Meer duurzaamheid in het onderwijs in kleine stapjes
Er gebeurt al veel, maar het is niet altijd zichtbaar
Dit tweede deel van de longread over duurzaamheid en de aandacht voor klimaatverandering in het TU/e-onderwijs gaat over de toekomst hiervan. Vanuit het Bachelor College is het duidelijk geworden dat er al veel gebeurt op dit gebied, maar dat dit nog niet altijd goed zichtbaar is, bijvoorbeeld in de vakbeschrijvingen.
In het eerste deel van de longread, dat vorige week donderdag verscheen, gaf Cursor aan dat bachelorstudent Computer Science and Engineering, Ana Celesta Baroja Sierra zich opwond over het in haar ogen tekortschietende onderwijs op de TU/e voor wat betreft aandacht voor klimaatverandering. Ze legde een uitgebreid eigen voorstel voor aan Cursor, waarmee ze de discussie wil starten om het onderwijs in dit opzicht te verbeteren. Het eerste deel van vorige week geeft een goed inzicht in de problematiek en de reacties daarop vanuit de universiteit.
In dit tweede deel gaan we dieper in op acties van de universiteit, zoals het aanstellen van een duurzaamheidsambassadeur, het manifest van University Rebellion en de actie van Technology for Global Development. Voor Baroja Sierra is duurzaamheid niet genoeg en moet klimaatverandering nadrukkelijk een plek krijgen in het onderwijs. Anderen binnen de universiteit vinden juist dat duurzaamheid een bredere kijk biedt qua onderwerpen dan alleen klimaatverandering dat doet, zoals in dit tweede deel verder naar voren komt.
Duurzaamheidsambassadeur
De universiteit heeft onlangs een duurzaamheidsambassadeur aangesteld, Anna Wieczorek. Hoe staat Baroja Sierra daar tegenover? “Over haar persoonlijk heb ik geen mening, maar waar ik me zorgen over maak is dat dit een symbolische actie lijkt te zijn. Duurzaamheid is een heel goedkoop alternatief voor actie tegen klimaatverandering. ‘O, we moeten iets doen aan klimaatverandering, laten we duurzamer worden’. We moeten niet alleen duurzamer zijn, we moeten klimaatverandering actief bestrijden en landen helpen die niet duurzamer kunnen zijn."
Lees verder onder de foto.
Baroja Sierra: "Klimaatverandering is moeilijk op te lossen. Als we studenten niet op een basisniveau opleiden om te weten dat klimaatverandering echt bestaat, zijn ze niet klaar voor de echte uitdagingen.” Het verbaast haar om te zien hoe we hier zo ‘ontspannen’ omgaan met klimaatverandering. “We zien overstromingen in Duitsland en wat tornado’s in de VS op tv, maar hier zijn we aan het chillen. Als we dadelijk met klimaatmigranten moeten dealen, moeten we veel beter voorbereid zijn.”
Shams Hazim, masterstudent Industrial Design, heeft duurzaamheid in het onderwijs ook hoog op de agenda staan. “Ik ben erg op duurzaamheid ingesteld, en vooral als het daarbij om elektronische apparaten gaat, iets wat op dagelijkse basis wordt gemaakt in onze faculteit. Ik mis bewustzijn over dit onderbelichte, maar toch extreem urgente onderwerp in onze studie, en daarnaast waarschijnlijk ook in andere faculteiten”, zo stelt hij. “Ik heb hier over gesproken met docenten, studenten, recyclingfabrieken en heb ook contact met de TU Delft. Mijn Final Master Project doe ik namelijk over het integreren van duurzaamheid in onze beoordeling (rubrics) en in het curriculum. Tijdens mijn onderzoeksproject heb ik ook studenten geïnterviewd en ben ik te weten gekomen dat dit probleem niet tot nauwelijks bij hen leeft en dat ze er bijna niets over weten, en dus ook niet wat ze er tegen kunnen doen.” Bewustwording van dit probleem is daarmee belangrijk voor Hazim.
Hazim: “Daarnaast zou het goed zijn om studenten praktische zaken bij te brengen voor het produceren van hun producten. Kort gezegd zou ik graag meer bewustwording en een verbetering van het lesmateriaal willen zien. Ik heb contact met verschillende docenten over hoe we dit het best kunnen implementeren. Vorig jaar is er een nieuwe bachelorvak geïntroduceerd: ID Green, wat ik fantastisch vind, maar helaas zit ook hier nog niets bij over dit onderwerp. Ik heb hier ook contact over gehad met de hoofddocent, en die staat zeer open voor dit onderwerp. Maar op dit moment wordt dit helaas nog nergens aangekaart.”
