“Richtlijn protesten UNL niet in lijn met het demonstratierecht”
Het internationale demonstratierecht krijgt altijd voorrang
Op meerdere universiteiten hebben de afgelopen weken pro-Palestijnse demonstraties plaatsgevonden. In reactie daarop publiceerde Universiteiten van Nederland (UNL) een richtlijn voor protesten. De TU/e stelde al eerder eigen regels op. In die richtlijn en regels staan echter punten die niet in lijn zijn met het internationale demonstratierecht, stelt Amnesty International. “Een rechter zou die punten buiten beschouwing laten.”
Het is druk in ‘demonstratieland’, weet Marjolein Kuijers. Als beleidsmedewerker demonstratierecht bij Amnesty International monitort ze de situatie wat betreft het recht op protest. Daarvoor is ze aanwezig bij demonstraties om waar te nemen of het demonstratierecht goed wordt gewaarborgd, maar spreekt ze ook met activisten en afgevaardigden van lokale overheden en Binnenlandse Zaken.
Kort geleden bracht ze ook een bezoek aan de TU/e. Niet om een demonstratie bij te wonen, maar om het College van Bestuur(CvB) bij te praten over de reikwijdte van het demonstratierecht op universiteiten. “We werden benaderd door leden van het CvB, omdat ze daar vragen over hadden. Ik heb ze hetzelfde verhaal verteld als wat er in ons statement Demonstreren op Overheidsinstellingen staat. Ik vind het positief dat een universiteit contact zoekt om meer helderheid te krijgen over wat de kaders zijn bij protesten.”
Wat wilde het CvB weten?
“Wat de universiteit wel en niet kan doen. Dat is ook niet zo gek. Er is best wat druk – met name vanuit de politiek – om op te treden. Het is goed als een universiteit zich wil informeren om daar een weerwoord op te kunnen geven.”
Hebben jullie het ook gehad over de regels met betrekking tot protesten die de TU/e in november vorig jaar opstelde?
“Nee, die hebben we niet in detail doorlopen.”
Staan er punten in dat protocol die niet in lijn zijn met het demonstratierecht? Hoe zit het bijvoorbeeld met demonstraties, die volgens de regels niet langer mogen duren dan afgesproken?
“Het demonstratierecht kan ingeperkt worden op een aantal gronden. Een protest dat langer duurt dan afgesproken staat daar niet bij. Het is misschien vervelend als dat gebeurt, maar je moet toch kijken of het noodzakelijk is om in te grijpen, of dat op een proportionele manier kan en of dat een van de legitieme belangen dient, zoals de bescherming van de volksgezondheid. Ook ‘serious inconvenience’ wordt in het protocol genoemd, dat is geen reden om een demonstratie in te perken. Het is best kwalijk dat dat erin staat, want elk protest brengt hinder met zich mee, anders is het geen goed protest. Of het nou lawaai is, dat je er niet langs kunt of het simpelweg irritant vindt, dat hoort erbij.”
Ook UNL publiceerde kortgeleden een richtlijn voor protesten, wat vind je daarvan?
“Laat ik voorop stellen dat het op zich goed is dat universiteiten regels opstellen, omdat dat duidelijkheid geeft. Daarbij moet ik wel de kanttekening plaatsen dat die regels niet in moeten gaan tegen het demonstratierecht. Het is een mensenrecht, dus dat is wat uiteindelijk leidend moet zijn. Vreedzame demonstraties moeten veel ruimte krijgen. Ik zag wel dat er in de richtlijn best veel aandacht is voor de dialoog. Dat is heel belangrijk.”
Staan in de richtlijn ook punten die niet in lijn zijn met het demonstratierecht?
“Om er een voorbeeld uit te pikken: het bezetten van een gebouw wordt in de richtlijn niet toegestaan. Dat kan een universiteit vinden en het is misschien ook logisch voor een universiteit om dat te willen, maar het gaat wel in tegen het demonstratierecht. Het Europese Hof is er heel duidelijk over dat dat echt heel breed geïnterpreteerd moet worden. Daar vallen ook blokkades, ontregelende acties en bezettingen onder. Het feit dat de universiteit zegt dat het niet mag, is niet voldoende. Het is een beetje hetzelfde als wat er gebeurt op de A12 met Extinction Rebellion. Ja, onder normale omstandigheden is het bezetten van een snelweg strafbaar, maar op het moment dat je dat doet in de context van een demonstratie – net zoals het bezetten van een gebouw – moet daar ruimte voor zijn, mits het vreedzaam gebeurt.”
