Na 30 jaar vertrekt mister Cursor Han Konings
“Ik ben vergroeid met de TU/e”
Cursor-hoofdredacteur Han Konings hoefde maar een uurtje over de campus te lopen om met een trits verhaalideëen terug te komen. Na 30 jaar vertrekt hij. Konings zag studenten met Cursor in de collegebanken zitten en ontdekte het belang van de digitale Cursor in coronatijd. “Een goed en onafhankelijk medium heeft grote waarde voor een universitaire gemeenschap.”
Toen Han Konings in 1994 als eindredacteur begon bij universiteitskrant Cursor, was de TU/e niet de dynamische omgeving die het nu is. “Er gebeurde hier weinig. Het was een ingedutte boel", blikt Konings terug tijdens een gesprek in de Zwarte Doos. Als hij in die tijd een hoogleraar op zijn werkkamer spreekt, valt het hem op dat de muur vol barsten zit.
Konings was als alfa-man in een bèta-omgeving aanvankelijk een vreemde eend in de bijt. In 1989 studeerde hij in Nijmegen af in de Algemene Literatuurwetenschappen. Voordat hij in Eindhoven aan de slag ging, werkte hij eerst nog vier jaar bij een vakbladuitgeverij in Nijmegen. “Het was in die tijd moeilijk om aan werk te komen. De uitgever vond het interessant om iemand met een universitaire titel aan boord te hebben, dat stond goed in het colofon", lacht Konings. “Ik heb bladen gemaakt voor de videobranche en de buitenreclamesector. Een hele aparte wereld.”
Flink aanpoten
In zijn eerste baan leert Konings naar eigen zeggen te improviseren, snel te schakelen en een netwerk op te bouwen. Vaardigheden die hem bij Cursor van pas zouden komen, want de kleine redactie moet alles zelf doen om wekelijks een papieren krant uit te brengen. “Als eindredacteur was het flink aanpoten. Stukken schrijven en redigeren. En omdat we nog geen email hadden, liep ik met een harddisk naar de eigen drukkerij in het Hoofdgebouw om de digitale bestanden van de krant te brengen", vertelt Konings. Ook de bakken met Cursor-kranten die destijds over de hele campus stonden, werden door de redactie zelf geregeld.
Toenmalige hoofdredacteur Fred Gaasendam was er vroeg bij met de digitalisering van Cursor. “Wij hadden in 1995 al een website. Dat zag er nog allemaal niet uit, maar Cursor was wel online aanwezig.” Ook op papier bleef Cursor zich ontwikkelen. Konings voert een restyling door, waarbij de krant van A4-formaat naar tabloid gaat. Een verbetering, vond Konings, “maar studenten waren niet allemaal blij met het grotere formaat, want dan konden ze in de collegezaal het blad niet meer in een studieboek leggen om ongezien Cursor te lezen.”
Wij hadden in 1995 al een website. Dat zag er nog allemaal niet uit, maar Cursor was wel online aanwezig
Omdat Gaasendam volop bezig was met de digitale ontwikkeling van Cursor, droeg Konings als eindredacteur de verantwoordelijkheid voor de papieren krant. Toen Gaasendam in 2011 werd benoemd tot Hoofd Communicatie van de TU/e, was het logisch dat Konings de nieuwe hoofdredacteur werd van Cursor.
Wie de papieren Cursor van weleer nog eens bekijkt, ziet het werk van een vakman. De krant bood een gevarieerd aanbod van nieuws, interviews, columns en cartoons. En wie wat verder teruggaat in de tijd, treft ook nog het menu van de Mensa aan. Wetenschappers, medewerkers en studenten konden niet zonder.
De krant stond nooit stil. En passant timmerde Konings ook nog een magazine voor alumni in elkaar. Eerst Matrix geheten, daarna Slash. De rode draad van veel veranderingen vat Konings kort samen: “Minder budget, meer werk.” Door de voortschrijdende digitalisering komt in 2018 de laatste Cursor uit op papier. Sindsdien is de universiteitskrant ‘web only', in Nederlands en Engels, dat wel, want de internationalisering zette ook door.
Het artikel waar Konings met de meeste voldoening op terugkijkt is een interview met Hans van Duijn, die van 2005 tot 2015 rector magnificus was. “Van Duijn was een macher. Hij zag het foutlopen met de motivatie en het studiegedrag op de TU/e. Hij wilde als rector de studenten weer in het gareel krijgen, ze wat peper in hun reet stoppen. Het onderwijs moest serieuzer worden genomen, vond hij. Daar ging dat interview over, en dat had nogal wat impact.”
Een plek voor generalisten
De kritische analyse van Van Duijn slaat in als een bom. Tijdens een discussiedag georganiseerd door Studium Generale wordt het probleem diepgravend besproken. Het leidt uiteindelijk tot het opzetten van het Bachelor College. “Niet iedere student hoefde inhoudelijk de diepte in, vond Van Duijn. De TU/e moest ook een plek zijn voor generalisten of voor studenten die werden aangetrokken tot ondernemerschap.”