De universiteit moet ook haar steentje bijdragen om haar studenten voor te lichten over klimaatverandering.
Betrokken bij de opleiding
“Wat ik erg leuk vind aan deze universiteit, is hoe goed de studenten in staat zijn om zichzelf te onderwijzen, ze zijn erg betrokken bij hun opleiding", zegt Barojo Sierra. "Het was een van de belangrijkste redenen waarom ik hier kwam. Maar de universiteit moet ook haar steentje bijdragen om ons studenten voor te lichten over klimaatverandering. Het is een morele verantwoordelijkheid die verder moet gaan dan ‘duurzamer zijn’. Ik zie projecten met Shell over hernieuwbare energie. Het ziet er mooi uit, maar het gaat meer om het imago van de TU/e. Ik heb op de site van Cursor bijvoorbeeld nog steeds geen reactie gezien op de eisen van University Rebellion. Waar is de echte aanpak van het probleem?”
Vaak zijn samenwerkingen op het gebied van klimaatverandering er enkel wat betreft onderzoek, niet veel in het onderwijs, meent Baroja Sierra. "We moeten meer inzetten op onderwijs. Ik weet dat Nederland goede organisaties heeft voor bijvoorbeeld het waterbeheer. Laten we daar bij Bouwkunde een vak van maken. Omgaan met bouwen in laaggelegen gebieden om klimaatbestendige gebouwen neer te zetten. Onze studenten Bouwkunde moeten leren hoe dat te doen en hoe dat betaalbaar te doen is. Het moet voor hen een mindset worden: hoe zorg ik ervoor dat de gebouwen die ik ontwerp voortaan bestand zijn tegen overstromingen en hittegolven? Dat is relevant voor de langere termijn.”
Klimaatbestendig bouwen
Hoogleraar Bert Snijder, opleidingsdirecteur voor de masters bij Bouwkunde, ontkracht de veronderstelling dat er aan zijn faculteit geen aandacht zou zijn voor klimaatbestendig bouwen. "We doen al veel aan duurzaamheid, circulariteit en klimaatverandering in ons onderzoek en onderwijs”, zegt Snijder. “Het komt misschien alleen niet altijd zo duidelijk naar voren in de vakomschrijvingen. Een conclusie die we ook hebben getrokken met alle betrokkenen bij de vernieuwing van de Graduate School: we kunnen altijd meer doen aan duurzaamheid, maar we moeten vooral het verhaal beter vertellen. Building services and fire safety is een voorbeeld van een vak waarin duurzaamheid en klimaatverandering versleuteld zitten. In dat vak gaat het in eerste instantie om installaties in een gebouw, bijvoorbeeld om te koelen en te verwarmen. Maar daarbij komt ook de energietransitie aan bod, een belangrijk onderwerp op het gebied van klimaatverandering. Ook bij het vak Resource Efficient Structural Design gaat het om duurzaamheid: hoe kunnen we spaarzaam omgaan met materialen en toch de constructie vormgeven zoals de bedoeling is. En zo energiezuinig en efficiënt mogelijk. Duurzaamheid zit in projectwerk en vakken, al is het niet altijd expliciet gemaakt, maar het zit er wel degelijk in.”
Duurzaamheid zit in projectwerk en vakken, al is het niet altijd expliciet gemaakt, maar het zit er wel degelijk in.
Snijder heeft voorbeelden te over van duurzaamheid in het onderwijs. “De master Architecture, Building and Planning (ABP) heeft bijvoorbeeld een certificaat gericht op circulair bouwen. Daarmee laten we zien hoe je de CO₂-voetafdruk kunt reduceren. Ook binnen ons onderzoek wordt aandacht besteed aan duurzaamheid, waarbij we letten op materialen met een lagere CO₂-voetafdruk, bijvoorbeeld door biobased materialen te gebruiken. Op het dak van Vertigo, ons faculteitsgebouw, staat bijvoorbeeld een installatie om PV-panelen te testen. Dat onderzoek sijpelt weer door in ons onderwijs. Recent hadden we een internationale workshop genaamd ‘Climate extremes and resilient heritage’. Samen met studenten van buitenlandse universiteiten hebben we gebrainstormd over extremen als overstromingen, hittegolven en andere extremiteiten gerelateerd aan klimaatverandering. Het duurzaamheidstopic leeft hier", zegt Snijder, "en je ziet dat er hard aan de bel wordt getrokken: het IPCC-rapport, de klimaatconferentie in Glasglow, recente overstromingen. Iedereen ziet dat er dingen gebeuren, op een enorme schaal. Dat we daar wat mee moeten en willen is duidelijk, ook in ons onderwijs.”
