samenwerking onderzoeksgroepen microfluidics

TU/e-onderzoekers microfluidics bundelen krachten

Onderzoeksgroepen aan de TU/e op het gebied van microfluidics willen de krachten gaan bundelen. Met een nieuwe groep ‘Microfluidics @ TU/e’ hopen ze onder meer beter faciliteiten te kunnen delen en tot nieuwe samenwerkingen te komen.

Microfluidics houdt zich bezig met het analyseren en manipuleren van de stroming van vloeistoffen op microschaal, kleiner dan één millimeter. Het is de wetenschap en technologie achter veel toepassingen, vooral op het gebied van scheikunde, biologie en geneeskunde. Ook wordt microfluidics veel gebruikt in natuurwetenschappelijke toepassingen voor onder andere controlesystemen, watermanagement en het opwekken van energie. Praktische toepassingsvoorbeelden zijn oplossingen voor gecontroleerde en gestuurde medicatietoediening en biosensorapparatuur voor moleculaire diagnostiek.

Onderzoekers aan verschillende TU/e-faculteiten (Werktuigbouwkunde, Biomedische Technologie, Technische Natuurkunde en Scheikundige Technologie) houden zich met dit wetenschapsgebied bezig of maken er gebruik van. Samenwerking tussen diverse onderzoeksgroepen is er al, maar kan zeker nog beter, is de overtuiging van prof.dr.ir. Jaap den Toonder, deeltijdhoogleraar Microfluidics Technology bij Werktuigbouwkunde en één van de initiatiefnemers van ‘Microfluidics @ TU/e’. “Binnen onze faculteit werken we bijvoorbeeld aan de ontwikkeling van maaktechnologieën; groepen aan andere faculteiten werken onder meer aan toepassingen die je  zou kunnen realiseren mét die technologieën. Er zijn behoorlijk wat raakvlakken, maar groepen weten onderling nog niet altijd goed waar anderen mee bezig zijn.”

Ook het kunnen delen van faciliteiten is een belangrijke reden om meer samenwerking te zoeken, zegt Den Toonder. “In deze tak van sport moet je aan de lopende band devices maken om bijvoorbeeld hypotheses of nieuwe toepassingen te testen. Hiervoor heb je fabricagemogelijkheden nodig, zoals apparaten en een goed gecontroleerde labruimte. Groepen zijn nu meestal op zichzelf bezig, op een niet geoptimaliseerde manier. Binnen onze faculteit zijn we een jaar, anderhalf jaar terug gestart met onze eigen faciliteit. Dat werkt prima, maar we missen nog steeds een aantal apparaten waarvan we weten dat bijvoorbeeld de groep van Anton Darhuber bij Technische Natuurkunde ze wél heeft. Omgekeerd hebben wij weer zaken staan die zijn groep goed zou kunnen gebruiken.”

Hoe de nieuwe ‘koepel’ er precies uit gaat zien, moet nog worden uitgewerkt. Startmoment is 15 november, de kick-off van ‘Microfluidics @ TU/e’ waarop onderzoekers van tenminste twaalf, dertien groepen op dit gebied samenkomen. “De belangrijkste onderzoeksgroepen hebben we wel te pakken”, stelt Den Toonder - maar hij sluit niet uit dat er nog meer groepen gaan aanhaken.

Enkele onderwerpen die op deze dag aan bod komen, zijn het delen van fabricagefaciliteiten, betere aansluiting van het onderwijs op dit gebied, het definiëren van onderzoeksprojecten -en eventuele mogelijkheden hiertoe in bestaande calls- en de contacten met de industrie.

Deel dit artikel