- De universiteit
- 16/10/2024
Cultuurverandering aanstaande bij Chemical Engineering
Kritisch rapport van voormalig decaan Jaap Schouten vrijgegeven
Onder andere de bestuurscultuur, sociale veiligheid en het loopbaanperspectief zijn niet op orde in de faculteit Chemical Engineering & Chemistry, zo blijkt uit een rapport van Jaap Schouten. De voormalig decaan heeft vorig jaar onderzoek gedaan naar de situatie in de faculteit. Op verzoek van Cursor heeft de TU/e het rapport nu vrijgegeven. Een nieuw faculteitsbestuur moet de situatie verbeteren.
Het College van Bestuur zegt het rapport van Schouten “te hebben omarmd en het te gebruiken als startpunt voor de weg vooruit met de faculteit.” Schouten was van 2011 tot en met 2016 decaan bij de faculteit. Onlangs is Jos Keurentjes benoemd tot interim-decaan en Sham Moodliar tot directeur bedrijfsvoering. Het nieuwe faculteitsbestuur gaat de reeds in gang gezette veranderingen versnellen.
Schouten voerde zijn onderzoek in 2023 uit en leverde in datzelfde jaar nog zijn rapport op. Hij geeft aan in maart 2023 te zijn ‘benaderd door voormalig rector Frank Baaijens omdat het niet goed zou gaan met de faculteit CE&C’. In zijn verslag heeft hij het onder andere over het bestuur dat niet besluitvaardig is, onduidelijke rolafbakening, dat de faculteit een eilandje binnen de TU/e is, er onvoldoende carrièreperspectief is voor universitair docenten, en dat er sociaal onveilige situaties zijn. “Dit rapport is een hard oordeel over het bestuur en over de faculteit”, zo reflecteert voormalig vice-decaan Remco Tuinier. “Maar ik herken me er wel grotendeels in. Het leek me in ieder geval direct goed en nodig dat er verbetering zou komen.”
Ivo Filot van de faculteitsraad CE&C zegt dat de raad elementen van het rapport herkent, maar niet alles. “De bevindingen zijn objectief en herkenbaar, maar de raad constateert verdeeldheid binnen zijn achterban over de aanpak voor verbetering.” Waar de raad dan precies over twijfelt, vindt hij in dit stadium lastig om met de media te delen omdat hij het interne proces niet wil frustreren.
“Hetgeen de faculteitsraad wel heel hard ondersteunt is dat Erkennen & Waarderen veel te lang uitgebleven is en nog steeds uitblijft. We hebben hier een gigantische groep universitair docenten die normaal gesproken in een andere faculteit al lang een vervolgstap naar universitair hoofddocent hadden gemaakt.”
Opvolging
Schouten somt in het rapport een hele serie maatregelen op. Die gaan ondanks de stevige kritiek over sociale veiligheid vooral over het verbeteren van de bestuurscultuur en het bieden van loopbaanperspectief. Hij denkt dat het opstellen van vier teams - gericht op loopbaanontwikkeling, clustervormgeving, materialen in kaart brengen, en procestechnologie - daarbij zal helpen. In zijn oorspronkelijke planning zouden die begin dit jaar klaar moeten zijn geweest. Het huidige bestuur heeft echter een iets andere aanpak gekozen.
Laat me voorop stellen: ons perspectief is meer op de toekomst gericht dan op het verleden, maar niet ontkennend wat er gevonden is in het rapport
Op verzoek van Cursor heeft het CvB het rapport van Schouten recentelijk vrijgegeven. Het rapport is vrijgegeven zoals het geschreven is door Schouten, alleen de bijlage met namen van geinterviewden zijn uit privacy-overwegingen door de universiteit verwijderd en betrokkenen zijn op de hoogte gesteld van de openbaring van het rapport. De universiteit heeft zelf ook over het rapport geschreven op de eigen website.
“We hebben voor Jaap Schouten als onderzoeker gekozen omdat hij zeer goed bekend is met de faculteit, met de universiteit en het brede umfeld in Nederland, en omdat hij een breed draagvlak heeft in de faculteit”, zo laat het CvB weten. “Daarnaast kennen we hem als een kundige en empathische bestuurder met grote analytische vaardigheden. Verder werkt hij sinds 2019 niet meer voor de TU/e waardoor hij onafhankelijk kon opereren.”
Jos Keurentjes, recent aangestelde decaan van de faculteit CE&C: “Laat me voorop stellen: ons perspectief is meer op de toekomst gericht dan op het verleden, maar niet ontkennend wat er gevonden is in het rapport. We nemen het heel serieus, net als het College van Bestuur. Er is werk aan de winkel.”
Clusters
Keurentjes laat weten dat er voor een iets andere route gekozen is dan Schouten beschreef. “Er komen vier clusters die ervoor gaan zorgen dat de faculteit beter aansluit bij de maatschappelijke uitdagingen van nu en de toekomst. De nieuwe clusternamen zijn nog niet in beton gegoten, maar de thema’s zijn: sustainability/circularity, energy, health en hightech. Ook over de personele verschuivingen zijn we nog niet uit. Sommige mensen hebben hun voorkeuren al uitgesproken, anderen hebben die (nog) niet en dat is ook ok. Mensen weten ons te vinden om hun input te geven.”
