Vechten tegen stereotypes en vooroordelen
Promovendus Pingzhi Li vertelt over de problemen waar de Chinese gemeenschap op de TU/e tegenaan loopt
Na de Nederlandse nationaliteit is aan de TU/e de Chinese nationaliteit de grootste. In de berichtgeving over Chinese studenten en promovendi gaat het de laatste tijd steeds vaker over de vermeende dreiging die zij zouden vormen voor de kennisveiligheid. Tijd dus om ze zelf aan het woord te laten. Pingzhi Li, promovendus bij de faculteit Applied Physics en zelf afkomstig uit China, vertelt namens de Chinese gemeenschap op de TU/e over de problemen waar deze groep tegenaan loopt. Cursor sprak met hem over de stereotypes en vooroordelen die volgens hem een succesvolle integratie in de weg staan. “Veel Chinezen voelen zich een beetje eenzaam en buitengesloten.”
Ik ontmoette Li toen ik bezig was met het artikel over MagnEFi-ITN, een door de EU gesubsidieerd PhD-programma. Li is als promovendus aangesloten bij het programma en doet zijn onderzoek aan de TU/e-faculteit Applied Physics. Ik interviewde hem over zijn ervaring met het programma, maar we raakten niet uitgepraat en al snel verschoof het gesprek naar andere onderwerpen.
Toen hij ontdekte dat ik uit Tsjechië kwam, bracht hij me totaal van mijn à propos door Tsjechisch tegen mij te praten. Ook met zijn kennis van de (Oost-)Europese cultuur en geschiedenis blies hij me omver. Kennis waar menig Europeaan jaloers op zou zijn. Voordat hij op de TU/e werd aangesteld, studeerde hij in Rusland en België. Leren over de verschillende Europese culturen, over hun taal en geschiedenis was zijn hobby geworden, vertelde hij me enthousiast.
Later vertelde hij me ook iets verontrustends. Toen ik hem vroeg wat hij van plan was te gaan doen na zijn promoveren, zei hij dat hij waarschijnlijk terug naar China gaat. “Voor mensen met een Oost-Aziatische achtergrond zoals ikzelf kan het heel lastig zijn om in Nederland een leven op te bouwen, zonder in te boeten op belangrijke aspecten zoals het aanknopen van vriendschappen met locals en het opbouwen van een goede carrière.” Toen ik hem een paar dagen later vroeg of hij me er meer over wilde vertellen, reageerde hij snel: “I would be honored to present my own perspective and also to share some general concerns on behalf of many Chinese students here at TU/e, and get their voices heard.” Afgesloten met “hou je goed” in het Tsjechisch.
Een paar dagen later zit hij op mij te wachten in de kantine met zijn kenmerkende brede glimlach. Hij heeft voorafgaand aan het interview rondgevraagd of ook andere Chinese studenten of promovendi mij te woord wilden staan, maar dat was helaas niet het geval. Wel heeft hij hun standpunten verzameld en wil hij namens de gemeenschap wat algemene perspectieven met mij delen.
Eenzaam en buitengesloten
Volgens Li is het voor de Chinezen op de TU/e heel moeilijk om vriendschappen met Nederlanders en andere West-Europeanen te sluiten. “De communicatie tussen de Chinese en lokale studenten blijft vaak oppervlakkig; het gaat alleen over het gezamenlijke project en veel dieper gaat het contact vaak nauwelijks.” Veel Chinese studenten hebben vaak het idee dat ze worden overgeslagen als er informele sociale activiteiten worden georganiseerd of als een groep bijvoorbeeld spontaan gaat lunchen. De Fransen, Duitsers of Italianen worden wel automatisch meegevraagd en het is voor hen ook veel makkelijker om erbij te horen. “Veel Chinezen voelen zich een beetje eenzaam en buitengesloten”, merkt Li op.
Een van de grootste misverstanden is dat de Chinese gemeenschap erg gesloten is
Het sociale leven van de meeste Chinezen op de TU/e speelt zich grotendeels af in losse, zelf-georganiseerde groepen Chinezen en op grotere schaal binnen de Chinese studievereniging; the Association for Chinese Students and Scholars in Eindhoven (ACSSE) - waarvan Li de vice-voorzitter is - maar dat is eerder noodzaak dan een keuze. “Een van de grootste misverstanden is dat de Chinese gemeenschap erg gesloten is en dat de Chinezen geen behoefte hebben aan sociale contacten daarbuiten”, vertelt Li. “Westerse mensen hebben ook een hele verkeerde stereotiepe opvatting dat Aziatische mensen heel mysterieus en onbenaderbaar zijn. Dat is niet waar. De meeste Chinese mensen zijn juist heel benaderbaar en ze zouden graag meer sociaal contact willen hebben met hun westerse collega's.” Li snapt dat de culturele verschillen een beetje eng kunnen zijn en een drempel kunnen vormen, maar ze zijn volgens hem absoluut niet onoverbrugbaar. “Eigenlijk lijken Chinezen en Europeanen meer op elkaar dan mensen vaak aannemen. Maar weinig mensen nemen de moeite om een echt gesprek aan te gaan om te kijken of hun vooroordelen kloppen.”
