Gay aan de TU/e nu zichtbaar okay

Een terugblik op de LHBTIQA+ emancipatie

Het is Diversity week en dat zul je zien ook. Er wappert een regenboogvlag, de rode kleur van de TU/e logo’s is veranderd in regenboogkleuren en als het donker is, geven de letters bovenop Vertigo licht in een regenboogpatroon. Dat is wel eens anders geweest. We geven een terugblik op de emancipatie van homoseksuele TU/e’ers.

Een van de eerste openlijk homoseksuele personen op de TU/e, was Jan de Graaf. Hij overleed zeer recent op 82-jarige leeftijd, waarop deze twee mooie In Memorias verschenen.  

Veel wiskundigen kennen hem. Hoewel hij stotterde gaf hij graag college en genoot ervan om humorvolle speeches te houden. Toen Jan de Graaf in 2007 met pensioen ging, was hij nog lang niet klaar met de TU/e. De hoogleraar in het CASA-cluster van Mathematics and Computer Science kon de wiskunde niet loslaten en kwam nog jarenlang dagelijks naar de TU/e. Collega Mark Peletier vertelt dat hij een vaste plek had op de zevende verdieping in MetaForum, in de kamer die aan gasten en emeriti plaats biedt.

Jan de Graaf is pionier bij de emancipatie van de homoseksuele gemeenschap van Eindhoven en de TU/e, destijds Technische Hogeschool. Hij kijkt in 2018 terug op zijn ervaringen als homoseksuele man aan de TU/e. In het blad Supremum van GEWIS, de studievereniging van Mathematics and Computer Science, schrijft hij ‘The very short history of gay life at TU/e’. In de jaren zestig is hij een actieve student bij een katholieke én een atheïstische groep. ‘Er werd daar niet gesproken over gay seks, behalve in vaag gefluister wanneer een medestudent door zelfdoding om het leven gekomen was.’

Na de uitvinding van de anticonceptiepil in 1968 kwam de heteroseksuele revolutie snel op gang, maar duurde de media-attentie voor homoseksualiteit nog minstens vijf jaar. In de tweede helft van de jaren zeventig ontstond de TH-homogroep. De Graaf schrijft dat daar vijftien studenten in zaten en twee of drie medewerkers, die samen discussieerden over boeken of films. Bij de faculteit Technische Wiskunde ging het om twee studenten en één staflid.

Uit De kleine encyclopedie van de TU/e

‘In november 1967 wordt een teach-in over sexualiteit gehouden, waarbij niet zozeer de medische aspecten aan de orde komen maar juist de ethische. Voorafgaand kunnen studenten kijken naar de film ‘Seks is overal’ van Kees Brusse. Het forum na afloop kent een zware bezetting: een studentenpsycholoog, een moraaltheoloog, een arts en een antropoloog bijten zich vast in het onderwerp.’

Gebrek aan interesse maakt dat de TH-homogroep niet langer dan vijf jaar bestaat.
Tien jaar later richt een vrouwelijk pastor van het Humanistisch Verbond ‘1 op Tien’ op, schrijft De Graaf. Rector Van Lint stelde voor om deze groep niet te financieren, maar dat is toch gebeurd, noteert De Graaf. Hij was bij de oprichtingsvergadering en bij de opheffingsbijeenkomst in 2006.

De Graaf noemt twee belangrijke organisaties buiten de TU/e: COC en Roze Driehoek. Met betrekking tot die laatste geeft hij nog een aardige anekdote. Een mannelijke student zat, gekleed in jurk en met hoge hakken, met enorm lange breinaalden van een bol roze wol (met een doorsnede van wel een halve meter) een trui te breien terwijl hij college gaf. Een ontgroeningsgrapje ten behoeve van het lidmaatschap bij Roze Driehoek. Het baarde weinig ophef.

