Prof.dr. Ton van Leeuwen, opleidingsdirecteur van Technische Natuurkunde, is verheugd over het aantal aangemelde eerstejaars bij zijn faculteit. Hij denkt dat er twee oorzaken aan ten grondslag liggen: “Het is een landelijke trend dat natuurkundestudies nu meer studenten krijgen. Dat is iets dat je bij een economische crisis altijd ziet. In heel Nederland gaan dit jaar een kwart meer jongeren natuurkunde studeren. Dat komt door de berichten over dreigende tekorten aan technici en door de werkloosheid in andere sectoren. Aan de TU/e is de groei met een stijging met vijftig procent sterker dan aan andere universiteiten. Ik meen dat Delft een stijging van veertig procent heeft en Twente twintig.”

De verklaring voor het Eindhovense succes ligt volgens Van Leeuwen in de succesvolle voorlichtingsactiviteiten van zijn afdeling Outreach onder leiding van Hjalmar Mulders. “We merkten dat de opzet van de algemene open dagen en de opvang hier bij de faculteit hoog gewaardeerd werden”, zegt Van Leeuwen. “In ieder geval hebben nu al 120 eerstejaars studenten het collegegeld voor het komend studiejaar betaald. We denken op 140 eerstejaars uit te komen.” Twee jaar geleden kende Technische Natuurkunde ook al een flinke stijging. Dieptepunt wat aantal eerstejaars betreft was 2002 toen minder dan veertig studenten zich inschreven.

De sterke groei betekent wel dat de onderwijsbelasting van de staf toeneemt, bekent Van Leeuwen. "Op dit moment hebben we bij TN weliswaar een redelijk gunstige studenten/staf-verhouding, zodat er enige ruimte is. Diezelfde staf dient echter ook buitengewoon veel onderzoek draaiende te houden, zodat de totale werkbelasting van de docenten toch zorgelijk kan worden."

Het meest acute capaciteitsprobleem zit volgens Van Leeuwen bij het eerstejaars-practicum. "Hiervoor hebben we echter snel extra apparatuur aangeschaft en een plan gemaakt om de toename op te vangen. Mocht het aantal eerstejaars daadwerkelijk boven de 130 uitkomen, dan voeren we een kleine noodgreep uit door studenten bij sommige experimenten in trio's in plaats van in duo’s aan het werk te zetten. Gelukkig is de huidige behuizing van het practicum in het gebouw van TNO groot genoeg."

Indien de groei van het studentenaantal structureel is -wat Van Leeuwen natuurlijk vurig hoopt- ontstaat een nieuw probleem omdat volgens hem de geplande ruimtes in de nieuwbouw van de faculteit dan echt te klein zijn. "Bij de planning van de nieuwbouw, die we delen met Electrical Engineering, is namelijk uitgegaan van de kleinst mogelijke ruimtes voor het practicum bij een tien procent hogere instroom dan een paar jaar geleden."

Voor Technische Informatica lijkt de redenatie dat een crisis leidt tot meer studenten voor technische studies, vooralsnog niet op te gaan. De vooraanmeldingscijfers laten voor deze opleiding een verlies van 4 procent zien. Opleidingsdirecteur Marloes van Lierop heeft er niet direct een verklaring voor, maar plaats er wel een kanttekening bij. “In de cijfers waar de TU/e mee werkt, worden de internationale studenten niet meegerekend. Toch hebben wij twintig studenten die nu meelopen in de Internationale Intro. Daarmee verwacht ik dat we uiteindelijk toch een lichte stijging zullen zien in het aantal instromers. Het is goed dat we –als eerste informatica-opleiding in Nederland- twee jaar geleden zijn overgestapt op Engelstalig onderwijs. Groningen doet dat dit jaar en ook zij zien een toename van het aantal internationale studenten.”

Landelijk kent Informatica een toename van de instroom van 22 procent (Delft groeit met 10 procent en Twente met 42 procent). Van Lierop wil op de teleurstellende cijfers voor haar faculteit anticiperen door de pr voor de bachelor Web Science te intensiveren.