“Op het raakvlak van wiskunde en kunst gebeurt van alles”

Tom Verhoeff haalt Bridges conferentie naar Eindhoven

Wat ontstaat er als je wiskunde en kunst bij elkaar brengt? Dat is te ervaren bij de Bridges conferentie, die deze zomer voor het eerst in Eindhoven plaatsvindt. TU/e-onderzoeker Tom Verhoeff – die zelf ook ‘wiskunst’ maakt – brengt het evenement nog net voor zijn pensioen naar de campus.

door
foto Tom Verhoeff

Bij de conferentie komen vele vormen van kunst voorbij, zoals beeldende kunst, poëzie, dans en theater. Maar wanneer heeft bijvoorbeeld theater een duidelijke relatie met de wiskunde? Bijna elk theaterstuk volgt namelijk een structuur die je wiskundig uit zou kunnen leggen. Dat is volgens Verhoeff niet genoeg: “Om een theaterstuk bij Bridges te kunnen inbrengen zal het verband met wiskunde expliciet gemaakt moeten worden.”

Dat verband kan er zijn doordat het stuk een wiskundig principe representeert, maar bijvoorbeeld ook door kenmerken van wiskundigen en de manier waarop zij interactie met elkaar hebben uit te beelden. “Zelfs als het geschreven is door een beroemde wiskundige zou dat misschien genoeg kunnen zijn”, aldus Verhoeff.  De belangrijkste voorwaarde is volgens hem dat de maker een goed verhaal bij een kunstwerk heeft, dat ook nog wiskundig kloppend is. Al is er op de conferentie ook ruimte voor indirecte verbanden, zoals bijvoorbeeld het gebruik van wiskunde om kunstfraude op te sporen, voegt Verhoeff toe.

Wiskunde waar een kunstgedachte aan te koppelen is en kunst waar een wiskundeverhaal aan te koppelen is, zijn allebei welkom bij Bridges. Daarbij moet wel gezegd dat niet elke visualisering van wiskunde ook meteen kunst is. Dat ervoer Verhoeff een aantal jaar geleden uit eerste hand, toen hij contact zocht met choreograaf Roos van Berkel om een wiskundig bewijs tot dans te vermaken. Ze was volgens hem in eerste instantie niet zo geïnteresseerd, omdat puur het visualiseren van een wiskundig concept voor haar niet genoeg was. “Ik heb toen visualisaties van het bewijs gemaakt, met objecten die met elkaar vervlochten. Daar werd ze uiteindelijk toch door gegrepen.”

Het resultaat was Lehmer’s Dance, waar door de choreograaf en dansers elementen in verwerkt waren die wiskundig niets toevoegden, maar op het gebied van kunst wel. “De choreograaf gebruikte de wiskundige achtergrond van het stuk als basis, maar alle details, eigenschappen en stellingen rond de wiskundige structuur waren voor haar minder belangrijk. Voor mij waren die juist het centrum van het stuk.” Voor dit soort kruisbestuiving tussen wiskundige en kunstenaar is de conferentie een vruchtbare bodem, aldus Verhoeff.

Wiskunstenaar

Om die samenwerking bevorderen, zijn er tijdens de conferentie extra lange pauzes. Vaak is er ook een collaboratief kunstwerk, dat deelnemers tijdens de conferentie samen in elkaar zetten. Om ook mensen van buitenaf voor de connectie tussen wiskunde en kunst te enthousiasmeren is er daarnaast een Family Day, met openbaar toegankelijke activiteiten voor het algemene publiek. En er komt een expositie.

Voorgaande jaren heeft Verhoeff daar al eens werken voor ingestuurd, maar dan wel voornamelijk van zijn vader, Koos Verhoeff, die ook wiskunstenaar was. Deze conferentie – die hij net vóór zijn pensioen naar Eindhoven wist te halen - ziet hij als kans om het werk van zijn vader weer in de publiciteit te brengen. “Misschien in de vorm van een aparte expositie met Nederlandse wiskunstenaars, waaronder mijn vader en bijvoorbeeld Rinus Roelofs, die doet ook geweldig mooie dingen.”

Eindhovense invloeden

Dat is niet het enige Eindhovense tintje dat deze editie zal krijgen. Vanuit verschillende hoeken kreeg Verhoeff het verzoek om aandacht te besteden aan Dick de Bruijn, voormalig hoogleraar van de TU/e. “Toen hij naar de TU/e kwam was hij al een hoogleraar in de zuivere wiskunde. Hij maakte de bijzondere overstap naar de toegepaste wiskunde, op een universiteit die nog geen naam had. Dat was nogal wat.” In de optiek van Verhoeff was De Bruijn een van de laatste universele wiskundigen, maar relevanter voor de conferentie is dat hij in 1954 M.C. Escher aan het grote internationale publiek voorstelde en daarnaast ook  geïnteresseerd was in de relatie tussen wiskunde en kunst.

Het onderzoek naar De Bruijn in aanloop naar de conferentie, heeft Verhoeff naar eigen zeggen ook een beetje historicus en archeoloog gemaakt. Zo ging hij op zoek naar werken van de hoogleraar, waaronder het Dak van Wieringa, een kunstwerk dat in het voormalig hoofdgebouw hing (nu Atlas). “Het dak is vernoemd naar een student, Rob Wieringa, van wie het idee kwam. De theorie erachter, van De Bruijn, kwam destijds als donderslag bij heldere hemel. Die is wiskundig zo mooi. Hij heeft er ook in samenwerking met werktuigbouwkunde voor gezorgd dat het kunstwerk er kwam.” Verhoeff wist het kunstwerk te traceren en het bleek meegenomen te zijn door de student naar wie het werk vernoemd was. “Ik mag het lenen voor de conferentie.”

Er zullen nog meer Eindhovense invloeden zijn tijdens de conferentie en wie weet wakkert dat ook de interesse vanuit de TU/e wat aan. Verhoeff: “Je loopt het risico dat kunst hier een beetje afschrikt, omdat het te emotioneel zou zijn. Het kan dus dat er niemand van de universiteit komt en iedereen denkt: ze zijn gek, ze doen maar. Dat zou alleen onterecht zijn. Want ik denk wel degelijk dat het voor heel veel mensen best aardig zou zijn om een kijkje te komen nemen.” Wie niet kan wachten, kan op de website van Bridges alle papers van de voorgaande edities vast lezen.

Voor studenten en medewerkers is de Bridges conferentie – bij aanmelding – gratis te bezoeken op de campus van 14 tot en met 18 juli. De eerste deadline voor algemene papers is al verstreken, maar wie bijvoorbeeld een korte paper of een kunstwerk in wil sturen, is nog op tijd. Alle informatie en deadlines zijn hier te vinden.

Deel dit artikel