“Universiteiten moeten er niet van uitgaan dat enkel het overtreden van huisregels reden genoeg is om in te grijpen in een protest of dat te verbieden. Zo gemakkelijk ligt het niet. In de meeste gevallen verlopen demonstraties probleemloos en is er geen noodzaak om in te grijpen of extra regels op te stellen.”
Wat is de waarde van zo’n richtlijn als het Europees recht iets anders zegt?
“Dat is een goede vraag. Het heeft niet géén waarde, want het is wel zo dat de universiteit uiteindelijk tot op zekere hoogte beslist over wat er op de campus gebeurt. Op het moment dat er voor de universiteit een grens overschreden wordt dan kan die de politie inschakelen en aangifte doen van bijvoorbeeld erfvrede- of lokaalvredebreuk. Dan gaat de burgemeester kijken of er opgetreden moet worden en of de politie dus overgaat tot ontruimen. Maar ook dan geldt dat als er sprake is van enkel lokaalvredebreuk, dat niet genoeg reden is om in te grijpen bij een vreedzaam protest.”
“Daar gelden strenge regels voor. Het moet voldoen aan een van de legitieme belangen die in de Wet Openbare Manifestaties, en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) staan. Voorbeelden daarvan zijn het voorkomen van wanordelijkheden, het beschermen van volksgezondheid en de rechten en vrijheden van anderen. Dan moet het ingrijpen wel noodzakelijk en proportioneel zijn. Een universiteit mag zeggen: nu is het welletjes. Dat weegt mee, maar het is niet de enige factor die invloed heeft op het besluit van de burgemeester om in te grijpen of niet.”
Stel: de universiteit grijpt in bij een bezetting, omdat in de richtlijn staat dat dat niet is toegestaan. Wat gebeurt er dan als achteraf blijkt dat het volgens het demonstratierecht niet proportioneel was?
“Dat zijn langdurige processen. Het kan betekenen dat op het moment dat de opdracht om te ontruimen als onrechtmatig wordt beoordeeld, de aanhoudingen die eruit voort zijn gekomen anders beoordeeld moeten worden. Het Europees hof kijkt ook naar wat de oorsprong van geweld is. Als demonstranten zich verdedigen tegen onrechtmatig politiegeweld dan moet dat meegewogen worden. Dat betekent niet dat demonstranten meteen vrijuit gaan, maar het speelt wel mee. Het feit dat studenten door de richtlijn weten wat de regels zijn, speelt ook mee. Maar als je kijkt naar de richtlijn, dan creëren sommige regels wel een tricky situatie.”
“Er staat bijvoorbeeld in dat het (bij wet) niet is toegestaan om gezichtsbedekkende kleding te dragen, maar tegelijkertijd schrijft het demonstratierecht voor dat je anoniem deel moet kunnen nemen aan een protest. Zeker in het huidige klimaat waarin studenten repercussies hebben ondervonden van universiteiten na demonstraties, en als je ziet hoe er ook bij de UvA is opgetreden tegen demonstranten, dan is het niet gek dat mensen anoniem deel willen nemen aan protesten. Daarnaast moeten we echt waakzaam zijn dat we mensen met gezichtsbedekkende kleding niet meteen wegzetten als relschoppers of raddraaiers. Het feit dat ze die kleding dragen betekent niet dat ze ook over grenzen gaan, ook al is het formeel bij wet niet toegestaan. Als het uiteindelijk voor een rechter komt dan kan ik me ook niet voorstellen dat die een boete oplegt aan een vreedzame demonstrant, alleen voor het dragen van gezichtsbedekkende kleding.”
Bij de rechter heeft het demonstratierecht in die situatie dus meer gewicht dan de regels van de TU/e en UNL?
“Het recht op demonstratie is wat geldt, omdat het volgt uit internationale verplichtingen die Nederland is aangegaan. Op de punten waar de protocollen in strijd zijn met dat recht, zijn ze ‘niet geldig’ en kun je ze bijna buiten beschouwing laten. Dat is wat een rechter zou doen, omdat we met zijn allen hebben afgesproken dat de verdragen voorrang hebben boven nationale wetgeving en lagere regelgeving, zoals de protocollen.”
Maar een demonstrant moet om zijn of haar recht te halen wel eerst zelf naar de rechter stappen?
“Er zijn verschillende situaties. Als je als demonstrant aangehouden wordt, kan je een klacht indienen. En als een protest dat niet is aangemeld bij de gemeente beëindigd wordt door de burgemeester dan kun je die beëindiging aanvechten.”
Wanneer het bij de rechter komt is de demonstratie alleen al wel beëindigd.
