- 04/10/2012
En hoe is het in Port-au-Prince?
Maanden geleden begonnen de eerste gesprekken en zo zit je in het vliegtuig! Mijn vlucht vertrok 1 juli 2012 richting Port-au-Prince, Haïti. Niet de eerste bestemming waar je als masterstudent Bouwkunde aan zit te denken. Echter wel de plek waar ik mijn droom kon volgen, een stageplek voor vier maanden voor het Nederlandse Rode Kruis, een ontzettend mooie kans.
Onderdeel zijn van een cultuur, hulp bieden aan de armsten in de wereld, aan de inwoners die slachtoffer zijn geworden van de zware aardbeving. Hét was wereldnieuws…12 januari 2010, Haïti, 7,0 op de schaal van Richter, 230.000 doden en 1,5 miljoen mensen dakloos. Nadat de eerste hulp was geboden, zijn er allerlei projecten opgezet om de getroffen bevolking te helpen aan bijvoorbeeld een (tijdelijk) huis, toegang tot water en sanitaire voorzieningen.
2,5 jaar later is, voor zover dat kan in een ontwikkelingsland dat telkens wordt getroffen door natuurgeweld zoals aardbevingen en orkanen, alles redelijk op orde. Dat betekende ook dat ik verantwoordelijk was voor de eindevaluatie van een water- en sanitatieproject, kort gezegd; er zijn in twee jaar tijd in totaal 7.000 toiletten gemaakt. Naast productieprocessen en bouwmaterialen in beeld brengen, ben ik ook verantwoordelijk voor het sociale aspect. Wat is de invloed van de gebouwde systemen op het leven van de getroffenen?
Haïti is een land van extremen! Er zijn geen supermarkten, bijna geen enkele weg is geasfalteerd en er bestaat geen apk-keuring, dus af en toe weet je niet wat je ziet. Afspraken plannen kennen ze niet, er gebeuren dagelijks schietpartijen, zelf rijden is uit veiligheidsoverwegingen niet toegestaan en er is een veiligheidsbeperking opgelegd door het internationaal hoofdkantoor van het Rode Kruis.
Daarnaast is het klimaat in Haïti extreem, elke dag 35 graden Celsius, met als hoogtepunt orkaan Isaac die eind augustus over Haïti raasde, maar gelukkig het land heeft gespaard van ellende. Buiten dat staat het ontzettend mooie en waardevolle werk bovenaan. Versteld staan van de armoedige bouwwijze en de hygiëne, kinderen die voor mij hebben gezongen en gedanst, vrouwen die voor mijn komst gebeden hebben, het meemaken van een orkaan en een aardbeving en over twee weken de officiële opening van de twee scholen die het Rode Kruis heeft gebouwd, met hooggeëerd publiek uit Nederland en Aruba.
Na ongeveer twee maanden had ik een weekje ‘vrij’ om mij weer even te meten aan de westerse wereld. Mijn reis ging naar Miami en met het huren van een autootje heb ik ook een bezoek gebracht aan Key West. Zeker een aanrader. Nu staan Cuba en New York nog op de planning aan het einde van mijn stage. Ontwikkelingswerk, waar dan ook, is hard nodig en ik ben heel blij dat ik dit kan combineren met mijn technische achtergrond.
Irene Boertien, studente Bouwkunde
Discussie