Deze verandering leidde ook weer tot kritiek en discussie. “Zo gaat dat in een academische omgeving. Sommigen waren bang dat de universiteit te oppervlakkig zou worden. Maar het heeft voor een stijgende instroom van studenten gezorgd. En als je naar de cijfers kijkt, was dat ook hard nodig.”
Ook trots is Konings op ‘het snelle schakelen’ in coronatijd. “We zagen al snel dat de lockdown een enorm probleem zou opleveren, vooral voor het onderwijs, dat halsoverkop online gegeven moest worden. Daar is heel hard aan gewerkt", vertelt Konings. “Iedere vrijdag zat ik in een Teams-call met het College van Bestuur. Waar zijn jullie mee bezig? Wat wordt er georganiseerd? Hoe wordt het uitgevoerd? Dat schreven we op. Diezelfde middag publiceerden we tweetalig om iedereen te informeren. De omstandigheden waren natuurlijk vreselijk, maar je zag het belang van Cursor, we waren dé bron voor de TU/e-gemeenschap. Bezoekersaantallen schoten omhoog. Dat geeft voldoening.”
Als ik over de balustrade van het Auditorium loop en naar beneden kijk, zie ik veel studenten met hun telefoon bezig, maar nooit zie ik iemand Cursor lezen
Zorgen zijn er ook, want die online bezoekers uit de coronatijd komen niet iedere dag terug. “Als ik over de balustrade van het Auditorium loop en naar beneden kijk, zie ik veel studenten met hun telefoon bezig, maar nooit zie ik iemand Cursor lezen. Ze gamen, luisteren naar Spotify of zitten op sociale media.”
De belangstelling van studenten bij het reilen en zeilen van de universiteit is steeds minder vanzelfsprekend, en dat heeft zijn weerslag op de bezoekersaantallen op de website van Cursor. “Vroeger lag de papieren Cursor overal in bakken. Studenten gristen er eentje mee voordat ze naar buiten liepen. Dat is Cursor kwijt. Cursor moet studenten naar zich toetrekken, daar is voortdurend aandacht voor nodig.”
In tegenstelling tot studenten voelt Konings zichzelf in de loop van de jaren juist steeds meer betrokken bij de TU/e. “Je staat als Cursor midden in de universiteit.” Maar helemaal onderdeel van het establishment wordt Konings nooit. "Als journalist moet je je onafhankelijkheid bewaren. Je bent waarnemer, als redactie heb je zelf geen mening", zegt hij. “Het is ook niet aan journalisten om oplossingen aan te dragen. Je constateert alleen problemen en doet daar verslag van. Aan de geïnterviewde vraag je natuurlijk wel hoe hij of zij denkt dat het beter kan.”
Een goed en onafhankelijk medium heeft grote waarde voor een universitaire gemeenschap
De journalistieke onafhankelijkheid van de universiteitsmedia in Nederland is essentieel, vindt Konings: “Een goed en onafhankelijk medium heeft grote waarde voor een universitaire gemeenschap. Als er misstanden zijn, moeten die aan de kaak gesteld worden.” Hij haalt de gebeurtenissen bij de TU Delft aan: “Universiteitsmedium Delta heeft een essentiële rol vervuld om de discussie binnen de Delftse instelling over het voetlicht te brengen.”
De klacht dat Cursor te negatief over de TU/e schrijft, schudt Konings van zich af: "Mensen ervaren kritische stukken soms als negatief. Maar in een academische omgeving moet je over zaken kunnen praten waar mensen het over oneens zijn. Bovendien, het is de taak van de universiteit om studenten een kritische geest te laten ontwikkelen. Cursor is een medium waar dat kritische debat kan plaatsvinden.”
Konings voelde zich als een vis in het water op de Eindhovense campus. “Als ik een uur over de campus had gelopen, had ik altijd vijf ideeën voor nieuwe verhalen. Dat maakte mijn werk heel leuk. Ik ben de afgelopen 30 jaar een echte TU/e-man geworden. Het viel mijn vrouw op dat ik altijd over ‘ons’ en ‘wij’ praat als het over de TU/e gaat. Ik heb altijd goed en leuk contact gehad met iedereen, van studenten en medewerkers tot hoogleraren en bestuurders.”
Jammer
Zijn veelbesproken vertrek leidde tot aandacht in landelijke kranten en zelfs Kamervragen. Konings wil er niet veel over kwijt. “Als hoofdredacteur moet je goed kunnen schakelen met het College van Bestuur. Ik heb altijd in gesprek proberen te blijven. Dat verwaterde. Dat is jammer.”
De man die zich in 30 jaar tijd ontpopte tot Mister Cursor, en per 1 mei officieel uit dienst gaat, had best nog wat langer willen blijven, maar toont zich gelaten. “De afgelopen periode heeft er eerlijk gezegd best wel ingehakt, maar het is wat het is”, zegt hij. Zijn vertrek heeft zijn verbondenheid met de universiteit niet aangetast. “Op het gebied van wetenschappelijk onderzoek doen we het gewoon hartstikke goed.”
Konings heeft het nog steeds over ‘we’. “Dat zal ook wel zo blijven. Ik ben vergroeid met de TU/e.”
Discussie