Een baby krijgen als promovendus: kan gewoon
"Je privéleven hoeft niet op pauze als je promoveert"
Zes baby’s in twee jaar tijd. Dat is de hoeveelheid kindjes die het levenslicht hebben gezien in de vakgroep Fysische Chemie. En er is er nog eentje op komst. Waar de meeste promovendi toch lichtelijk stressen over of ze hun onderzoek wel in de gestelde drie of vier jaar afkrijgen, voelen deze mensen zich vrij genoeg om hun kinderwens in vervulling te laten gaan. Hoe komt dat? En wat kan de universiteit doen om meer promovendi en postdocs met een kinderwens te ondersteunen?
Als Cursor aanschuift bij promovenda Lisette Wijkhuijs (30) thuis, staat de babyfoon op tafel. Af en toe een brabbelend geluidje van dochter Emma tekent de mamadag die Wijkhuijs eens per week heeft. “Ik zwem dan in de ochtend met haar en geniet daar erg van.”
In oktober 2020 begon ze aan haar PhD-traject, sinds juli 2022 parttime. "Ik doe onderzoek naar energieopslagmaterialen en dan vooral in de vorm van warmte en daarnaast houd ik me bezig met onderwijsontwikkeling vanwege de nieuwe bachelor in onze faculteit. Daardoor liep alles al een beetje uit en nu met een zwangerschap nog wat meer, maar dat is ok.” Op 17 april 2024 is de kleine Emma geboren.
Labwerk als struikelblok
Promovenda Laura van Hazendonk (29) is hoogzwanger als we haar spreken. Over een week start haar verlof en dan mag ze haar zoontje bijna ontmoeten. Als je zwanger bent mag je vanwege de veiligheid het lab niet meer in. Dat kan voor enige vertraging zorgen als je vrouw bent en je nog in je labfase zit.
Van Hazendonk: “Ik doe experimenteel onderzoek en ontwikkel inkt op basis van grafeen voor het printen van elektronica. Daar komt ook wel wat labwerk bij kijken. Dat is alleen meer in de eerste jaren van mijn promotietraject aan de hand geweest. Nu schrijf ik vooral, dus heb ik minder last van die beperking. Als je wel zwanger wordt in de eerdere fase van je promotietraject zijn er nog altijd opties, bijvoorbeeld als je samenwerkt met een masterstudent die de labtaken tijdelijk kan overnemen. Maar het schrijven is wel een grotere uitdaging omdat je niet even snel nog een (controle)experiment kan uitvoeren.”
Ook Wijkhuijs had hiermee te maken. “Ik mocht het lab niet meer in, maar had een student die wel labwerk mocht doen. Daardoor kon ik schrijven. Met een beetje hulp van anderen is mijn PhD in goede banen geleid. Daardoor voelde het niet alsof alles op pauze stond.”
Rolmodellen
Een kindje willen is geen lichtzinnige overweging.“Ik dacht wel dat ik een kindje wilde, al had ik ook zo mijn twijfels", zegt Van Hazendonk. "Die gingen meer over het moment. Mijn partner snapte goed dat de impact op mij groter zou zijn en steunde me. Collega Mark Vis heeft me ook kunnen helpen bij de afweging omdat hij het proces natuurlijk al twee keer doorlopen had en vanuit zijn meer ‘senior’-positie ook advies kon geven over de timing en impact op mijn carrière.”
Van Hazendonk miste wel vrouwelijke rolmodellen met kinderen: “De vrouwen op de uni die ik kende met kinderen waren vaak al ud, uhd of hoogleraar. Zij die het ‘al gemaakt hadden in de wetenschap’ hadden de kindjes pas op latere leeftijd dan ik gekregen. Dat zet je toch aan het denken. Het zou fijn zijn ook meer rolmodellen te zien die net als ik tijdens hun promotietraject een kindje krijgen.”
