- 25/01/2012
TU/e rekent af met gratis uitrijdkaarten
De TU/e schaft de gratis uitrijdkaarten voor haar terrein af. Faculteiten en diensten kunnen hun gasten nog wel uitrijdkaarten meegeven, maar deze moeten vanaf 1 maart uit eigen zak à 7,50 euro worden ingekocht. Het is een eerste maatregel waarmee het College van Bestuur het dreigende parkeerzeer op de campus het hoofd wil bieden.
De universiteit stevent qua parkeren “zo’n beetje op een ramp af”, waarschuwde drs.ing. Jos Hermus, aangesteld als onafhankelijk kartrekker voor TU/e’s parkeerbeleid, vorige maand al in Cursor. Door het doelbewuste vergroenen van de campus de komende jaren vervalt een groot deel van de huidige 2.153 parkeerplaatsen. Deels tijdelijk, wegens diverse bouwprojecten tussen nu en 2018, maar ook permanent.
De universiteit wil, hiertoe mede gedwongen door de gemeente, namelijk zoveel mogelijk af van het parkeren op maaiveldniveau en in plaats daarvan enkele parkeergarages bouwen. Deze zijn -in aanleg en onderhoud- al gauw vier keer zo duur als een gewone parkeerplaats. Daar staat tegenover dat ze minder grondoppervlak vragen en dat de gewonnen vierkante meters de universiteit weer geld kunnen ópleveren, aldus ing. Bert Verheijen, kostendeskundige en beleidsmedewerker bij Dienst Huisvesting (DH).
Volgens prognoses gaat de universiteit vanaf april -wanneer DH hoopt te starten met de aanleg van de Groene Loper- een paar honderd parkeerplaatsen missen. Het precieze aantal schommelt de komende twee jaar, afhankelijk van het beginnen en aflopen van diverse bouwprojecten en het schuiven met parkeergelegenheden. In oktober 2013 heeft de TU/e naar schatting nog 1.676 parkeerplaatsen - 477 minder dan nu.
Een werkgroep met medewerkers van diverse diensten onderzocht vorig jaar onder meer hoe de universiteit enerzijds proactief kan reageren op de aankomende schaarste in parkeerplekken en anderzijds hoe de mobiliteit van medewerkers kan worden beïnvloed. “De TU/e streeft er toch naar om meer mensen uit hun auto’s te krijgen”, aldus Hermus.
Afgelopen april en november werden via het slagbomensysteem metingen gehouden om erachter te komen wie er zoal met de auto naar het terrein komen, hoe vaak mensen dat doen en waar ze vandaan komen. Van de 3.300 TU/e-medewerkers woont ongeveer de helft minder dan zeven kilometer van de universiteit en komen gemiddeld 600 tot 700 mensen met de auto naar het werk. Van de circa 1.700 vaste gasten van de universiteit, de zogenoemde ‘noppers’ (not on payroll), parkeren er dagelijks zo’n 370 op het TU/e-terrein. Van hen woont ongeveer dertig procent binnen de genoemde straal. Overige campusbewoners en bezoekers (van onder andere Fontys, TNO en diverse bedrijven) meegeteld bezetten automobilisten op het terrein op drukkere momenten tussen de 1.900 en 2.100 parkeerplaatsen.
Die gegevens veroorzaakten volgens Hermus “een Aha-erlebnis. Voor wie bouwen we die parkeergarages straks eigenlijk? En: kunnen we niet beter eerst proberen om bijvoorbeeld degenen die nu met de auto komen en op minder dan zeven kilometer wonen, te prikkelen een andere keuze te maken?”.
Betaald parkeren
Hermus hoopt daarom voor 1 maart een TU/e-brede enquête te verspreiden om daar achter te komen. Daar moet enkele maanden later een mobiliteitsplan uitrollen, met bijvoorbeeld andere arbeidsvoorwaarden om mensen te bewegen ander vervoer te kiezen. De TU/e zoekt in eerste instantie zoveel mogelijk naar “positieve prikkels”, benadrukt Hermus. Hoewel de eerste maatregel toch ook een duidelijk ontmoedigend karakter heeft: de 7,50 euro die afdelingen gaan betalen voor uitrijdkaarten voor hun gasten, ligt niet voor niets hoger dan het gewone dagtarief van 5 euro.
Volgens Bert Verheijen is het een utopie om te denken dat de universiteit het met alleen “honingmaatregelen” redt en ontkomt aan “azijnmaatregelen”. Dat kan ook Hermus niet ontkennen: “Geen enkele andere universiteit in Nederland is aan betaald parkeren ontkomen, maar het een sluit het ander niet uit. Het is een belangrijke stap in het proces om mensen eerst op een positieve manier te prikkelen een andere keuze te maken”.
De TU/e gaat daarnaast met de gemeente in overleg over het eventuele gebruik van parkeerterreinen aan de andere kant van de Dorgelolaan; op maaiveldniveau of in de garage onder de Kennedytoren. Daarnaast wil de universiteit onderzoeken of commerciële partijen interesse hebben om te investeren in parkeergebouwen op de campus en het beheer hiervan.
De hoeveelheid parkeerzeer op de campus wordt volgens Hermus echter vooral bepaald door het gedrag van haar bewoners. Gemopper komt er sowieso, beseft hij. “We zijn misschien anders gewend, maar we moeten mensen ervan te doordringen dat het niet abnormaal is om iets verder te moeten lopen. En dat het ook niet abnormaal is om, als gast en uiteindelijk misschien ook als medewerker, te betalen voor een parkeerplek.”
Discussie