
Studeren als hoogbegaafde gaat vaak niet vanzelf
Donatues wil hoogbegaafde en neurodivergente studenten helpen floreren
Hoogbegaafde en neurodivergente studenten komen niet altijd tot hun recht op de universiteit, constateren TU/e-studenten Jesse van Meer en Mara Gianotten als ervaringsdeskundigen. Om studenten die met dezelfde uitdagingen kampen te helpen, richtten ze eind vorig jaar de stichting Donatues op. Met de stichting hopen ze het vaste aanspreekpunt te worden voor studenten die dat nodig hebben, “zodat die niet telkens individueel alles uit hoeven te zoeken, maar op één plek terecht kunnen.”
Hoe is het mogelijk dat een hoogbegaafde student in een studiejaar maar vijf studiepunten haalt? Jesse van Meer kan het weten, want het overkwam hem in het derde jaar van zijn studie Psychology & Technology. Hij heeft een autismespectrumstoornis (ASS) en is daarnaast ook nog hoogbegaafd én hoogsensitief. De lage cijfers waren volgens hem te wijten aan het feit dat hij mee moest in het vaste stramien van de vakken.
“Ik krijg binnen drie à vier weken af waar een andere student acht weken over doet”, vertelt Van Meer. “Dat zorgde ervoor dat ik al op de helft van het kwartiel op mijn eigen tempo de hele stof door had genomen, maar vier weken later pas het tentamen kon doen. Ik dacht dat ik alles dan nog wel zou weten, maar zo werkte het ook net weer niet. Daar liep ik constant tegenaan.” Toen er begrip kwam vanuit de universiteit en ruimte voor een meer individueel traject, schoten zijn cijfers weer omhoog. Hij hoeft geen colleges meer te volgen en alleen soms mee te doen aan groepsprojecten. Leren doet hij nu in de weken voorafgaand aan de tentamenweek.
Druppelsgewijs
Van Meer gunt andere studenten die tegen soortgelijke problemen aanlopen eenzelfde oplossing, maar hij weet dat het niet gemakkelijk is om een regeling zoals die van hem te krijgen. “Vaak komen dit soort hulpvragen ook druppelsgewijs binnen, waardoor academic advisors dan per student helemaal uit moeten zoeken welke mogelijkheden er zijn.” Dat kan beter, denkt de student. Met de stichting Donatues, die hij oprichtte in samenwerking met masterstudent architectuur Mara Gianotten, die ook hoogbegaafd is, hoopt hij een centraal punt te creëren waar hoogbegaafde en neurodivergente studenten terecht kunnen. “Met hulpvragen, maar ook voor een luisterend oor.”
Hulp krijgen die nodig is
Wat moet je doen als je hoogbegaafd of neurodivergent bent en hulp nodig hebt bij je studie? Het antwoord op die vraag is volgens academic advisor Tamara de Bock-Loonen heel simpel: ga naar je studieadviseur. Er zijn volgens haar steeds meer studieadviseurs die een training hebben gevolgd over hoogbegaafdheid. “De landelijke vereniging voor studieadviseurs organiseert die. Je leert daar hoe je hoogbegaafde studenten kunt herkennen, waar ze tegenaan lopen en hoe je ze kunt helpen.” Ook als studieadviseurs die training niet hebben gedaan, weten ze volgens haar wel naar wie ze studenten door moeten sturen om de juiste hulp te krijgen.
Als een hoogbegaafde of neurodivergente student extra faciliteiten nodig heeft zal die echter wel ook bij de studentendecaan langs moeten gaan, omdat die meer middelen tot zijn beschikking heeft dan studieadviseurs. “Studentendecanen vragen bij een verzoek om extra faciliteiten wel om een aantal bewijzen”, aldus De Bock-Loonen. “Dat is met hoogbegaafde studenten lastig, want officieel is daar geen diagnose voor. Vaak hebben deze studenten echter wel nog een andere diagnose die ze wel nog kan helpen die faciliteiten toch te krijgen.” Voor bijvoorbeeld de aanvraag van een meer individueel studietraject moeten studenten een verzoek indienen bij de examencommissie. Daar kunnen studieadviseurs wél weer bij helpen. Aanpassingen in het studietraject moeten wel binnen alle richtlijnen en regels vallen die zorgen dat het diploma wat waard is, benadrukt de studieadviseur.
Volgens De Bock-Loonen wordt er aan de TU/e genoeg hulp geboden aan hoogbegaafde en neurodivergente studenten. Ze schat dat zo’n 10 procent van de studenten aan de universiteit hoogbegaafd is. “Daar zijn er vast nog veel van die de stap niet durven of weten te zetten om bij een studieadviseur langs te gaan.” Ze hoopt dat deze studenten – al dan niet met hulp van Donatues – de weg naar studieadviseurs steeds beter zullen weten te vinden.
