- Student
- 02/04/2013
Het manifest komt vlak voordat de Tweede Kamer gaat praten over het bindend studieadvies in latere studiejaren. De minister wil ervoor zorgen dat onderwijsinstellingen hun zwakke studenten ook kunnen wegsturen in het tweede of derde studiejaar. Daar mogen onderwijsinstellingen mee gaan ‘experimenteren’.
Studenten protesteren al jaren tegen zulke maatregelen. In het manifest leggen ze nogmaals uit dat het helemaal niet erg is als studenten iets langer over hun opleiding doen. Ze leren immers veel van bestuurs- en commissietaken binnen verenigingen. Het is ook goed dat ze zich inzetten voor opleidingscommissies, faculteitsraden en centrale studentenraden. Bovendien zouden studenten de ruimte moeten hebben om een tijdje in het buitenland te studeren of vrijwilligerswerk te doen.
TU/e-rector Hans van Duijn uitte de afgelopen jaren overigens herhaaldelijk zijn bedenkingen bij al te intensieve 'buitenschoolse' bezigheden, vooral bij het stilleggen van de studie voor een jaar bestuurswerk. “Ik vind dat je naast je studie mag leren wat besturen precies inhoudt, maar dan wel naast je hoofdtaak en dat is studeren”, zo zei hij onder meer in een interview met Cursor.
De ondertekenaars van het manifest zijn het Interstedelijk Studenten Overleg, de Landelijke Kamer van Verenigingen, Studentensport Nederland, internationaliseringsclubs AIESEC en Erasmus Student Network, stagebureaus Integrand en studentenadviesbureau UniPartners.
De studentenclubs uiten een paar wensen, waaronder het opnemen van extra-curriculaire activiteiten in het diplomasupplement. Verder moeten onderwijsinstellingen ervoor zorgen dat studentbestuurders geen collegegeld hoeven te betalen. Ook zouden ze een “samenhangend keuzepakket aan ondernemersvakken” moeten aanbieden, zowel in het wetenschappelijk onderwijs als in het hbo.
“Het gaat meer om de timing van het manifest dan om de inhoud ervan”, zegt voorzitter Thijs van Reekum van het ISO. “Vanavondpraten de Kamerleden over het bindend studieadvies. In gesprekken daarover horen we veel te weinig over het nut van extra-curriculaire activiteiten.”
Discussie