“Ja, dat is het vervelende bij demonstratierecht. Je ziet dat bijvoorbeeld gebeuren bij identiteitscontroles van vreedzame demonstranten – daar heeft Amnesty ook een rapport over gepubliceerd. Kort gezegd mag de politie geen ID vorderen van mensen die vreedzaam demonstreren. Als er verder niks aan de hand is dan is er geen reden om hun gegevens in het systeem te registreren. Maar het gebeurt wel. Dat is soms het frustrerende van mensenrechtenwerk. Je hebt op papier rechten, maar in de praktijk worden die nogal eens geschonden en zal je acties en beslissingen aan moeten vechten om je gelijk te krijgen.”
Het is best voor te stellen dat het voor een universiteit moeilijk is om de juiste afwegingen te maken bij protesten, vooral als het gaat om een bezetting. Als de universiteit de demonstranten uiteindelijk toch vraagt om te vertrekken en demonstranten daar geen gehoor aan geven, wat is dan proportioneel ingrijpen?
“Er spelen allerlei dingen een rol. Bij een bezetting moet je bijvoorbeeld kijken naar wat voor ruimte het is die demonstranten bezetten. Wordt die gebruikt? Wordt de normale gang van zaken ernstig verstoord? Bij de TU/e konden bij een eerdere bezetting mensen volgens mij prima ergens anders vergaderen dan in die specifieke ruimte. Er was een vergelijkbare casus waarbij het Europese Hof tegen bestuurders zei: ga maar ergens anders zitten. Er spelen ook omstandigheden mee zoals hoe die studenten daar zitten: richten ze schade aan of zitten ze er gewoon? Het ligt er ook aan of je er drie dagen of drie weken zit. Boeren in Litouwen blokkeerden bijvoorbeeld meerdere dagen drie grote verkeersaders. Het Hof vond dat nog steeds beschermwaardig protest. Na meerdere dagen werd ingrijpen proportioneel, onder andere omdat het hele land was platgelegd en mensen onevenredige last ervaarden.”
Als de universiteit twijfelt over hoe om te gaan met een protest, wie moeten ze dan bellen?
“Mij (lachend, red.). Of Amnesty. Maar ook de burgemeester zou dit moeten weten. Maar het allerbelangrijkste is de dialoog aangaan. Zeker nu er zoveel wantrouwen is ontstaan hoe er in het algemeen bij studentenprotesten is opgetreden door universiteiten. Het zou goed zijn als universiteiten hun uiterste best doen om het vertrouwen te herstellen bij studenten. En toch vooral studenten blijven zien als bezorgde burgers die zich uitspreken over een conflict. Een verschrikkelijk conflict. Zeker op een universiteit zou dat moeten kunnen. Mijn advies is: blijf vooral dat gesprek opzoeken en denk niet vanuit mogelijke middelen om in te grijpen en repressie, maar probeer demonstranten juist te zien als vreedzaam – woedend en gefrustreerd – maar wel vreedzaam. En behandel ze dan ook zo.”
Reactie UNL en TU/e
De richtlijn van UNL is een bundeling van al bestaande huisregels van universiteiten die tot stand zijn gekomen in overleg met de lokale medezeggenschap, licht woordvoerder Ruben Puylaert desgevraagd toe. “Het is een combinatie van huisregels en de wet. Dat hebben we gebundeld om duidelijkheid te bieden aan alle studenten en medewerkers.” UNL heeft de richtlijn laten toetsen door juristen en het Openbaar Ministerie, zegt Puylaert. Onlangs uitten de vakbonden hun zorgen over de richtlijn. In een brief aan UNL stellen zij dat die naar hun idee ‘niet in lijn is met het internationaal erkende en vastgelegde demonstratierecht.’ Die zorgen neemt de UNL serieus, aldus de woordvoerder. “Daar gaan we met de bonden over in gesprek. Er staat nog geen concrete afspraak, maar we komen regelmatig met ze samen om het over de CAO te hebben, dus dan zal de richtlijn ook ter sprake komen. Maar, zoals ik al zei: er is goed naar gekeken.”
Woordvoerder van de TU/e Ivo Jongsma laat schriftelijk weten dat bij de totstandkoming van het manifestatieprotocol zorgvuldig te werk is gegaan: ‘Het protocol is in nauw overleg en met volledige steun met de universiteitsraad opgesteld en meerdere juristen hebben eraan meegewerkt. De universiteitsraad heeft ook formeel ingestemd met het protocol. We benadrukken in het protocol dat we zoveel mogelijk ruimte geven aan manifestaties en terughoudend zijn met opleggen van beperkingen. We volgen de huidige discussie over de landelijke richtlijn nauwgezet. Mochten daar nieuwe inzichten uitkomen die nopen tot een wijziging van de landelijke richtlijn, dan gaan we bezien of er ook wijziging van ons manifest nodig is.’
Discussie