1 op Tien

In 1991 werd 1 op Tien opgericht. Over het eerste lustrum van 1 op Tien verscheen een verslag in Cursor. Gezelligheid en informatie stonden in de eerste vijf jaar voorop. De groep is niet groot, tien tot vijftien mensen bezoeken de bijeenkomsten. 1 op Tien beseft dat het percentage homoseksuelen binnen de TU/e-gemeenschap mogelijk lager ligt dan tien.   

Programmamanager Ludo van Meeuwen herinnert zich van 1 op Tien dat de lunches die ze organiseerden 'rechts onder in de kelder van Atlas verstopt zaten'. Hij was tussen 2001 en 2008 student Techniek en Maatschappij (de voorloper van Innovation Sciences) en Human Technology Interaction en kwam in die periode uit de kast. “De stichting bloedde dood en de redenering was dat de studenten elkaar wel zouden kunnen vinden via digitale middelen.” In 2006 werd de stichting opgeheven, zoals Jan de Graaf al meldde.

Grijs verleden

“Tussen 2006 en 2017 was er geen officiële LHBT-groep bij de TU/e, wat natuurlijk niet betekent dat er helemaal niets was”, zegt hoogleraar Alexander Serebrenik. “Studenten gingen dan meer richting COC kijken.”

Een van hen was Bor de Kock, nu hoofddocent cryptologie aan de Noorse technische universiteit NTNU. 'Bij het COC was ik vrijwilliger op jongerenkampen en zo. Ik kan me niet herinneren dat daar echt een aanbod was voor mensen in de studentenleeftijd. Destijds heb ik dat niet echt als een gemis ervaren. Bij GEWIS, bij mijn dispuut en bij de cultuurverenigingen was er een groot queer milieu zonder dat daar een aparte club voor was.'

Achteraf gezien denkt De Kock dat hij er best wat aan had gehad zou hebben als het er wél was geweest. 'Hier bij NTNU ben ik wel actief binnen het netwerk voor LHBT+-collega's en zing ik in een queer koor, en merk ik dat ik daar toch wel echt meerwaarde uit haal.' Zelf kwam de informaticastudent op de middelbare school al uit de kast en had daarom misschien op de TU/e geen grote behoefte aan een gay-netwerk. 'Maar voor mensen die tijdens hun studietijd achter hun identiteit komen en daar iets mee willen is zo'n netwerk echt heel belangrijk', mailt hij.

Onzichtbaar

Het was een periode waarin het aanvoelde als dat er een don’t say, don’t ask-mentaliteit heerste, zegt Van Meeuwen. “Het voelde niet fout, maar inclusiviteit was zo onzichtbaar. Er hing geen regenboogvlag op de campus, zal ik maar zeggen.”

Serebrenik en Van Meeuwen zetten in 2017 de schouders onder een nieuw initiatief. “We wilden iets betekenen voor de studenten -nationaal en internationaal- die met hun seksualiteit worstelen.” Op Coming Out Day, die sinds 2009 in Nederland jaarlijks op 11 oktober plaatsvindt, peilden ze de belangstelling met een inlooplunch bij De Zwarte Doos. “Stonden er opeens 25 man voor m’n neus. De behoefte was er dus wel, want we hadden er niet veel ruchtbaarheid aan gegeven vooraf. We bespraken ter plekke welke problemen de deelnemers opgelost wilden zien. Het kwam vooral neer op meer zichtbaarheid en onzekerheid van de LGBTHIQ+-gemeenschap. Studenten vroegen zich in collegebanken wel eens af ‘ben ik hier nou de enige homo?’ en ze wilden weten waar ze naartoe konden met problemen.”

Een kompas

De werknaam van de stichting die na 11 oktober 2017 het licht zag was LGBTU/e. Dat werd snel daarna Compass. Van Meeuwen legt eerst uit waarom Compass geen vereniging is. “Een vereniging heeft leden en lid worden kan een drempel zijn. Een stichting is vrijblijvender.” De naam Compass kwam voort uit een wedstrijd. “De slogan is ‘Follow your true direction’. En in deze naam zit die eigen richting, maar ook houvast én het is een technisch instrument.”

