TU/e-studenten gaan zonne-gezinsauto bouwen
Ruim twintig TU/e-studenten van verschillende faculteiten gaan werken aan een gezinsauto die grotendeels wordt aangedreven door zonne-energie. Met de auto wil Solar Team Eindhoven (STE) in oktober 2013 deelnemen aan de World Solar Challenge door de outback van Australië.
De TU’s van Delft en Twente doen al langer mee (het Delftse Nuon Solar Team won vanaf 2001 vier edities op rij met zijn ‘Nuna’), maar dit jaar stapt ook de TU/e in de tweejaarlijkse World Solar Challenge. Solar Team Eindhoven werd geboren vanuit de enthousiaste plannen van Werktuigbouwkundestudenten Lex Hoefsloot en Roy Cobbenhagen. Met het afronden van hun bachelor in zicht sloegen ze afgelopen voorjaar aan het sparren over een nieuwe uitdaging. In relatieve stilte zochten ze steun en versterking: “We wilden niet overkomen als het zoveelste groepje studenten dat ‘even vlug’ iets leuks heeft bedacht”, aldus Juliëtte van der Lof, die al snel aanhaakte.
Hoefsloot en Cobbenhagen wisten hun enthousiasme over te brengen op verschillende mede-TU/e-studenten en hoogleraren - en al snel ook op Jo van Ham, lid van het College van Bestuur dat het initiatief steunt. STE was geboren en de inschrijving voor de World Solar Challenge 2013 een feit. Voor deze internationale wedstrijd voor zonnewagens verschijnen (universiteits)teams van over de hele wereld aan de start van een ruim drieduizend kilometer lange tocht door de Australische woestijn.
Solar Team Eindhoven gaat meedoen aan de nieuwe Cruiser-klasse waarin de deelnemende auto’s -behalve op snelheid- ook worden beoordeeld op het aantal vervoerde personen, de hoeveelheid elektriciteit die onderweg wordt bijgeladen uit het lichtnet, comfort en gebruiksgemak. De vierpersoons auto wordt ook een slimme auto, die onder meer zelf de optimale rijstrategie bepaalt wanneer de zon bijvoorbeeld achter de wolken verdwijnt. ‘Autorijden 2.0’, zo beschrijft STE in zijn fonkelnieuwe teambrochure.
Volgens pr-manager Van der Lof, die voor het project haar studie Technische Bedrijfskunde een jaar stillegt, hebben zich vooralsnog vier teams aangemeld voor deze klasse, “maar de inschrijving loopt nog tot en met april. Er komen dus vast nog teams bij”. Wat de komende maanden de grootste -technische- uitdaging van het team gaat zijn? “Het belangrijkst is de integratie van alle onderdelen”, stelt Van der Lof. “Uiteindelijk moet het allemaal draaien en bovenal ríjden.”
STE installeerde zichzelf op de begane grond van Potentiaal, het onderkomen van de faculteit Electrical Engineering. Hier stortten tweeëntwintig studenten van diverse faculteiten zich op het ontwerp en de techniek van de beoogde Eindhovense zonnewagen en op ondersteunende taken zoals communicatie en sponsoring. Elke maandag is er een teampresentatie, waarbij de subgroepen (zoals Aerodynamics en Powertrain) elkaar op de hoogte brengen van de vorderingen.
De teamleden hebben hun studie allemaal een jaar ‘on hold’ gezet om, vanuit de TU/e gesteund met een bestuursbeurs, zoveel mogelijk tijd in het solarproject te kunnen steken. “We vragen maximale betrokkenheid van alle leden.” Ook is het de bedoeling dat studenten de komende tijd hun masterstage of afstudeerproject bij STE kunnen doen.
Solar Team Eindhoven werkt samen met verschillende onderzoeksgroepen aan de TU/e en met andere studententeams op het gebied van automotive, zoals University Racing Eindhoven, InMotion en TU/ecomotive. Daarnaast is het team in gesprek met diverse bedrijven die in een of andere vorm een bijdrage gaan leveren, onder meer in de vorm van sponsoring.
Het project kost opgeteld een slordige anderhalf miljoen euro. Een grove schatting, benadrukt Van der Lof, waarin alle kosten zijn meegenomen.
Op 10 oktober is de officiële lancering van Solar Team Eindhoven, tijdens de vakbeurs Ecomobiel in Rotterdam. Daar presenteren de studenten onder meer hun eerste ontwerp. “Het huidige plaatje is echt nog een concept”, benadrukt Van der Lof.
Eind dit jaar moet het definitieve ontwerp er liggen; in januari 2013 wil het team beginnen met de bouw van de wagen, die in juni klaar moet zijn.
Discussie