Vandaag roept de Landelijke Studenten Vakbond universiteiten en hogescholen op tot coulance. Ze zouden langstudeerders de kans moeten geven zich alsnog in te schrijven voor hun opleiding.
Hoeveel langstudeerders willen terugkeren, is niet bekend. Verschillende hogescholen meldden dat er ongebruikelijk veel langstudeerders waren gestopt. Het zou om duizenden studenten gaan.

Financieel gezien maakt een late inschrijving weinig uit voor de onderwijsinstellingen. Elk jaar telt het ministerie op 1 oktober hoeveel studenten een instelling heeft en die deadline is al voorbij. Maar hogescholen en universiteiten kregen toch al geen geld voor langstudeerders. Pas als ze afstuderen, leveren ze weer wat op dankzij de diplomabonus.

Grote onderwijsinstellingen krijgen wel meer overheidsbekostiging dan kleine, maar daarbij kijkt het ministerie alleen naar het aantal studenten dat nog geen vertraging heeft opgelopen: vier jaar voor hbo-studenten, drie jaar voor wo-bachelorstudenten en één of twee jaar voor wo-masterstudenten.

Onder de vorige minister van onderwijs, Ronald Plasterk van de PvdA, werd de diplomabonus verlaagd. Voorheen hing voor universiteiten de helft van de onderwijsbekostiging van het aantal uitgereikte diploma’s af. Voor hogescholen was dat zelfs zestig procent. Nu is nog maar twintig procent van de bekostiging afhankelijk van het aantal diploma’s.

Universiteiten en hogescholen mogen studenten in principe ook na 1 oktober inschrijven, maar kunnen hen ook weigeren. Gestopte langstudeerders zouden contact moeten opnemen met hun instelling, stelt de LVSb, om te laten zien dat ze gemotiveerd zijn.

Langstudeerders zijn over het algemeen in de laatste fase van hun opleiding. Ze werken bijvoorbeeld nog aan hun scriptie of moeten nog vakken herkansen. Ze vallen al buiten het reguliere onderwijsprogramma, waardoor de start van het studiejaar voor deze groep minder van belang is.