Echte verandering
Baroja Sierra heeft over haar voorstel nog geen contact gehad met het College van Bestuur. “Als ik lees hoe ze in het verleden hebben gereageerd, betwijfel ik hoe effectief dat zou zijn. Er is een interdisciplinaire TU/e-organisatie genaamd Technology for Global Development (TGD), waar ik wel mee heb gesproken. Zij hadden ook een voorstel om het basisvak Engineering Design (ED) te verbeteren en hadden gesprekken daarover met het CvB, maar dat liep uiteindelijk nergens op uit.”
Ward Cottaar, hoogleraar Instrumentation Design en voorzitter van TGD, was degene die dat voorstel indiende. Cottaar: “Het was gebaseerd op een cursus die wordt aangeboden in Engeland, de VS en Zuid-Afrika: ‘Engineers without borders’ (EWB). EWB kiest voor een regio en een uitdaging die altijd klimaatgericht is. Zoals bijvoorbeeld schoon water in Peru. Ik heb geprobeerd dat in ED te krijgen, maar dat strandde, ook omdat het Bachelor College verandert. Toen bedachten mijn collega's en ik een keuzevak, maar helaas waren de mensen met wie ik werkte gaandeweg niet meer beschikbaar. Historisch gezien hebben we met TGD een budget van rond de tienduizend euro. Daar hebben we met het CvB over gesproken. En we waren het er allemaal over eens: we investeren meer en nemen het serieus, of we stoppen. We lopen als universiteit achter op dit onderwerp. De TU Delft is bijvoorbeeld veel verder. Daar investeerden ze in ‘Global Initiative’. Er zijn ook fondsen voor, dus er zijn opties. We moeten als universiteit meer doen, zowel grote als kleine dingen.” Hij kijkt en wijst naar buiten: “Waarom hebben we altijd die lichten aan in onze loopbruggen? Tweederde daarvan kan om te beginnen worden verwijderd, de rest kan meestal worden uitgeschakeld. Veel mensen denken: ‘oh wat ik zelf doe, doet er niet genoeg toe’. Ja, dat is waar, maar als we allemaal zo denken, verandert er niets. Al die persoonlijke keuzes samen maken wel degelijk een verschil.”
University Rebellion
Baroja Sierra wijst ook op University Rebellion (UR) als een voorbeeld voor haar dat ze niet denkt dat er binnenkort iets gaat veranderen. “Neem het manifest van UR. Robert-Jan Smits, voorzitter van het CvB, zei dat daar een gesprek over zou komen, maar sindsdien - november 2020 - heb ik er niets meer over gehoord.” Baroja Sierra is geen lid van UR: "Ik ken UR, maar ik denk niet dat het nodig is om deel uit te maken van een organisatie om klimaatverandering tegen te gaan."
Cursor vroeg University Rebellion om hun reactie op de kwestie en ze zeggen dat ze kort na de demonstratie vorig jaar november ook een gesprek hebben gehad met het CvB. “Je kunt je voorstellen dat er weinig overlap was tussen de houding, de verwachtingen en het voorgestelde beleid zoals de CvB-leden dat zien en zoals UR dat ziet”, zegt Samuel Singer, lid van UR en bachelorstudent Sustainable Innovation. “Desalniettemin, en ondanks een zeer korte vergadering, hebben we enkele belangrijke onderwerpen op tafel gehad. Er werd een vervolggesprek beloofd en een paar weken later nam vicevoorzitter Nicole Ummelen contact met ons op om ons te laten weten dat duurzaamheid nu onderdeel is van haar portfolio en dat ze de kwestie spoedig daarna met ons wilde bespreken. Sindsdien hebben we geen contact meer gehad, dus ook geen uitnodiging ontvangen. We zijn enigszins positief verrast over de benoeming van Anna Wieczorek tot ambassadeur duurzaamheid, maar we verwachten op korte termijn geen concrete actie van de universiteit.”
