De demonstratie van Engeln in het Auditorium vormde de aftrap van deze collegereeks binnen het Bachelor College en was tevens de eerste van vijf demonstraties in de kantine. Hiermee worden één of meerdere natuurkundige concepten ingeleid die in dezelfde week in het college, in kleinere groepen, aan bod komen, legt Engeln uit vanaf de trap.

Vandaag introduceert Engeln de paraboolbaan en het projectiel. Hiervoor richt hij met behulp van een laserstraal een pijl uit die de groene ballon boven het hoofd van Pinocchio (een variant op de appel op het hoofd van het zoontje van Willem Tell) kapot moet schieten. Door de zwaartekracht wijkt de pijl echter af naar beneden en mist hij zijn doel.

De tweede keer valt de plaat met Pinocchio’s masker en de ballon erop naar beneden terwijl Engeln schiet. En zou het raak moeten zijn - maar Engeln mist opnieuw. Vanuit de zaal klinkt geroezemoes, terwijl de docent vlug verklaart dat de pijl na het eerste schot wat is kromgetrokken: “Dan volgt hij bij het volgende schot niet meer de perfecte paraboolbaan”.

Bij de derde poging is het raak. “Natuurkunde werkt”, stelt de docent tevreden, “ook in de kantine”. Om zijn gehoor, als toetje, op een groot scherm de bijbehorende formules voor te schotelen om zijn voorgaande presentatie te verklaren. Terwijl hij verhaalt over bewegingsvergelijkingen, x- en y-richtingen haakt een deel van het publiek echter zicht- en vooral hóórbaar af.

En dat registreert ook Engeln, zo blijkt na afloop wanneer de honderden studenten hun weg zoeken naar de kleinere zalen waar het college wordt voortgezet. De docent is voorzichtig tevreden over zijn eerste ‘massacollege’, maar twijfelt hardop: “Ik weet nog niet zo zeker of je studenten in deze setting wel moet vermoeien met dergelijke afleidingen; ik merkte dat de meesten op dat deel afhaakten en er wat meer geroezemoes kwam. Maar verder ging het goed”.

Voor Wendy van Hunnik, eerstejaars Technische Bedrijfskunde, hoeft de speelse vertaalslag van vanmiddag niet per se. Het onderwerp dat docent Engeln ermee wilde inleiden, is voor haar sowieso “goed te volgen”, ook zonder groene ballon, pijl en boog. “Ik zou deze tijd liever gebruiken om écht op de stof in te gaan. Maar leuk is het wel, zeker voor studenten die er misschien nog wat minder in thuis zijn. Als dit soort demonstraties de reeks maar niet gaan domineren - maar die indruk heb ik vooralsnog niet.”