Hoe krijgen we het plastic uit de zee?
De plastic soep is vooral bekend van het grote gebied- zo’n vierendertig keer Nederland- van drijvend plastic afval in de Stille Oceaan. Maar ook onze eigen Noordzee is sterk vervuild, meldde Rijkswaterstaat afgelopen week. Uit de eerste analyses van sedimentmonsters blijkt dat de vervuiling van de Nederlandse kust ernstiger is dan gedacht. En het gaat hier niet alleen om drijvend plastic, ook op de zeebodem werden ‘microplastics’ aangetroffen: microscopische kunststofvezeltjes afkomstig van synthetische kleding en verzorgingsproducten. Waarom leveren deze plastics zo’n groot probleem op voor het zeemilieu? En waarom gebruiken fabrikanten nog steeds schadelijke microplastics in hun tandpasta’s en douchegels?
“Het is niet zozeer de giftigheid van de plastics zelf die problemen geeft; het zit ‘m in het ophopen van de plastic deeltjes en de eventuele opname van componenten aanwezig in de plastics”, zegt Bart Noordover, universitair docent Polymer Materials Chemistry aan de faculteit ST. “Die kunststofvezeltjes worden vanuit het zeewater opgenomen door verschillende organismen en komen via de voedselketen uiteindelijk letterlijk weer op ons bordje terecht. Want de natuur weet niet wat ze met die plastics aanmoet, het is inert materiaal waar geen enzymen voor zijn om het af te breken. Vaak gaat het om ‘de grote drie’: polyetheen, polypropeen en PET. Dat zijn goedkope, veelgebruikte plastics, en microdeeltjes hiervan worden vaak met opzet aan allerlei verzorgingsproducten toegevoegd voor ondermeer hun scrub-effect. Ze kunnen op zich makkelijk weggelaten worden, maar dat levert natuurlijk wel een product met een ander mond- of huidgevoel. En fabrikanten hebben liever geen klagende klanten.”
“De enige oplossing voor dit probleem is het bij de bron aan te pakken: voorkomen dat die plastics in zee terechtkomen. Voor de producenten betekent dat een stukje verantwoord ondernemen. Zo heeft Unilever al laten weten dat ze -weliswaar in 2015- stopt met de toevoeging van microplastics. Anderzijds ligt er ook een belangrijke taak voor de consument. Laten we nu eens wat bewuster met plastics omgaan. Je ziet het nu weer zo mooi met die AH-keukenmini’s; ook andere supermarkten hebben er een handje van ladingen aan plastic troep weg te geven. Wij nemen dat allemaal zo makkelijk aan. Of plastic tassen. Als je een middagje in de stad bent geweest, heb je zo zes plastic tassen mee naar huis. Die verdwijnen vaak meteen weer in de prullenbak. En daar zit eigenlijk het probleem, de balans tussen de gebruiksduur en de tijd dat het als afval in het milieu aanwezig blijft, is volkomen scheef. Dat kan allemaal best anders.”
“Aan de huidige microplastics in de zee valt helaas weinig meer te doen. Grote drijvende plastic eilanden zou je nog kunnen wegscheppen, de kleine vezeltjes zijn gewoon te klein. Zelfs met heel fijnmazige filtersystemen schiet je niets op. En het blijft maar ophopen, want de plastics kunnen niet afgebroken worden. Daar kunnen we in de toekomst nog wel wat aan veranderen, door het gebruik van afbreekbare plastics. Door aan de chemische structuur van plastics te sleutelen, kunnen we zorgen dat ze wel worden afgebroken. Ook binnen onze groep doen we daar veel onderzoek naar. Daarnaast kijken we of we plastics kunnen maken van andere bronnen dan aardolie, bijvoorbeeld van biomassa. En we proberen het productieproces te ‘vergroenen’. Maar dat is voor op de lange termijn. Voor nu zou ik zeggen: wat er niet in komt, hoeft er ook niet uit. Kijk dus nog maar eens kritisch naar je douchegel en shampoo.”
Discussie