Achter de Schermen | Ron Tempelaars, tentamencoördinator
Het reilen en zeilen van een universiteit is geen sinecure. Er zijn heel wat handen nodig om alles op orde te houden, van administratie tot schoonmaak en van beveiliging tot technisch onderhoud. Wie zijn de medewerkers achter de schermen die zorgen dat alles op rolletjes loopt? Cursor zet ze in de schijnwerpers. Vandaag: Ron Tempelaars, tentamencoördinator.
Tentamenperiodes waarin 450 tentamens afgenomen moeten worden en soms wel 2400 studenten tegelijkertijd één tentamen moeten maken: het wordt allemaal geregeld door Ron Tempelaars. Dat is niet alleen veel puzzelwerk, maar ook veel samenwerken met faculteiten, 130 surveillanten begeleiden en vooral ook heel flexibel kunnen zijn.
Hoe laat klok je in?
“Buiten de tentamenperiode ben ik er meestal rond kwart over zeven, in tentamenperiodes meestal rond kwart voor zeven. Ik wil dan een aantal dingen goed voorbereiden, want vanaf half acht komen surveillanten met hordes tegelijk. Dan wil je rust hebben, klaar zitten en ze kunnen ontvangen. Als er dan nog iets geregeld moet worden, dan wordt het een puinhoop.”
Hoe ziet je dag eruit?
“Dat wisselt heel erg. Tijdens tentamenperiodes word je echt geleefd. Eerst moet ik spullen klaarleggen en surveillanten ontvangen. Daarna is het vooral een kwestie van brandjes blussen en last-minute veranderingen verwerken. Het kan bijvoorbeeld dat een tentamen op het laatste moment een andere vorm krijgt, dat een zaal niet gebruikt kan worden of dat er bijvoorbeeld meer of minder studenten komen. Ik moet er ook voor zorgen dat de tentamens in het Auditorium afgeleverd kunnen worden. Als de tentamens bezig zijn, loop ik een rondje om te zien of er hulp nodig is, of er geen geluidsoverlast is en of mensen zich aan de regels houden. Gelukkig heb ik nu twee hoofdsurveillanten die me helpen.”
“Buiten de tentamenperiode heb ik het druk met roosters maken, surveillanten aannemen, evaluatiegesprekken voeren en procedures, werkinstructies en regels herschrijven. In vergaderen zijn ze hier op de universiteit ook heel goed, maar dat probeer ik zo min mogelijk te doen. Wanneer ik de definitieve aantallen studenten en tentamens binnen heb, twee weken vóór de tentamenperiode, dan plan ik de zalen en surveillanten in.”
Hoe ben je hierin gerold?
“Toevallig had ik onlangs een etentje met collega’s, omdat ik veertig jaar in dienst was bij de TU/e. Ik ben hier opgegroeid. Mijn vader werkte hier als fotograaf. Mijn moeder heeft hier ook gewerkt. In Atlas was er een drukkerij met een fotografie-afdeling. Daar heb ik eerst vakantiewerk gedaan. Daarna ging ik in militaire dienst en toen ik daarvan terugkwam ben ik eerst weer bij de drukkerij gaan werken en kwam vervolgens via via in het archief terecht. Toen ben ik bij het facilitair bedrijf gaan werken, in de ICT. Daar werd ik coördinator van de helpdesk. Vijftien jaar geleden heb ik op deze functie gesolliciteerd en ben ik aangenomen. Het was een hele andere wereld, vooral ook door de surveillanten. Dat was heel leuk. Ik ben blij dat ik de stap heb gemaakt.”
Wat vind je het leukst aan deze baan?
“Ik haal de meeste energie uit het werken met surveillanten. Aan de ene kant is het soms heel vermoeiend en na een tentamenperiode ben ik ook helemaal kapot. Maar de surveillanten zijn zo enthousiast. Ik sta er iedere keer weer van te kijken hoe actief ze nog zijn. Ze zijn vaak op leeftijd, maar doen nog van alles. Een hoofdsurveillant werkt bijvoorbeeld voor de radio, gaat wielrennen en zit in een bandje. Als ik dat hoor dan word ik al moe. De meeste surveillanten zijn ook heel enthousiast over het surveilleren, die willen alleen maar meer en meer. Ze zijn ook altijd bereid om een stapje extra te zetten.”
Wat is het minst leuk?
“Dat ik vaak dingen moet oplossen die door anderen veroorzaakt zijn en dat mensen zich niet aan afspraken houden. Dat is heel frustrerend. In plaats van dat mensen op hun verantwoordelijkheden en taken worden aangesproken, wordt er van mij gevraagd om ze er in het vervolg aan te herinneren dat ze bepaalde taken binnen de deadline moeten uitvoeren. Dat vind ik heel raar. De laatste jaren is dat ook erger geworden. Dat komt volgens mij omdat het hier net een duiventil is. Er is veel verloop. En nieuwe mensen weten niet wat ze moeten doen. Bij de faculteiten heb je ook allerlei soorten ‘support’, die van elkaar niet weten wat ze doen. Dan krijg ik drie keer hetzelfde verzoek. Dat soort dingen zouden wel beter kunnen.”
Waar ben je het meest trots op?
“Dat we het iedere keer weer voor elkaar krijgen. Ik ben daar elke keer weer verbaasd over. Soms denk ik: dit wordt een ramp, maar dan lukt het toch. Afgelopen zomer bijvoorbeeld was het Auditorium gesloten vanwege werkzaamheden. Het Auditorium is onze basis, van daaruit starten we de tentamens op, melden de surveillanten zich voor aanvang, worden de tentamens geleverd en opgeslagen en staat alle voorraad. We hebben toen twee tentamenperiodes vanuit Metaforum gewerkt, daarvoor moesten we alle spullen verhuizen, werkinstructies aanpassen en surveillanten informeren. Dat was een hele organisatie. Dan ben ik trots op dat dat allemaal goed verlopen is.”
“Waar ik ook trots op ben is dat we een surveillanten-applicatie hebben ontwikkeld. Daarin kan ik het rooster importeren en surveillanten indelen. Ze kunnen daar zelf ook hun beschikbaarheid in zetten. Het werkt heel goed.”
Hoe laat klok je uit?
“Normaal half vijf. In tentamenperiodes rond zeven. En soms heb ik mijn jas al aan om naar huis te gaan en dan komt er een telefoontje en moet ik alsnog gaan rennen. Het laatst dat ik ooit thuiskwam, was om tien uur ’s avonds.”
Wat doe je als je uitgeklokt bent?
“Ik vind het leuk om te klussen en heb het afgelopen jaar een aantal cursussen fijn houtbewerken gedaan. Ik klus dus regelmatig in en om het huis en werk ook vaak in de tuin. Tijdens tentamenperiodes doe ik heel weinig. Ik probeer wel nog zoveel mogelijk te fitnessen. Maar meestal fiets ik op mijn gemak naar huis, eet wat en drink nog een wijntje op de bank. En de volgende dag gaat om zes uur de wekker weer.“
Discussie