- De universiteit
- 07/03/2024
"Van het mannen-imago komen we moeilijk af"
Een tijdlijn over vrouwenemancipatie op de TU/e
Op deze Internationale Vrouwendag staat Cursor stil bij de vrouwenemancipatie op de TU/e. Sinds de eerste vrouwelijke student zich inschreef in 1957 is er veel veranderd. Tijd om terug te blikken én vooruit te kijken, want er mag dan veel winst geboekt zijn: we zijn er nog niet.
Lopend door de wandelgangen van de universiteit zou je het niet meteen zeggen. Technische opleidingen en instellingen zijn weliswaar nog niet helemaal van hun it's-a-mans-world-imago af, maar het aandeel vrouwelijke en mannelijke studenten lijkt op het eerste gezicht haast gelijk. De laatste cijfers van ingeschreven studenten geven een genuanceerder beeld. Daaruit blijkt dat op dit moment 72 procent van alle studenten ingeschreven staat als man en 28 procent als vrouw. Het percentage vrouwen is de afgelopen drie jaar niet gestegen.
Toch is het aantal vrouwelijke studenten sinds de oprichting van TU/e sterk gegroeid. Voor deze Internationale Vrouwendag heeft Cursor een tijdlijn samengesteld om stil te staan bij de resultaten omtrent vrouwenemancipatie op de universiteit en wellicht nog belangrijker: wat de TU/e nog te doen staat.
De eerste student
De eerste vrouwelijke student was negentien jaar toen zij zich inschreef in 1957 voor de opleiding elektrotechniek aan de toenmalige Technische Hogeschool Eindhoven (THE). Haar naam: Henny van der Leeden, dochter van een natuurkunde hoogleraar en latere rector magnificus P. van der Leeden. In 2006 gaf zij in het Eindhovens Dagblad (ED) een interview over haar studietijd. Daarin vertelt ze dat ze na het behalen van haar propedeuse na anderhalf jaar stopte met de opleiding. “Ik werd verliefd en had mijn hoofd er niet meer zo bij. Ik ben ook nooit zo ijverig geweest. Ik vond het ook niet redelijk dat ik bleef studeren, terwijl mijn broers ook graag wilden. Want het kostte veel geld.”
Later werkt Van der Leeden bij Phillips als programmeur, tot haar ontslag tijdens de roemruchtige operatie Centurion, een grote reorganisatie bij het bedrijf. Haar hele afdeling verdwijnt. Het heeft haar veerkrachtig gemaakt. Daarna ging ze aan de slag als medisch journalist, gespecialiseerd in diabetes en de hersenaandoening ME.
De eerste ingenieurs
In 1963 behaalde de eerste vrouw een ingenieursdiploma aan de universiteit, blijkt uit de kleine TU/e Encyclopedie. Rita Blom-Fuhri Snetlage volgde haar opleiding deels in Eindhoven en deels in Delft. De eerste vrouw die de volledige opleiding tot ingenieur volgde in Eindhoven was Els de Vaan-Bruinsma in 1966. In het archief van TH Berichten, de krant die in september 1986 werd omgedoopt in Cursor (gelijktijdig met de omdoping van de THE in de TU/e), is te lezen hoe ze haar diploma krijgt in een overvolle zaal met belangstellenden, waar ze namens haar hele lichting een dankwoord uitspreekt. Ook haar vrouw-zijn wordt aangestipt.
Het is niet altijd een voordeel studente te zijn, al wordt dat door de herenstudenten vaak verondersteld. Een ongunstige tentamenuitslag wordt ons hoogstens met een omhaal van fraaie bewoordingen meegedeeld, wat verder aan het resultaat niets afdoet.
Andere eerste vrouwen
Vier jaar later promoveert Wil Visscher als eerste vrouw aan de THE met het proefschrift ‘An electrochemical and optical investigation of the anodic oxygen film on platinum’. In 1959 werd zij al benoemd tot wetenschappelijk ambtenaar van de universiteit. Als medewerker van hoogleraar Hoogland was ze betrokken bij het ontwikkelen van colleges en de opbouw van het elektrochemisch practicum. Tot haar pensioen bleef ze verbonden aan de faculteit Scheikundige Technologie.
