
Sluitstuk | Wiskundige bewijzen die kloppen als een bus
Educatieve tool helpt studenten bij het opstellen van wiskundige bewijzen
Het schrijven van wiskundige bewijzen is een flinke uitdaging voor eerstejaars wiskundestudenten. Promovendus Jelle Wemmenhove helpt hen op weg met 'Waterproof', een tool die studenten stap voor stap begeleidt en direct feedback geeft bij fouten.
“Mijn begeleider, Jim Portegies, geeft het vak Analyse 1, waarin eerstejaarsstudenten leren wiskundige bewijzen te formuleren”, vertelt Wemmenhove. Toen Portegies merkte dat veel studenten moeite hadden met het schrijven van bewijzen, startte hij in 2019 een project om een educatieve tool te ontwikkelen die hen daarbij zou begeleiden. Het programma, met de treffende naam Waterproof, speurt fouten direct op en geeft studenten gedetailleerde feedback om hen verder op weg te helpen.
Proof assistants
Het programma is gebaseerd op bestaande boekhoudkundige tools voor wiskundigen en informatici – zogenaamde proof assistants (NL: bewijsassistenten). “Deze professionele tools zijn heel technisch en gericht op het efficiënt opstellen van complexe bewijzen, maar voor beginnende studenten daardoor vaak te ingewikkeld”, legt Wemmenhove uit. Daarom was het doel om een gebruiksvriendelijke versie te ontwikkelen die speciaal voor eerstejaars wiskundestudenten toegankelijk zou zijn.
Wemmenhoves promotieonderzoek richtte zich op de evaluatie van de eerste versie van Waterproof en de verdere ontwikkeling ervan. Op basis van feedback uit het Analyse 1 vak en interdisciplinair, toegepast onderzoek, werkte de onderzoeker aan verbeteringen, zodat het programma steeds beter zou aansluiten bij de behoeften van zowel studenten als docenten.
Extreme precisie
“Ik heb zelf de bachelor Technische Wiskunde aan de TU/e gedaan, dus ik wist dat het een moeilijk vak was”, vertelt Wemmenhove. Maar wat houdt het eigenlijk precies in om wiskundige bewijzen te schrijven, en waarom is dat zo lastig?
“Op de middelbare school heb je daar nog nauwelijks mee te maken, dus voor eerstejaarsstudenten is het echt iets nieuws”, legt Wemmenhove uit. “Je moet daarbij heel precies en logisch redeneren waarom bepaalde aannames tot bepaalde conclusies leiden. Binnen de wiskunde is die extreme precisie cruciaal – anders loop je het risico verkeerde conclusies te trekken.”
Daarnaast is de vorm van een bewijs iets waar studenten erg aan moeten wennen. “Er zijn veel formele regels voor hoe je een bewijs logisch opbouwt en opschrijft. Alleen zo kan een docent je redenering goed volgen en controleren of je daadwerkelijk hebt bewezen wat je wilde bewijzen.”
Fietsen met zijwieltjes
“Met behulp van het programma willen we studenten inzicht geven in de stappen die nodig zijn om een stelling te bewijzen. Welke logische symbolen moet je gebruiken? Welke stappen horen daarbij?”, legt de onderzoeker uit. “Om te bewijzen dat een eigenschap voor alle elementen uit een verzameling geldt, is de eerste stap om een willekeurig element te introduceren. En als je moet bewijzen dat A of B waar is, moet je bewust kiezen en aangeven welke van de twee je gaat bewijzen.”
Het programma helpt studenten oefenen met wanneer ze bepaalde stappen moeten gebruiken en welke stappen er beschikbaar zijn in de verschillende stadia van een bewijs. “Voor beginners is dat vaak nog onduidelijk”, stelt de PhD-student.
Een groot voordeel dat de tool biedt, is dat studenten direct feedback krijgen terwijl ze aan een opgave werken. “Zonder deze tool zouden ze de feedback van de docent, in de vorm van nagekeken huiswerk, vaak pas een week later ontvangen, terwijl ze dan misschien al met een andere opgave bezig zijn.”
Hoewel het programma studenten ondersteunt bij huiswerkopdrachten, moeten ze tijdens examens zonder hulpmiddelen werken, enkel met pen en papier. “Het programma moet ze helpen aan het begin om de benodigde vaardigheden onder de knie te krijgen – een beetje zoals leren fietsen met zijwieltjes. Maar uiteindelijk moeten ze het echt zelf kunnen”, aldus de promovendus.
