- Student
- 24/04/2013
De toegenomen aandacht voor intakegesprekken, zorgvuldige studiekeuzevoorlichting en goede begeleiding heeft nog weinig effect gehad. In 2010 stopten meer eerstejaars met hun studie dan in eerdere jaren, schrijft de inspectie in het Onderwijsverslag 2011/2012. In het hbo gooide zeventien procent van de eerstejaars het bijltje er al snel bij neer, in het wo was dat 8,3 procent.
“De groeiende aandacht voor een zorgvuldige intake en begeleiding compenseert blijkbaar niet de effecten van de selecterende maatregelen”, schrijft de inspectie. Het eerste jaar wordt steeds vaker als selectiejaar gebruikt. Studenten moeten steeds meer punten halen, anders wordt hun met een negatief bindend studieadvies gevraagd de opleiding te verlaten. Minister van Onderwijs Jet Bussemaker geeft vanaf volgend collegejaar een aantal opleidingen de mogelijkheid om ook in het tweede jaar met een bsa te experimenteren.
Niet alleen de uitval onder eerstejaars is zorgelijk, schrijft de inspectie. Het lukt opleidingen maar niet om hun studenten binnen vier jaar (hbo) of drie jaar (wo) een diploma te laten halen. Ruim een derde van de hbo’ers en een kwart van de wo’ers haalt binnen de vastgestelde tijd zijn bachelor. “Nominaal is nog steeds niet normaal”, constateren de auteurs. Wo-studenten gaan steeds iets sneller studeren, terwijl hbo’ers langzamer worden, bleek eerder al uit CBS-cijfers.
De onderwijsinspectie vindt het grote verschil tussen instellingen opvallend. Bij de minst renderende hogeschool – de inspectie noemt geen namen – haalt slechts 1 op de 3 studenten op tijd een diploma, terwijl de ‘snelste’ hogeschool driekwart van de studenten binnen vier jaar door de opleiding loodst. In het wetenschappelijk onderwijs loopt het rendement uiteen van 18 tot 55 procent. De inspectie maakt daaruit op dat er op veel instellingen nog ruimte voor verbetering is.
Ondanks aanhoudende zorg over de hoge uitval, deelt de inspectie ook complimenten uit: de onderwijskwaliteit is over het algemeen goed, hogescholen en universiteiten zijn ook voor lagere inkomensgroepen toegankelijk, de studenttevredenheid blijft stijgen en de kwaliteit van het wetenschappelijk onderzoek is “onverminderd hoog”.
Discussie