Andere vrouwelijke wetenschappers volgden later. Zo werd Helga Fassbinder in 1976 als eerste vrouw in de TU/e-geschiedenis tot hoogleraar benoemd. In 2006 werd Mary Fanett Wheeler (University of Texas) de eerste vrouwelijke eredoctor van de universiteit. En in 2023 kreeg de universiteit met Silvia Lenaerts haar eerste vrouwelijke rector magnificus.
Ik vind het straf dat ik nog steeds de eerste vrouw ben, en ik zal hard werken om nog meer vrouwen te inspireren om ook verantwoordelijke rollen op te nemen.
In een interview met Cursor zei Lenaerts: “Ik vind het straf dat ik nog steeds de eerste vrouw ben, en ik zal hard werken om nog meer vrouwen te inspireren om ook verantwoordelijke rollen op te nemen. Toen ik na mijn studie Chemie begon met werken, was ik de eerste vrouw. Gedurende mijn carrière ben ik vaak de eerste of enige vrouw geweest. En nu weer.”
Uit de meest recente cijfers in het personeelsbestand van de TU/e blijkt dat er op dit moment 44 vrouwelijke hoogleraren on payroll zijn. Daarnaast zijn er 34 vrouwelijke universitair hoofddocenten en 138 vrouwelijke universitair docenten on payroll.
Dolle Mina’s in de Senaatszaal
Wie het over vrouwenemancipatie heeft, kan niet om de Dolle Mina’s heen. Deze feministische actiegroep streed in de jaren 70 voor gelijke rechten voor vrouwen. Op 12 mei 1970 waren ze op de campus. Met hun kinderen kwamen ze de senaatszaal binnen, die tot de nok toe gevuld zat. Niet enkel om te demonsteren, maar vooral om hun steun te betuigen tijdens de promotie van Jan Blom.
In zijn proefschrift benadrukte Blom het belang van de Dolle Mina’s vanwege het protocol voor vrouwen tijdens promoties. Vrouwen moesten een rok met wit vest en een witte das dragen. Vaak werd er überhaupt geen aandacht besteed aan vrouwelijke promovendi. “Beide mogelijkheden vormen een bevestiging van het bestaansrecht van de actie Dolle Mina's”, las zijn conclusie, vermeld in het archief van het blad De Tijd.
Speciale behandeling
Dat het aandeel vrouwen op de TU/e is gestegen, is mede te danken aan de diverse studievoorlichtingen en wervingsinitiatieven, specifiek gericht op vrouwen. De eerste voorlichting stamt uit 1985 en werd opgezet door rector magnificus F.N. Hooge. Deze plannen resulteerde in de THEA Studeert Techniek-dagen (kortweg THEA-dagen.)
Het blijkt een groot succes als een jaar later meer dan zevenhonderd meisjes op bezoek komen. Er is zelfs een wachtlijst nodig met nog driehonderd andere geïnteresseerden, valt te lezen in de kleine encyclopedie. De THEA-dagen worden tot begin jaren negentig georganiseerd. Een exclusieve pré-intro voor vrouwen, die gelijktijdig was opgericht, was minder succesvol: vrouwen wilden geen aparte behandeling.
Niet proportioneel
Kritiek op een aparte behandeling van vrouwen was er ook op het meest recente initiatief om meer vrouwelijke wetenschappers naar de universiteit te trekken. In 2019 haalde de TU/e het nationale nieuws met het beleid dat de universiteit vacatures voor wetenschappelijk personeel uitsluitend openstelt voor vrouwen. De maatregel was een onderdeel van de Irène Curie Fellowship (ICF).
Een jaar later werd het programma stilgelegd, omdat het College voor de Rechten van de Mens (CRM) oordeelde dat de aanpak niet proportioneel was. Desondanks bleek het een succes: 35 nieuwe vrouwen werden aangesteld op diverse wetenschappelijke posities. Een verdubbeling, waardoor 25 procent van de gehele wetenschappelijke staf in een mum van tijd uit vrouwen bestond.