Het zou fijn zijn ook meer rolmodellen te zien die net als ik tijdens hun promotietraject een kindje krijgen
“Ik heb altijd al geweten dat ik kinderen wil”, zegt Wijkhuijs. “Ik ben sinds 2014 samen met mijn huidige man. Het is vooral lastig dat je geen voorbeelden hebt; er zijn bijna geen promovendi die kindjes krijgen. Hooguit een enkele man, maar het is heel anders als je als vrouw een kindje krijgt. Dan kan je als vrouw niet meer in het lab werken, als man wel. En als ik zou wachten tot na mijn PhD ben ik alweer 31. Dan moet je nog wachten tot je een vast contract hebt. En dan weet je ook niet of zwanger worden direct lukt, dus misschien ben je dan 33 of 34 als je de eerste krijgt. En wij willen graag nog een kindje. Het komt nooit uit, dus ga er maar gewoon voor.”
Keuzes maken
Ud Mark Vis (36) heeft twee dochters gekregen in de afgelopen jaren. “Janneke is nu 2 en Sietske is 1.” Hij houdt zich bezig met complexe mengsels van colloïden, polymeren en macromoleculen.
“Ik heb zeker nagedacht over de consequenties van kinderen krijgen als wetenschapper”, zegt Vis, “maar de meeste dingen merk je pas echt in de praktijk. Ik begon in 2016 in de vakgroep als postdoc. In 2019 werd ik ud en in 2022 kwam mijn eerste kindje. Ik was dus wat later dan Laura en Lisette en had al een vaste aanstelling, maar toch. Je denkt zeker aan de consequenties voor je carrière, maar ik vind mijn gezin gewoon belangrijker dan alles uit mijn carrière halen.”
Vis is daardoor extra gelukkig met zijn papadag. Toch ziet hij ook dat met een dag vrij de hoeveelheid werk niet minder wordt. “Er blijft gewoon veel te doen, je hebt niet opeens minder promovendi te begeleiden of minder onderwijs te geven als je een dag minder gaat werken. Dat leidt tot hardere keuzes maken in wat je wel en niet doet. Langetermijndingen zoals beursaanvragen lijden er als eerste onder. Al het andere heeft onmiddellijke prioriteit, zoals colleges voorbereiden en promovendi begeleiden. Maar ik krijg goede support van mijn baas, die staat achter me en vindt mijn keuze logisch.”
‘Het’ vertellen
Wijkhuijs: “Het was heel fijn dat ik binnen de groep het gevoel kreeg dat een zwangerschap geen probleem was. Ik vond het best spannend om te vertellen dat ik zwanger was. Ik stond in mijn eentje in zijn kantoor. Je voelt toch wat spanning omdat je weet dat het eigenlijk nooit uitkomt. Maar als je zag hoe enthousiast Remco reageerde toen ik zwanger was ... het voelde direct als een feestje.”
Vreugde
Aan alle betrokkenen is gevraagd wat een kind je brengt of wat je denkt dat het zal brengen. Bij die vraag kwam steevast een brede glimlach op het gezicht. “Emma maakt me gewoon intens gelukkig”, lacht Wijkhuijs. “Het is alles wat ik had gedacht en meer. Ze werd geboren en alles klopte ineens. Alsof we altijd al iets misten en nu niet meer. Ze zorgt voor ontzettend veel geluk en vreugde, ondanks dat je af en toe ook zorgen hebt.”
“Mijn twee kindjes geven me heel veel blijdschap”, straalt Vis. “Je leert jezelf kennen; wat vind ik moeilijk en wat vind ik leuk? Daarnaast is het zo mooi om hun enthousiasme voor kleine dingen te zien. Ja, ze geven me echt veel blijdschap en voldoening.”
Van Hazendonk kan het zich voor nu slechts inbeelden, maar denkt dat het je leven een andere betekenis zal geven. “Het is nu nog een beetje abstract, maar ik denk dat het gewoon heel mooi is om een minimens te mogen zien opgroeien.”
Advies aan andere promovendi
Natuurlijk weet niemand die een kindje wil, of het hem of haar ook gegeven is. Dat speelde ook mee in de beslissing om te gaan proberen bij Van Hazendonk en haar partner. “De huisarts vermoedde dat ik misschien PCOS heb. Dan nemen de kansen om zwanger te worden af naarmate je ouder wordt. En ik wil hierna nog een postdoc doen. Dat duurt vaak één of twee jaar: al helemaal niet ideaal voor een zwangerschap. Dus toch maar gewoon nu.”