Dreigende mail
Onlangs nog stuurde UR een dreigende mail richting het CvB, Cursor en duurzaamheidsambassadeur Wieczorek over het gebrek aan actie door de universiteit en het niet uitroepen van de klimaatnoodtoestand. Is dat de beste manier om deze veranderingen te realiseren? Wieczorek: "Naar mijn mening is zo'n e-mail niet de beste manier om dit probleem te adresseren. Maar ik begrijp dat deze organisaties (zoals UR, red.) een functie hebben, ze moeten in opstand komen. En ja, we moeten actie ondernemen, maar omdat we al zeer toegewijd zijn aan de integratie van duurzaamheid in het profiel van de TU/e, is het moeilijk om zo'n boodschap te krijgen. Die zit vol woede en negatieve energie. Op basis van de gesprekken met UR eind 2020 heeft er in januari 2021 een wijziging plaatsgevonden van het Instellingsplan van de universiteit. Dus wat UR schreef in de bedreigingsmail aan Cursor en het CvB - dat er geen vervolg is geweest op het laatste gesprek - is niet waar. Op pagina 13 van het Instellingsplan is naar aanleiding van het gesprek dat UR had met het CvB gespecificeerd dat de duurzaamheidsuitdaging een bedreiging is voor de mensheid. Het heeft even geduurd voordat mijn functie werd gelanceerd. Als je je realiseert dat ik pas in september 2021 ben gestart in deze functie, is er al veel bereikt."
Wieczorek zegt bijna klaar te zijn met het opzetten van de organisatiestructuur rondom duurzaamheid. "Er is een rapport gemaakt dat ons onderzoek langs de SDG-meetlat (Sustainable Development Goals, red.) van de VN legt. Ik heb bijeenkomsten gehad over de integratie van duurzaamheid binnen het Bachelor College en de Graduate School. De website over duurzaamheid wordt verbeterd en we hebben een eigen mailadres. Via Technology for Global Development is een manager duurzaamheid in het onderwijs aangenomen. Deze acties helpen om duurzaamheid meer verweven te krijgen in onze universiteit. Het sturen van een boze e-mail naar het CvB leidt niet tot wijziging van het beleid. Het zal bewustzijn creëren, maar geen beleidsverandering. Ik ben bezig met het creëren van kanalen om het beleid te wijzigen. Eerst wil ik de basis opzetten om dat te kunnen doen.” Wieczorek staat nog steeds open om met UR te praten, ook na hun bedreigende e-mail. “We blijven openstaan voor iedereen die mee wil doen. Maar ik wil niet te veel tijd besteden aan praten, ik besteed liever meer tijd aan doen”, besluit ze.
Toekomst UR-manifest
Drie medeorganisatoren van University Rebellion vertellen graag meer over de nasleep van hun manifest. Samuel Singer, bachelorstudent Wiskunde Leo Franz en bachelorstudent Informatica Thea Bradley noemen zich niet ‘lid’ van UR. Singer: “UR is een organisatie zonder hiërarchie of lidmaatschap. We zijn allemaal gelijk en wisselen van rol." Ze bevestigen dat er sinds eind 2020 geen contact meer is geweest met het CvB. Bradley: “We hebben met hen gesproken nadat we het manifest hadden overhandigd. Ze leken een beetje geïnteresseerd en zeiden ‘laten we elkaar nog eens ontmoeten’. We hebben e-mails gestuurd om ze eraan te herinneren, maar er is helemaal niets teruggekomen.”
Singer: “Met de aanstelling van duurzaamheidsambassadeur Anna Wieczorek voelt het alsof de verantwoordelijkheid bij vicevoorzitter Nicole Ummelen is weggenomen. Maar wij vragen ons af: 'Wie heeft die verantwoordelijkheid nu?'.” Wieczorek reageert hier helder op: "Op dit moment heb ik een adviesrol. Ik ben een expert op het gebied van duurzaamheid en heb impact op wat voor activiteiten er rond dit thema aan de universiteit plaatsvinden. Ik kan aan het College uitleggen of er op dit gebied iets wel of niet moet veranderen. Maar ik ben niet iemand die beleid kan doorvoeren. Dat is niet mijn taak."