Daarna wordt het programma hervat in een andere vorm, waarbij eerst wordt gekeken naar de bestaande man-vrouwverdeling. Als het percentage vrouwen onder de 35 procent is, dan wordt de vacuture opgenomen in het programma. Het programma loopt in ieder geval nog tot dit jaar.
Chief Diversity Officer Evangelia Demerouti was nauw betrokken bij het opzetten van het programma. Toen het CRM een zaak begon tegen het programma vond ze het spannend ‘in een positieve zin’. Het was volgens haar een hele ethische kwestie. “Op papier kan je geen groepen uitsluiten, daarom is het beleid afgekeurd. Tegelijkertijd waren ze positief over het behartigen van belangen van achtergestelde groepen, in dit geval vrouwen. Uiteindelijk heeft het CRM ons ook geholpen met hoe we het wél kunnen aanpakken.”
Demerouti hoopt dat het programma verlengd wordt. “Alleen al vanwege de symbolische aard van het programma zou het een stap achteruit zijn als de universiteit ermee stopt.” Volgens Demerouti zou het funest zijn voor de man-vrouwverdeling op de universiteit. “Als je daarmee stopt, dan geef je het signaal af dat vrouwenemancipatie minder belangrijk is geworden.”
Klaar in 400 jaar
In een rapport van het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren (LNVH) wordt een oproep gedaan voor een nieuwe impuls om de man-vrouwverhouding bij hoogleraren versneld gelijk te trekken. Op dit moment is die verhouding 72,3 procent mannelijke hoogleraren tegenover 27,6 procent vrouwelijke hoogleraren. Dit doet de organisatie samen met Athena’s Angels, een initiatief van vier hoogleraren met als doel om op te komen voor vrouwen in de wetenschap. In 2017 stelde de toenmalige minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap vijf miljoen euro beschikbaar om honderd vrouwelijke hoogleraren te benoemen. De impuls had effect, maar dat lijkt nu weg te ebben, volgens de initiatiefnemers.
Volgens de prognose van het LNVH zou een gelijke man-vrouwverdeling onder hoogleraren in het huidige tempo pas in 2045 worden bereikt. De initiatiefnemers zien dit liever in 2036 al behaald worden. “Om dat te bereiken moeten er de komende tijd tweehonderd extra vrouwelijke hoogleraren worden benoemd”, staat in het rapport. Het jaartal is niet zomaar uit de lucht komen vallen. Dan is het precies vierhonderd jaar geleden dat de eerste vrouwelijke student toegang kreeg tot een universiteit in Nederland, namelijk: Anna Maria van Schurman, die in 1636 studeerde aan de Utrechtse universiteit. Op dit moment liggen de gesprekken over een nieuwe impuls stil, vanwege het demissionair worden van het kabinet.
“De timing van het vallen van het kabinet was voor onze oproep zeer ongelukkig”, vertelt Lidwien Poorthuis, Managing Director van het LNVH. “De aandacht voor genderongelijkheid is er wel. Het momentum ook, dus zelfs zonder impuls gaan we voor pariteit in 2036.” Volgens Poorthuis is het grootste obstakel de vooroordelen die heersen in de wetenschappelijke wereld. “Het beperkte beeld van wat kwaliteit van wetenschap is, dat ene malletje waar iedereen in moet passen en waardoor je heel veel andersoortig talent buitensluit. Dat geldt niet alleen voor vrouwen, maar ook voor andere mensen die niet aan dit beeld voldoen. Er zitten nog altijd mensen met relatief veel macht op beslisposities, die niet aangesproken worden op of verantwoordelijk gehouden worden voor de impact van die vooroordelen. Daardoor houdt het systeem zichzelf ook in stand.”