Lost in translation
Op een universiteit waar het Engels de voertaal is, zou je verwachten dat de taalbarrière geen probleem vormt. Toch ziet Li dat iets anders. “Als je alleen wetenschappelijk onderzoek verricht, is een zeer beperkt deel van het Engels voldoende. Maar om een diep gesprek met elkaar te kunnen voeren en elkaar echt te kunnen begrijpen heb je een betere taalvaardigheid nodig.”
“Veel Nederlanders kunnen goed in het Engels communiceren, maar ze verweven vaak nog op de een of andere manier de Nederlandse taal in hun Engels”, vervolgt hij. Bij de vertaling kan een deel van de betekenis verloren gaan. Door te begrijpen hoe de Nederlandse taal in elkaar steekt, kun je een deel van de misverstanden wegnemen, gelooft hij.
De TU/e biedt aan internationale studenten Nederlandse cursussen aan, maar volgens Li zou de universiteit internationals ook meer moeten stimuleren om deze te gaan volgen en meer bewustzijn over de Nederlandse taal en cultuur moeten creëren. “Veel mensen zien het nut er niet van in, omdat het niet direct met hun vakgebied te maken heeft, of ze zijn niet bereid om daar veel tijd aan te besteden. Maar ik geloof dat dit bewustzijn juist zo belangrijk is als je in een vreemd land woont en dat het je niet heel veel tijd hoeft te kosten om de belangrijkste basiskennis aan te leren."
“In Nederlandse bijzinnen staat het werkwoord bijvoorbeeld helemaal aan het einde van de zin. Aangezien het werkwoord het belangrijkste woord in de zin is, moet je wachten tot het einde van de zin om hem te begrijpen”, legt hij uit. “In het Engels en Chinees komt het werkwoord vaak aan het begin of ergens in het midden van de zin. Op dat punt word je vaak onderbroken door Nederlanders die al denken te weten wat je gaat zeggen. Dat kan voor sommige Aziaten echt een cultuurshock zijn.”
Directheid
Een ander voorbeeld van de clash tussen de Chinese en Nederlandse culturele normen is de welbekende Nederlandse directheid. Nederlanders zeggen volgens Li gewoon waar het op staat, zonder rekening te houden met de emoties van hun gesprekspartner. Dat kan de Chinezen, die dat niet gewend zijn, een heel ongemakkelijk gevoel geven. “In China communiceer je alleen zo heel direct als je iets echt wil benadrukken en daarbij een sterke emotie wil tonen”, legt hij uit.
Nederlanders kunnen heel direct tegen je zeggen: ‘Het is jouw fout, jij hebt dit verkeerd gedaan, je zou moeten leren …, je moet niet …’
“In Oost-Azië probeer je elkaar in een gesprek te troosten en de ander op zijn gemak te stellen”, vervolgt hij. Nederlanders doen dat niet of veel minder. Sterker nog, ook hun ongenoegen steken ze niet bepaald onder stoelen of banken. Hierdoor kunnen ze zelfs zeer uitgesproken kritisch zijn. “Zo kunnen ze bijvoorbeeld heel direct zeggen: ‘Het is jouw fout, jij hebt dit verkeerd gedaan, je zou moeten leren …, je moet niet …’.” De Nederlandse directheid kan volgens Li in sommige gevallen zelfs als kwetsend worden ervaren. “Het is ook echt iets wat veel mensen hebben aangegeven met wie ik hierover heb gesproken”, benadrukt hij. Het gevolg van de Nederlandse directheid is een nog grotere afstand die tussen de twee groepen ontstaat, is zijn overtuiging. “Het kan Chinezen zelfs een beetje afschrikken, waardoor ze minder snel een gesprek beginnen.”
Wantrouwen
Openlijke kritiek op de Chinese overheid die studenten en promovendi zou aanzetten tot spionage en het stelen van kennis, komt bij de Chinezen hard aan. Zo ook een artikel op de site van Cursor dat na publicatie in oktober 2022 een golf van ongenoegen onder de Chinese studenten veroorzaakte. Volgens het artikel maakte Jacco Rubenkamp, fractievoorzitter van Volt Eindhoven, zich grote zorgen om Chinese studenten, onder meer die aan de TU/e, die onder druk zouden worden gezet om kennis te stelen en die kennis door te sluizen naar het thuisland. Zo’n zestig Chinese studenten en medewerkers eisten destijds de verwijdering van dat artikel.
Li vindt niet dat het artikel per se verwijderd had moeten worden. “Cursor is een onafhankelijk medium, dus volgens mij hebben wij niet het recht om zoiets te eisen”, zegt hij. Hij vindt het onderwerp van het artikel niet per se storend, maar eerder de daaruit voortvloeiende sfeer en de gevolgen die schadelijk zijn voor de reputatie van de Chinese studenten. “De verontrustende indruk werd hiermee gewekt dat elke Chinese student een potentiële spion was die samenwerkte met de Chinese overheid.”
