De doelstelling om de huisvestingsratio jaarlijks op veertien procent te houden, is voor het CvB een norm waar veel belang aan gehecht wordt. Maandag vertelde Van Ham in de universiteitsraadvergadering dat hij niet direct problemen heeft met een overschrijding van die grens voor de duur van één à twee jaar, maar veel langer moet dat volgens hem niet duren. Het surplus dat dan moet worden geïnvesteerd in de huisvesting, kan niet in het onderwijs en onderzoek worden gestoken. Een stijging van één procent betekent omgerekend zo'n drie miljoen euro.

De stijging van het percentage is deels te wijten aan een daling van de inkomsten van de TU/e door de bezuinigingen van het Rijk en minder groei bij het werk voor derden. Ook zijn er lasten bijgekomen die oorspronkelijk nog niet voorzien waren, zoals door de komst van FOM, de verbouwing van Ceres en huurlasten voor ruimtes op de High Tech Campus.

Het CvB heeft laten onderzoeken hoe men de huisvestingsratio op veertien procent zou kunnen houden. Dat zou onder meer kunnen door een verder terugdringen van het aantal vierkante meters. Bij een groei van het aantal studenten, iets waar de TU/e naar streeft, zou niet bijgebouwd moeten worden, maar moet een betere verroostering die toename opgevangen. Ook zou men de voorgenomen bouw van parkeergarages kunnen schrappen.

Het vertragen van het huisvestingsplan is ook een zeer reële optie, zo werd maandag wel duidelijk. In 2016 moet Project 3 van start gaan. Dit betreft de renovatie van het Hoofdgebouw, waar eind 2017 dan de faculteiten Industrial Engineering & Innovation Sciences (IE&IS) en Industrial Design (ID) in gehuisvest worden. Van Ham wilde niet uitsluiten dat dit project wordt uitgesteld. “Maar op dit moment hoeven we dat soort maatregelen nog niet te nemen”, aldus Van Ham.

Ook een stevige stijging van de inkomsten kan de ratio op peil houden. Daarvoor zouden meer opbrengsten uit het management van het Science Park gehaald moeten worden, of men zou bijvoorbeeld de Bunker aan de Kennedylaan kunnen verkopen. Verhoging van de tweede of derde geldstroom kan ook soelaas bieden. Als lichtend voorbeeld noemde collegevoorzitter Arno Peels maandag de onlangs vergaarde Zwaartekrachtsubsidie van hoogleraar Bert Meijer.