Volgens Poorthuis moet de TU/e aan de slag met de instroomproblematiek van vrouwen. “De universiteit moet kijken in welke vijver ze vissen. Anders dan de niet-technische universiteiten hebben ze daarbij een andere aanvliegroute nodig. Eigenlijk begint het al op de basis- en middelbare school. Daar heersen al vooroordelen over vrouwen en technische opleidingen. Daar zou de universiteit naar moeten kijken. Net als hoe ze de kwaliteit van wetenschap definiëren en hoe ze hun eigen functieprofielen samenstellen. Daarnaast is het de taak, net als bij elke andere universiteit, om de cultuur inclusiever te maken, want anders stroomt iedereen die je binnenhaalt weer uit.”
Transitie
Wie de laatste streefcijfers van de TU/e omtrent gendergelijkheid erbij haalt, ziet dat de universiteit voor een flinke opgave staat. Zo wil de universiteit dat 35 procent van de universitair docenten in 2025 een vrouw is. Voor universitair hoofddocenten is dat 30 procent en voor hoogleraren 25 procent . Daarnaast streeft de universiteit naar een aandeel van 30 procent vrouwelijke studenten. Op dit moment is alleen het streefcijfer voor vrouwelijke universitair docenten gehaald.
Evangelia Demerouti ziet zichzelf nog zitten als beginnend Chief Diversity Officer in 2017. Enkel met de hulp van een parttime collega, zette ze diversiteit in de breedste zin van het woord op de agenda. “We hebben hard gewerkt om de man-vrouwverhouding minder scheef te maken.” Daarbij doelt Demerouti op het Irène Curie Fellowship, maar ook op wat ze om zich heen ziet gebeuren. “Ik zie nu allerlei mensen die zich bezighouden met diversiteit en inclusie. Ik ben niet meer in mijn eentje hiermee bezig. Er wordt volop aandacht aan besteed. Dat vind ik zo mooi om te zien.”
Toch valt er nog genoeg te doen. “We hebben veel vrouwen binnengehaald, maar dat is niet het hele verhaal: ze moeten natuurlijk ook blijven. Vrouwen vertrekken nog wel eens, omdat ze het idee krijgen dat ze alleen zijn aangenomen vanwege hun vrouw-zijn. Er valt dan ook nog wat te winnen door het creëren van een omgeving waarin ze eerlijk behandeld worden en zich welkom voelen. Die erkenning en waardering kan beter. Daar hebben leidinggevenden een verantwoordelijkheid in: die moeten een veilige omgeving creëren en hen stimuleren om hun eigen weg te vinden.” Demerouti heeft samen met collega’s een online training ontwikkeld om inclusieve en empowering leiderschap te trainen. Deze training is vanaf medio maart vrij te volgen.
Maar die verantwoordelijkheid moet gevoeld worden op elk niveau binnen de hiërarchie van de universiteit. “We moeten ervoor zorgen dat processen als selectie, onboarding, promotie en evaluatie eerlijker verlopen. Natuurlijk moet je als vrouw met drie kinderen anders geëvalueerd worden dan een man van zestig.”
Demerouti hoopt daarom dat nog meer mensen op de universiteit zich met dit onderwerp gaan bezighouden. Eerder pleitte ze al voor diversiteitambassadeurs bij iedere faculteit. Dat kwam niet van de grond, omdat elk vakgebied in een ‘andere realiteit leeft’. Nu doet ze het nog een keer: “Het vergroten van de diversiteit en inclusiviteit kan alleen als er meer mensen zijn die zich bezighouden met de implementatie van het beleid. Het zou niet aan mijn aanwezigheid moeten liggen of er gepraat wordt over diversiteit en inclusie.”
Toch is Demerouti ook voorzichtig over de snelheid waarop vrouwen in academische posities meer erkenning en waardering krijgen. “We zitten in een transitie, er zit beweging in, mensen merken dat diversiteit belangrijk is voor het functioneren van een team, dat een strakke hiërarchie en bureaucratie de diversiteit niet goed doet, maar het gaat gestaag. Van het mannen-imago in academica komen we vooralsnog moeilijk af.”
Bekijk hieronder een video over vrouwenemancipatie op de TU/e.
Discussie