Van Hazendonk denkt dat het zou helpen als een baby krijgen tijdens je promotraject meer genormaliseerd wordt. “Ik denk sowieso echt dat het gewoon kan. Een promotietraject duurt jaren en ik deed het sowieso al parttime wegens mijn politieke activiteiten voor GroenLinks. Ik zie ook de voordelen daarvan: een peer review duurt nog steeds even lang, of nu je parttime of fulltime werkt. Ik verlies eigenlijk minder tijd op dat moment.”
“Ik zou een zwangerschap niet adviseren in het eerste jaar van een PhD als het nog zo experimenteel is”, zegt Wijkhuijs. “Maar in het derde jaar kan het prima, zeker met een student erbij. En voer een goed gesprek met je begeleider. Misschien kun je bijvoorbeeld samen kijken naar het verbinden van een meer theoretisch aspect aan je project.”
Vis kreeg zijn eerste kind toen hij 34 was. “Achteraf gezien had ik graag eerder kinderen gekregen. Dat is om allerlei praktische redenen niet gebeurd, maar het lijkt me wel heel leuk. Dus voor de jongere promovendi nu: overweeg het als je er allebei klaar voor bent. Op jongere leeftijd ben je nog wat flexibeler en ga je wat beter op minder slaap”, lacht hij.
“Ik heb er in ieder geval echt geen spijt van dat ik tijdens mijn promotietraject een kindje heb gekregen”, zegt Wijkhuijs. “Het weerhoudt me ook niet om het af te maken. En als ik opnieuw aan m’n PhD zou beginnen, zou ik het gewoon weer zo doen.”
Flexibiliteit en begrip
Van Hazendonk heeft net als haar collega’s flexibiliteit en begrip ervaren in haar onderzoeksgroep. “Ik heb me niet de hele zwangerschap top gevoeld, dus dat begrip was heel fijn.” Tijdens haar zwangerschap kwam ze in contact met een aantal promovendi van andere faculteiten die ook kinderen hebben gekregen tijdens hun promotietraject. “Het gebeurt dus wel meer, dat blijkt. Ik vond het heel leuk om die ervaringsverhalen te horen.”
“De support die ik voel komt voort uit de sfeer in de groep”, merkt Vis op. Ik denk dat de vakgroepleider daarop veel invloed heeft. Hij (Remco, red.) heeft zelf ook kinderen, dat helpt. Dan is er al snel meer begrip voor de turbulente tijd waar je in terecht komt als je een kind krijgt. Een keertje extra vrij nemen of thuiswerken omdat een kind ziek is hoort er nou eenmaal bij. Maar het is niet altijd ideaal, college moet in principe wel doorgaan. Gelukkig heb ik een partner en doen we het samen.”
Remco Tuinier staat aan het hoofd van de vakgroep Fysische Chemie. In zijn vakgroep wordt door de leden dus zeker de vrijheid gevoeld om hun kinderwens te volgen. Spreekt Tuinier hier wel eens over met collega’s van andere vakgroepen? “Niet echt TU/e-breed. Wel met de WP’ers van de andere groep hier bij mij op de gang. En daar merk ik wel dat men er hetzelfde over denkt. Er zijn hier veel jonge ouders op de gang.”
Bij eerdere werkgevers heb ik wel gehoord dat er werd gezegd als vrouwen zwanger waren dat dat niet het juiste moment was, dat het niet handig uitkwam. Maar het komt nooit uit
Maar hoe komt dat nou dat mensen die ruimte voelen? Hoe creëer je die sfeer? “Misschien helpt het hoe ik zelf in dit onderwerp sta. Ik heb zelf ervaren dat het vervullen van een kinderwens een uitdaging kan zijn. En bij eerdere werkgevers heb ik wel gehoord dat er werd gezegd als vrouwen zwanger waren dat dat niet het juiste moment was, dat het niet handig uitkwam. Maar het komt nooit uit.”
“Als leidinggevende vind ik goed werkgeverschap belangrijk. Geef ruimte en vrijheid aan mensen, dan floreren ze het beste. Ik vind het minder interessant om te focussen op of mensen op de universiteit steeds hard aan het werk zijn. Liever kijk ik naar de output. Ik hoop gewoon dat mensen de ruimte voelen om hun werk en privéleven te combineren op een manier die bij hen past. Als ze zich daarbij goed voelen denk ik dat ze het beste presteren.”
