De langstudeerboete mag dan zijn teruggedraaid, de nieuwe regels voor de ov-jaarkaart gaan gewoon in. Per 1 januari hebben veel studenten nog maar vijf jaar recht op hun studenten-ov-kaart in plaats van zeven jaar: drie jaar uitloop wordt nu teruggebracht naar één jaar voor de bachelor en master samen. Studenten van langer durende opleidingen (zoals aan de TU/e) mogen ook langer met een ov-kaart reizen.

Hierdoor verliezen volgens de Dienst Uitvoering Onderwijs dertigduizend studenten hun ov-kaart. De Landelijke Studenten Vakbond waarschuwde vandaag in het gratis dagblad Metro dat het er zeventigduizend zouden zijn.

“Hoe minder studenten er last van hebben, hoe beter”, reageert LSVb-voorzitter Kai Heijneman. “Maar het gaat om het principe: vind je dat deze studenten recht hebben op een ov-kaart of niet?”

De argumenten tegen de langstudeerboete gaan volgens hem ook op voor de nieuwe ov-kaartregels. “De overheid verandert de regels tijdens het spel. Toen deze studenten hun opleiding kozen, dachten ze nog dat ze zeven jaar lang met een ov-kaart konden reizen, ook als ze een beetje zouden uitlopen. Misschien zijn ze daarom verder weg gaan studeren.”

Heijneman gelooft niet dat de wet nog voor 1 januari verandert of met terugwerkende kracht zal worden teruggedraaid. Ook denkt hij eigenlijk niet dat deze studenten massaal met de auto zullen gaan reizen, al stond het zo in Metro. “Voor sommigen zal dat goedkoper zijn, zeker als ze een auto delen. Maar ze gaan natuurlijk niet allemaal autorijden.”

Hij wil vooral de discussie losmaken. “De overheid zou moeten snappen hoe goed de ov-kaart werkt. Studenten kiezen de opleiding die het best bij hen past, ook als die wat verder weg is. Reiskosten wegen nauwelijks mee en dat is goed.”

De LSVb dacht dat alle ‘langstudeerders’ hun ov-recht zouden verliezen. Dat zijn er zeventigduizend. Maar een deel van hen zou toch al geen recht meer hebben op een ov-kaart. Een ander deel studeert in deeltijd en heeft nooit een ov-kaart gehad.