Franz van UR: “Het voelt klote dat we geen reactie meer hebben gekregen om een vervolggesprek te voeren met het CvB. We proberen iets te verbeteren, maar worden genegeerd. Het voelt als: doe wat je wilt, we horen je niet tenzij het in onze agenda past.” Singer: “Er is een framingprobleem. Dingen worden 'challenges' genoemd, wat ze bagatelliseert. Kijk naar Strategie 2030, cryptisch wordt er wel eens genoemd dat een aantal dingen niet gaat zoals het zou moeten, maar ook altijd op een positieve manier. We snappen de overwegingen, maar het werkt niet.” Bradley: “Dat geldt ook voor dit techno-optimisme; alles is met technologie op te lossen.” Franz: “Het gaat er altijd om dat we in de toekomst iets ontwerpen dat helpt. We moeten nu iets doen, anders is er geen toekomst meer.” Singer is het daarmee eens: "We moeten niet optimaliseren wat we al hebben, maar het paradigma moet veranderen. Onderwijs kan daarbij helpen.”
Niet gehoord
“Ik weet niet hoeveel mensen het met mijn specifieke voorstel eens zijn”, zegt Baroja Sierra, “maar veel studenten zijn ontevreden over de twee basisvakken die ik eerder noemde. Ik weet dit van medestudenten en door mijn bestuursjaar bij de internationale studentenvereniging Cosmos, waarin ik veel contact had met studenten. Maar het lijkt moeilijk voor de universiteit om inzicht te krijgen in hoe de studenten over hun opleiding denken. Dit is niet volledig de schuld van de universiteit, maar het zou kunnen helpen als studenten een langer persoonlijk gesprek zouden hebben met de decaan of organisatoren om de vakken te evalueren, zoals tijdens een town hall meeting."
"Niet reageren op ideeën en klachten zorgt ervoor dat studenten weg willen en dat doen ze ook", aldus Baroja Sierra. "Ik heb veel studenten zien vertrekken na hun bachelor. Velen hebben het gevoel dat de universiteit niets om ze geeft. Ik denk niet dat mijn voorstel daar verandering in zal brengen, maar ik hoop dat het een wake-up call is voor de universiteit en dat men daardoor meer open en persoonlijk gaat worden over hoe zij omgaan met problemen die studenten tegenkomen. Ik ga me voor mijn master bij de TU/e en bij andere universiteiten aanmelden. Als ik aangenomen word op een andere universiteit, zal ik zeker daarvoor kiezen.”
Bradley is het eens met het voorstel van Baroja Sierra: “Het is goed om klimaatverandering in het onderwijs te hebben. We zitten allemaal in onze eigen bubbel, maar er moet basiskennis over zijn. Ikzelf zit in de informatica. Als ik niet actief een vak kies bij een andere faculteit, leer ik er niets over.” Singer: “Er moet ook een verplicht basisvak over klimaatverandering komen voor alle bachelors.”
Breder perspectief
Cottaar: “Dit jaar hebben we bij de nationale Onderwijsraad een voorstel ingediend voor onderwijsvernieuwing om de zeventien SDG's van de VN beter in ons curriculum te verankeren. Want ja, het gaat over klimaatverandering, maar het gaat ook over die andere zestien wereldwijde uitdagingen. Het is belangrijk dat dit gebeurt. Een natuurkundestudent moet zijn natuurkunde kennen, maar hij moet ook zijn vakgebied in een breder perspectief leren zien. Het voorstel is aangenomen door de Onderwijsraad en we hebben er 70.000 euro voor toegekend gekregen. Binnenkort krijgen we er een projectleider voor.”
“De eerste stap zal zijn om te meten hoe duurzaam ons onderwijs is: daar hebben we een meetmethode en een kader voor nodig en daarvoor zijn een paar opties. Dan meten we en bepalen we waar we vanaf nu over X tijd willen zijn. Vervolgens hebben we draagvlak nodig binnen de organisatie: dat heb je nodig om je doel te bereiken. Daarna moeten we beslissen wat er moet gebeuren om daar te komen. Moeten we de onderwerpen integreren in de huidige vakken? Of moeten we een nieuw verplicht vak starten voor alle studenten? Er moet nog veel worden beslist en dat zal tijd kosten”, geeft Cottaar toe.
Discussie