Tuinier merkt wel zorgen bij promovendi dat ze hun proefschrift niet in de gestelde tijd kunnen opleveren. “Die zorgen probeer je weg te nemen door duidelijk de verwachtingen te communiceren en even de helikopterview te gebruiken: waar staan we nu en wat moet er nog, op hoofdlijnen. Dat vinden ze vaak wel fijn.”
Fijner klimaat
Hoe zou de universiteit een fijner klimaat kunnen creëren voor promovendi of postdocs die graag een kindje willen? Wijkhuijs: “We waren in 2021 in Grenoble om experimenten uit te voeren. Toen hebben Remco, Mark, Laura en ik het gehad over hoe we staan tegenover kinderen krijgen als promovendus. Iedereen vond dat het gewoon zou moeten kunnen. Je leven hoeft niet op pauze als je een PhD doet. Het is ook maar een baan.”
Voor Van Hazendonk zou het helpen als er meer duidelijkheid rondom de regels, je rechten en de mogelijkheden komt. “Neem de zestien weken zwangerschapsverlof betaald door het UWV. Als je zwangerschap midden in de experimentele fase plaatsvindt, heb je misschien meer vertraging dan je zwangerschapsverlof. Wat gebeurt er dan? Die onzekerheid wegnemen zou heel fijn zijn. Want ik snap tegelijkertijd ook dat het voor de universiteit heel lastig is als een begeleider bijvoorbeeld maar één Veni grant heeft. Dan heeft hij geen geld om je contract te verlengen.”
Uiteindelijk is het contract van Van Hazendonk zonder problemen met zestien weken verlengd. “Maar het zou fijn zijn als dat al eerder geregeld kan worden. Remco vertelde me dat HR dat altijd een paar weken voor het aflopen van het contract verlengt. Maar dat zou net na het einde van mijn zwangerschapsverlof geweest zijn. Dat geeft zoveel onzekerheid in dat verlof, niet ideaal als je afhankelijk bent van dit inkomen, voor een baby moet zorgen en niet weet of je erna nog een baan hebt. Daar heb ik wel even aan moeten trekken om dat eerder dan gebruikelijk al bevestigd te hebben. Maar het zou helpen als daar dus proactief in mee gedacht wordt.”
Je kunt je ouderschapsverlof pas aanvragen als het kindje geboren is, maar je wilt dat juist al vroeg regelen, want als het kindje is geboren heb je andere dingen aan je hoofd
Wijkhuijs: “Toen ik net zwanger werd, wilde ik alles goed regelen, maar dat was best lastig. Ik had behoefte aan een lijstje met wat er allemaal moest, maar dat was er niet echt. Je kunt je ouderschapsverlof pas aanvragen als het kindje geboren is, maar je wilt dat juist al vroeg regelen, want als het kindje is geboren heb je andere dingen aan je hoofd.”
“Soms gaan procedures wat stroef”, herinnert universitair docent Vis zich nog goed. “Mijn ouderschapsverlof van mijn eerste kindje zou gaan overlappen met mijn nieuwe geboorteverlof (van zijn tweede kindje, red.), dus ik wilde dat eerste pauzeren omdat die tweede een korte houdbaarheidsdatum heeft, maar dat kon niet omdat het ouderschapsverlof al was in gegaan. Dat zou anders moeten kunnen, want je hebt gewoon recht op die regelingen. Misschien komt het niet zoveel voor en is het systeem er (nog) niet op berekend. De verlofregelingen zijn ingewikkeld en zouden duidelijker en gebruiksvriendelijker kunnen …”
Babykleding doorgeven
Het krijgen van meerdere baby’s in dezelfde groep in korte tijd heeft ook onverwachte voordelen: babykleding en -spullen kunnen worden doorgegeven. Vooral Van Hazendonk die nu een kindje krijgt heeft daar profijt van. “Van Mark heb ik veel babyspullen kunnen overnemen. Van een voormalig postdoc kreeg ik heel veel babykleding, en van haar kreeg ik ook nog een co-sleeper.” Ze lacht. “Dat is nu een vakgroep co-sleeper, haha. Die ging van een uhd, naar een postdoc en nu naar mij. Ik heb eigenlijk bijna niks nieuw hoeven kopen hierdoor. En Mark kwam alle spullen naar me brengen omdat wij geen auto hebben. Het tekent de sfeer in onze groep en daar ben ik heel blij mee.”
Discussie