek zijn. “Zoiets is belangrijk om mee te nemen.”Belangstellende medewerkers kunnen via Outlook -op dezelfde manier als voor bijvoorbeeld vergaderruimten- de beschikbaarheid checken en een fiets of scooter reserveren. Deze kunnen maandag aan het einde van de middag worden opgehaald en moeten de daaropvolgende maandagochtend worden teruggebracht. Gebruikers krijgen bij zowel de fiets als scooter een adapter mee, waarmee via het reguliere energienet de accu kan worden opgeladen.

De universiteit werkt voor het project samen met PiECObello Lease. Dit Sonse bedrijf regelt ook dat medewerkers die onderweg onverhoopt met een storing of lekke band komen te staan, binnen een half uur worden geholpen en eventueel per taxi naar het werk of naar huis worden gebracht.

De pilot, die de universiteit ‘all-in’ tienduizend euro kost, begint op maandag 4 februari en duurt een half jaar. Volgens Hulskamp heeft de universiteit er bewust voor gekozen snel met de pilot te starten en een stukje van de winter mee te pikken: “Je wilt een goed beeld krijgen van de belangstelling en ervaringen, ook onder slechte weersomstandigheden. Bovendien heeft een proef als deze in de zomervakantie minder zin”. Volgens Verheijen is de proef geslaagd als zo’n tweehonderd medewerkers aangeven dat ze een e-bike of e-scooter als serieus alternatief zouden zien voor hun woon-werkverkeer per auto. Welk vervolg de pilot in dat geval krijgt, moet nog worden bekeken. De universiteit zou voor leasecontracten voor medewerkers kunnen gaan, maar volgens Verheijen kan ook worden gedacht aan subsidieregelingen waarmee medewerkers tegen een gunstige prijs zelf zo’n fiets of scooter kunnen aanschaffen. Bezembinder spreekt van “een redelijk uniek project. Voor zover wij weten, zijn er nog geen andere universiteiten die zo’n pilot hebben lopen of hebben gehad”. De proef kan ook op de belangstelling van onder meer de gemeente Eindhoven rekenen. “Als wij eraan kunnen bijdragen dat het aantal auto’s in de binnenstad afneemt, biedt dat voor ons mooie kansen voor bijvoorbeeld het binnenhalen van subsidies voor een vervolg. Dan moeten we hier en daar nog eens flink aan de boom gaan schudden.”

Medewerkers die vragen of opmerkingen hebben over de pilot, kunnen mailen.