Concrete verbeteringen
Om breed te kijken hoe studenten het programma gebruikten, evalueerde Wemmenhove het programma in samenwerking met collega’s van Human-Technology Interaction. Hierbij werd ook de rol van docenten en de situering in het Analyse 1 vak onderzocht. Op basis hiervan werd onder meer het installatieproces verbeterd, zodat studenten het programma gemakkelijker kunnen downloaden. Maar ook bijvoorbeeld de feedback die studenten van het programma krijgen wanneer ze fouten maken, werd aangepast zodat het makkelijker leesbaar en beter te volgen zou zijn.
Samen met Eindhoven School of Education onderzocht Wemmenhove het onderwijskundige effect van de tool. Ze vergeleken examens van studenten die wel met Waterproof werkten, met die van studenten die dat niet deden, om te kijken of er verschillen te zien waren. De ontdekte patronen gaven nieuwe inzichten. Zo bleek dat een bewijsstap die op papier verwacht werd, niet in Waterproof als aparte stap was ingebouwd. “Dat hebben we vervolgens aan het programma toegevoegd”, licht Wemmenhove toe. “Door samen te werken met verschillende faculteiten en gebruik te maken van hun expertise, konden we concrete verbeteringen aan het programma en de inbedding van het programma in het vak aanbrengen.”
Praktisch en laagdrempelig
De feedback van studenten en docenten speelde een cruciale rol in het ontwikkelingsproces, vertelt Wemmenhove. “Doordat ze ieder jaar met een nieuwe versie van het programma werkten, konden we kijken hoe ze op de verbeteringen reageerden en hoe de tool in de praktijk functioneerde.” Op basis van deze observaties en evaluaties werd Waterproof steeds verder geoptimaliseerd tot de huidige versie.
De bedoeling is dat het programma verder wordt verbeterd en breder wordt ingezet, zodat steeds meer studenten ondersteuning krijgen van een programma dat zowel praktisch als laagdrempelig is. “Momenteel zijn we bezig met een samenwerking met Universiteit Utrecht; daar willen ze het programma ook gaan gebruiken voor een eerstejaarsvak.” Voor Wemmenhove was het bijzonder waardevol om bij te dragen aan een bruikbare tool die studenten echt helpt: “Ik vond het geweldig om te zien hoe ze ermee werkten.”
PhD in the picture
Wat zien we op je proefschriftkaft?
“Het is een bewerkt screenshot van het programma waarin het lijkt alsof een student er fysiek mee aan het werk is. Een van onze doelen bij de ontwikkeling van Waterproof was dat het schrijven van een bewijs in het programma zoveel mogelijk zou lijken op hoe je dat op papier zou doen. Zo volgen studenten dezelfde stappen en gebruiken ze dezelfde formuleringen. Dat wilde ik met deze kaft uitbeelden.”
Je bent op een verjaardagsfeestje. Hoe leg je in één zin uit wat je onderzoekt?
“Ik werk aan een computerprogramma waarin studenten hun wiskundige bewijzen uit kunnen typen en direct feedback krijgen.”
Hoe kun je naast je onderzoek stoom afblazen?
“Sporten helpt me om mijn hoofd leeg te maken. Bij het SSC doe ik aan showdance en paalfitness. Daarnaast vind ik het fijn om aan het eind van de dag muziek te luisteren en zo te ontspannen.”
Welke tip had je als beginnende PhD-student willen krijgen?
“Aan het begin had ik, deels door covid, niet door hoe waardevol conferenties zijn – niet alleen om op de hoogte te blijven van ontwikkelingen in het vakgebied, maar ook om contact te leggen met andere onderzoekers. Later ben ik er meer naartoe gegaan, en dat gaf me het gevoel echt onderdeel te zijn van een bredere gemeenschap. Dat heb ik als erg prettig ervaren.”
Wat is je volgende hoofdstuk?
“Dat ligt nog open. Een academische carrière lijkt me interessant, maar dat betekent veel verhuizen, terwijl ik als bijna-dertiger nu juist meer wil settelen. Daarom kijk ik vooral naar de industrie in de regio, bijvoorbeeld technische consultancy. Projectmatig werken spreekt me enorm aan.”
Discussie