Sham Moodliar, recent aangestelde directeur bedrijfsvoering bij de faculteit CE&C: “Wat we willen zeggen met deze nieuwe clusters is ‘blijf je bezighouden met wetenschap, maar verlies de maatschappij niet uit het oog’. Wat heeft die maatschappij nodig? Wat kun jij bijdragen met je wetenschappelijke kennis?” Keurentjes knikt. “Vroeger keek je waar je werk je naartoe zou kunnen leiden. Nu moet je je werk laten leiden door de thema’s die in de maatschappij spelen.
Sign of the times
Hoogleraar organische chemie Bert Meijer draait al lang mee in de faculteit en kan zich een grote reorganisatie in de faculteit herinneren die mensen destijds wellicht wat bang heeft gemaakt. “Dat was rond 2011/2012. Er zijn toen verschillende goede stafleden ontslagen. Het is niet raar dat mensen zoiets dan graag willen vermijden. Dat heeft geleid tot capaciteitsgroepen die individueler aan de slag gingen en minder als één faculteit. Daarna zijn er nog verschillende besturen geweest, alle met de beste bedoelingen, maar de noodzakelijke samenhorigheid is helaas niet teruggekeerd.”
Meijer ziet dat er veel dingen beter kunnen, maar geeft ook aan dat er veel goed gaat. “De faculteit is gewoon erg succesvol. Er worden veel promovendi opgeleid in belangrijke vakgebieden, ERC, NWO en industriële grants binnengehaald en de faculteit heeft veel KNAW-leden.”
Meijer denkt dat de twee verschillende stromingen binnen de faculteit - Chemie en Chemische Technologie - ook zorgden voor een patstelling. “Chemie is eerder gericht op een academische carrière, Chemische Technologie meer op een bedrijfscarrière. De stafverhouding tussen die twee is daardoor ook verschillend, hetgeen terecht schuurt.”
Maar hij denkt niet dat het alleen hieraan ligt. “Overal in de maatschappij is er momenteel gedoe, onrust. Van Rusland-Oekraïne, Amerika, het Midden Oosten tot hier in Nederland en op de universiteit.” Hij refereert aan het boek ‘The Fourth Turning’ van historici Strauss en Howe dat volgens hem een analyse biedt van de huidige situatie.
“Zij zien cycli in de wereld van tachtig à honderd jaar met vier momenten van verandering. Van een crisis, in drie fasen van wederopbouw en een oplopend individualisme zijn we weer terug in een crisis omdat een sterk verdeelde maatschappij een echte crisis niet aankan. Zij voorspellen dat de huidige crisistijd rond 2030 zal oplossen. Er moet dus wel eerst echt iets heel ergs gebeuren voor mensen hun individualisme kunnen parkeren om samen te werken aan een oplossing. Tegelijk hoop je dat zo’n crisis bij ons meevalt en we eerder tot inzicht komen.”
Het nieuwe bestuur van de faculteit is niet van plan te wachten tot 2030. Er wordt al hard gewerkt aan de nieuwe structuur. Jos Keurentjes, nieuwe decaan bij de faculteit leest dat ‘de faculteit zich in zijn eigen bubbel heeft teruggetrokken’. “Dat lijkt gebeurd zonder dat mensen het echt in de gaten hadden. Maar we moeten daar nu wel uit komen. De nieuwe clusterstructuur moet zorgen voor minder versnippering en een betere aansluiting op de buitenwereld.” Het bestuur wil daarmee zowel meer onderdeel worden van de TU/e-gemeenschap, maar ook beter aansluiten op wat de maatschappij nodig heeft. “Scheikunde heeft misschien niet meer het positieve imago van vroeger, maar zit wel in het hart van de maatschappelijke transities. Daar werkten we al wel aan, maar lieten we onvoldoende zien. Dat willen we nu beter gaan doen.”
Zowel Keurentjes als Moodliar hebben de afgelopen tijd met veel mensen uit alle lagen van de faculteit gesproken. “We merkten dat het loopbaanperspectief onduidelijk is. Daar gaan we middels een concreter PI-model aan werken.”
Sociale veiligheid
Op de vraag of het bestuur ook verbeteringen in petto heeft voor de sociale veiligheid zegt directeur bedrijfsvoering Sham Moodliar: “We denken dat de bevindingen rond sociale onveiligheid een resultaat zijn van de situatie van toen. En het gebrek aan loopbaanperspectief heeft tot onzekerheid geleid. Bij onzekerheid kan je (sociale veiligheids)issues krijgen. Als we nu de bestuurscultuur en het loopbaanmodel verbeteren, kunnen die gevoelens ook verbeteren”, zo verwacht hij.