Naast dat de mogelijkheid tot het volgen van een meer individueel traject laagdrempeliger zou moeten worden, zien de studenten nog meer kansen om het studeren voor deze groep studenten gemakkelijker te maken. Gianotten: “Wat bijvoorbeeld een groot verschil zou maken, is als vakken meer top-down zouden worden gegeven. Nu is het vaak zo dat je aan het begin van het kwartiel heel breed begint. Pas in de laatste week wordt duidelijk waarvoor je alles hebt geleerd. Alsof je elke week een legoblokje krijgt en pas aan het eind de handleiding.” Voor hoogbegaafde studenten – en trouwens ook andere studenten – zou het volgens haar enorm helpen om aan het begin al te weten waar de lessen naartoe werken, om vervolgens een eigen pad te bewandelen naar dat einddoel.
Je kan als professional nog zoveel verstand van zaken hebben, maar dan kan het nog steeds lastig zijn om op hetzelfde niveau te komen met dit soort studenten
Pleiten voor dit soort veranderingen is wat de studenten met Donatues willen doen, maar de stichting dient ook als community voor lotgenoten: rond de 45 studenten wisten hun weg naar Donatues al te vinden. Een WhatsAppgroep fungeert als vraagbaak, waar studenten elkaar vragen en tips kunnen sturen. Ook zijn er al twee situaties geweest waarbij academic advisors een student doorstuurden naar de stichting, omdat ze de hulpvraag niet vertaald kregen. “Dat lukte ons dan wel”, vertelt Van Meer trots. “Dat is echt cool.”
Gianotten: “Je kan als professional nog zoveel verstand van zaken hebben, maar dan kan het nog steeds lastig zijn om op hetzelfde niveau te komen met dit soort studenten. Wij zitten wél op hetzelfde niveau.” Dat is naast nuttig ook gewoon heel erg fijn, vertelt de studente. “Omdat je op dezelfde golflengte zit heb je hele leuke gesprekken. Binnen deze community hoef je jezelf niet aan te passen.”
Denken als neurotypisch persoon
Dankzij het feit dat Gianotten zich op de middelbare school al heeft leren aanpassen, is voor haar de universiteit echter wel goed te doen. “Ik heb mezelf getraind om te denken als een neurotypisch persoon. Bij een tentamen lees ik de vraag, vertaal hem naar ‘normaal’, denk vervolgens na over mijn antwoord en vertaal dat weer naar wat ik denk dat een docent zou willen lezen.” Onderdeel daarvan is alle tussenstappen in haar hoofd beschrijven, die stappen gaan bij hoogbegaafden vaak heel snel en soms slaan ze die zelfs over.
Van Meer en Gianotten zijn ervan overtuigd dat als hoogbegaafde en neurodivergente studenten de kans krijgen, ze echt kunnen floreren. “Ga er maar vanuit dat alle studenten die zich bij ons melden heel erg toegewijd zijn om hard te werken”, zegt Van Meer. “Ze zijn heel erg eager om te leren, anders zouden ze niet het reguliere onderwijs in zijn gegaan, maar het speciale onderwijs. Hier loop je tegen een hoop moeilijke dingen aan, dus je gaat hier alleen studeren als je het écht wilt.”
Eigen plek
Hij hoopt dat de stichting ze daar een beetje bij kan helpen. En niet alleen op de TU/e, maar ook bij bijvoorbeeld Fontys en het sportcentrum, waar veel interesse is in Donatues. Van Meer: “We krijgen echt veel aanvragen van buiten de universiteit. Dat laat wel zien dat er op meer plekken aandacht voor is.” De studenten proberen buiten de universiteit “zaadjes te planten”, zodat daar lokaal ook initiatieven komen. Zo heeft Career Jumpstart op Fontys met hulp van de stichting ook een eigen WhatsApp-community opgezet.
Wat nu aan de TU/e vooral nog ontbreekt, is volgens de studenten een eigen plek op de campus voor de stichting. Het is tot hun grote frustratie nog niet gelukt om die te regelen. “Het is echt belangrijk om een fysieke plek te hebben waar mensen naartoe kunnen komen. Bij academic advisors en decanen zijn soms wachtlijsten van wel vier weken. Dan is het fijn als je weet dat je ergens meteen naartoe kan.”
Voor de informatiebijeenkomsten met professionals reserveren de studenten altijd apart een ruimte. De eerstvolgende sessie is een Meet & Greet Brainstorm, morgen 20 februari van 12.00 uur tot 13.30 in zaal 16 in het Auditorium. Aanmelden kan hier.
De stichting kondigt de sessies aan op sociale media en LinkedIn. Studenten kunnen zich aanmelden voor de WhatsAppgroep.
Discussie