De stichting organiseert activiteiten waarbij elkaar leren kennen vooropstaat. Samen borrelen, Glow samen lopen, Coming Out Day vieren. Ook de door Studium Generale vertoonde themafilm Girl, over een transgender, kreeg een inleiding door een transman die actief was bij Compass. Het eerste lustrum vierde ze met een expositie over de strijd van transpersonen.

Geen Gaybrapad

Het hoogtepunt van de zichtbaarheid van de gay-community was ironisch genoeg toen het Gaybrapad niet gerealiseerd werd, in 2021.

Hoewel het Gaybrapad dus niet ‘geopend’ werd, was er wel nagedacht over de bijbehorende activiteit. Van Meeuwen: “We vonden dat het meer verdiende dan een oploopje op een donderdagmiddag met een borrel voor tien man. En zo is het idee ontstaan om een hele Diversity Week te organiseren, waarvan dat gaybrapad slechts een onderdeel was.” De week kwam er wel, het pad dus niet.

In plaats van een regenboogzebrapad, uit te voeren met de gewonnen TU/e Diversity Fund Award, kwam er uiteindelijk een soort regenboogtraploper voor Atlas. Voor de gekleurde matten er lagen, was er behoorlijk wat reuring. Het College van Bestuur bood een kleurrijk alternatief met regenboogtafels, waarvan er in middels een stuk of vijftien op de campus staan, nu ook met witte en bruine planken.

Continuiteit

Compass bruist momenteel niet van energie. De website lijkt niet up to date. Navraag leert dat de stichting momenteel bezig is met het opzetten van een nieuw bestuur. “We zijn op zoek naar mensen die niet alleen deel willen uitmaken van het bestuur, maar ook van evenementencommissies om te helpen een meer inclusieve campus te creëren’, zegt universitair hoofddocent Bjorn Baumeier, sinds kort als medewerker lid van het Compass-bestuur. “Ik denk dat Compass belangrijk is voor de TU/e”, zegt hij. “Hoewel er de afgelopen jaren veel positieve stappen zijn gezet om een veilige en inclusieve universiteit te creëren, is de realiteit in de dagelijkse activiteiten verre van perfect. We moeten er nog steeds naar streven om allemaal samen beter te worden.”  

Een huidig bestuurslid, PhD-kandidaat Flip van Spaendonck, is dat helemaal met hem eens. “Het verbaasde me dat de TU/e dit jaar tijdens de Pride-maand (juni) geen Pride-vlag voerde. Aangezien ik zelf net terug was uit Texas, waar ik op meerdere overheidsgebouwen Pride-vlaggen had gezien, liet dit een wat zure smaak achter in mijn mond. Het jaar daarvoor moesten we de TU/e er persoonlijk aan herinneren om de Pride-vlag uit te hangen.”

Het kan zijn dat dat verleden tijd is. Deze Diversity Week is binnen, buiten en in de lucht te zien dat iedereen uit de LHBTIQA+ gemeenschap zich thuis mag voelen. Het TU/e-logo op het Koeveld heeft tweezijdig een sticker in regenboogkleuren opgeplakt gekregen. Het logo binnen heeft een hoes in regenboogkleuren. In de lucht hangt een uitgebreide regenboogvlag en op het dak van Vertigo hebben de letters van Lumo verschillende kleuren.

De secretaris van het College van Bestuur die de Diversity Week maandag opende, vindt zichtbaarheid ook heel belangrijk. “Het actief laten zien van symbolen rondom de LHBTIQA+ gemeenschap blijft nodig op onze campus. Met een vlag, de gekleurde picknicktafels of een regenboogpad laten we zien dat we diversiteit omarmen”, aldus Erik van der Geer-Rutten-Rijswijk in interview op de TU/e-homepage over zijn eigen coming out.

Deel dit artikel