Geen vice-decaan meer
Voormalig decaan Kitty Nijmeijer herkent zich in de hoofdzaken uit het rapport. “Ik heb daar graag een stap in willen maken als decaan. Juist het rapport van Jaap heeft gemaakt dat ik ervoor gekozen heb om akkoord te gaan met de verlenging van mijn aanstelling als decaan ad interim in de zomer vorig jaar. Ik heb het afgelopen jaar een aantal stappen kunnen zetten zoals het proces naar en start van clustervorming en formulering PI beleid/carrièreontwikkeling. Tegen de zomer realiseerde ik mij echter ook dat voor de fase die nu voor ons ligt, een decaan met andere vaardigheden en expertise nodig is. Dat is de reden geweest dat ik aan het CvB aangegeven heb dat ik het stokje wilde overdragen, in het belang van de faculteit.”
Schouten adviseert in zijn rapport om geen vice-decaan meer te benoemen in de faculteit. Voormalig vice-decaan Remco Tuinier - die nog altijd als hoogleraar binnen de faculteit werkt – kan zich iets voorstellen bij dat advies. “Die vice-decaan is er deels voor meer binding met de faculteit. Als je nu kiest voor twee bestuurders en vier clusterleiders, dan is dat ook een optie om die binding te houden.”
Het advies om geen vice-decaan meer te hebben is voor Keurentjes en Moodliar een optie. Op de website van de faculteit staat momenteel geen vice-decaan meer. “Formeel is Emiel Hensen nu vice-decaan. Het maakt mij niet uit of het bestuur na deze fase met of zonder vice-decaan opereert”, zegt Keurentjes. “Voor nu is het belangrijk dat hij er wel nog is, als een stukje historisch perspectief aan tafel. Maar het kan zijn dat het bestuur uiteindelijk bestaat uit een directeur bedrijfsvoering en een decaan en dan als een soort verlengde van het bestuur die vier clustervertegenwoordigers.”
Werkdruk en financiële druk
Tuinier is uiteindelijk vrijwillig gestopt als vice-decaan in het vorige bestuur. “Na het lezen van dit rapport voelde ik onvoldoende steun om nog door te gaan. Bovendien liep mijn periode af.” Hij heeft wel veel nagedacht over de oorzaken van de problemen. “De faculteit kent een heel hoge werkdruk. Dan heb je vanzelf minder oog voor het geheel.”
“In het rapport wordt gevraagd om een cultuurverandering, waar ik het mee eens ben", vervolgt Tuinier. "Maar ik miste een beetje hoe dat dan zou moeten, evenals hoe de werkdruk verlaagd kan worden en de financiële inbedding binnen de universiteit verbeterd kan worden. Want ook dat is naar mijn mening iets dat indirect een voedingsbodem kan zijn van werkdruk en daarmee individualisme.”
Verdeling van het geld gaat nu bij alle faculteiten op basis van ECTS en promotiebonussen. Het zou helpen om bij de financiële verdeling rekening te houden te houden met de kostenverschillen tussen de faculteiten
Tuinier laat cijfers (2023) zien uit de BI-portal. “Kijk, veel minder dan de helft van de eerstegeldstroom gaat naar de faculteiten. We laten als faculteit kwalitatief zeer goede resultaten zien, zowel in onderzoek als onderwijs, maar er is hierdoor ook veel werkdruk en onze labs zijn duur. In de prognoses zie je dat we in de min gaan komen. Faculteiten met geavanceerde faciliteiten (labs, apparatuur) als onder andere ASPE, BMT en CE&C hebben nou eenmaal hoge basiskosten. Verdeling van het geld gaat nu bij alle faculteiten op basis van ECTS en promotiebonussen. Het zou helpen om bij de financiële verdeling rekening te houden te houden met de kostenverschillen tussen de faculteiten.”
Verandering omarmen
Moodliar: “Jos en ik zijn specifiek aangenomen om dit veranderproces te versnellen. Mijn ervaring is dat mensen verandering willen, maar zich er tegelijk ook tegen verzetten. Ze weten wat ze niet willen, maar weten tegelijk niet wat ze wel willen. Er is hiervoor al een poging gedaan om te veranderen, maar die is nog niet volledig geslaagd. Wij als nieuwelingen kunnen wellicht voorkomen dat oude dingen in een nieuw jasje worden gestoken, we komen immers niet uit die oude situatie. Tegelijk is er geen garantie dat iedereen hierna plots blij is, dat is zeldzaam en heeft tijd nodig.”
Zowel Moodliar als Keurentjes kijken positief naar de toekomst van de faculteit. “Ik verwacht dat de veranderingen en de verfrissing in aanpak weer nieuwe energie zullen geven en dat werkt ongetwijfeld ook positief op het welzijn van de mensen binnen de faculteit.”
Het College van Bestuur zegt in ieder geval veel vertrouwen te hebben in de nieuwe leiding van de faculteit. “We zijn zeer tevreden dat er nu een nieuw, sterk faculteitsbestuur is dat, met dit rapport als onderlegger, voortvarend aan de slag is gegaan. We hebben er alle vertrouwen in dat deze opdracht bij dit faculteitsbestuur, in verbinding met de gehele faculteit en universiteit, in goede handen is.”
Wat we willen zeggen met deze nieuwe clusters is ‘blijf je bezighouden met wetenschap, maar verlies de maatschappij niet uit het oog’
Discussie