Sindsdien zijn berichten waarin Chinese studenten en medewerkers in verband worden gebracht met het stelen van kennis in opdracht van de Chinese overheid alleen maar toegenomen, met meest recent nog het artikel op de Cursor-site waarin gemeld wordt dat Nederlandse universiteiten steeds terughoudender zijn met het toelaten van Chinese beurspromovendi.
“Als iemand die zeer betrokken is bij de Chinese gemeenschap en daarbinnen veel contacten heeft, heb ik nog nooit gehoord dat promovendi kennis zouden stelen. Soms hebben we formeel contact met de Chinese ambassade, bijvoorbeeld rondom het organiseren van culturele evenementen zoals het Chinees Nieuwjaar, maar ze hebben ons nog nooit - impliciet of expliciet - gevraagd om kennis te stelen”, aldus Li. “Het lijkt me ook niet logisch. Al zouden ze het doen en er iets mee winnen, ze zouden ze zich hiermee totaal in diskrediet brengen en het vertrouwen verliezen. Dat is een veel te hoge prijs en een te hoog risico dat je als overheid niet zou nemen.” Hij wil overigens niet zeggen dat zoiets nooit gebeurd is, maar vaak is er volgens hem onvoldoende bewijs en zijn er maar weinig details bekend. Dat zou allemaal eerst geverifieerd moeten worden door de experts en de betrokkenen, vindt Li. Ook denkt hij dat het uitzonderlijke gevallen zijn en ze zeker niet plaatsvinden in die mate zoals de media erover schrijven.
Het wantrouwen jegens de Chinezen wordt steeds groter en is inmiddels goed voelbaar, tot grote frustratie van de Chinese gemeenschap op de TU/e. “Het voelt heel oneerlijk dat er naar Chinese studenten anders wordt gekeken, vooral wanneer dit om politieke redenen gebeurt”, vertelt Li. Maar veel kunnen de Chinezen er niet aan doen, zegt hij. “Veel Chinese studenten zijn niet voldoende gemotiveerd om actie te ondernemen en om hun stem te laten horen. Vaak zijn ze bang dat ze het niet goed zullen aanpakken en alles nog erger zouden maken.”
Wie zou er niet in een omgeving willen werken waar geen vooroordelen heersen gebaseerd op je culturele achtergrond, waar niemand zich anders voelt dan de rest en iedereen erbij hoort?
Cultureel bewustzijn
Wat kan de universiteit doen om de situatie te verbeteren? Daar heeft Li goed over nagedacht. Naast het stimuleren van internationals om de Nederlandse taalcursussen te volgen zou de universiteit een platform moeten creëren om het culturele bewustzijn te vergroten en interculturele communicatie te faciliteren. De universiteit legt er volgens hem niet genoeg nadruk op hoe belangrijk het is dat studenten met verschillende culturele achtergronden met elkaar communiceren. “Ik snap dat het een technische universiteit is en dat de prioriteiten wellicht ergens anders liggen, maar de onderlinge interactie en sociale dynamiek zijn net zo belangrijk. Wie zou er niet in een omgeving willen werken waar geen vooroordelen heersen die gebaseerd zijn op je culturele achtergrond, en waar niemand zich anders voelt dan de rest en iedereen erbij hoort?”
Om de politiek gemotiveerde vooroordelen te bestrijden, zou de universiteit zoveel mogelijk weg moeten blijven van politieke onderwerpen, vindt hij. Hij pleit voor het handhaven van neutraliteit, zelfs als het om gevoelige kwesties gaat zoals de oorlog in Oekraïne. “Hoewel ik persoonlijk meeleef met het land dat wordt binnengevallen en het binnenvallende land sterk veroordeel, heeft de TU/e als academische instelling in het verleden laten zien dat het handhaven van politieke neutraliteit het mogelijk maakt waarden als intellectuele vrijheid, diversiteit en geloofwaardigheid hoog te houden en dat deze houding in zekere zin een omgeving van rigoureuze wetenschap, kritisch denken en open dialoog bevordert. Breken met deze traditie polariseert de mensen alleen maar en veroorzaakt op verschillende manieren schade zonder dat het duidelijk iets oplevert.”
CSC-beurs
Een groot deel van de Chinese promovendi komt naar Nederland met een beurs van China Scholarship Council (CSC), een financieringsprogramma van de Chinese overheid. Andere promovendi worden direct door de Nederlandse universiteit betaald, en een heel klein deel krijgt een beurs vanuit de EU. Li behoort tot de laatste groep en is daarmee een van de ‘happy few’.
Het is bekend dat Chinese promovendi met een CSC-beurs moeten rondkomen met een beurs onder het bestaansminimum. Ze zijn relatief ‘goedkoop’ voor de universiteiten die de beurs meestal – zoals ook het geval is op de TU/e – niet aanvullen. De promovendi moeten het rooien met slechts 1.350 euro per maand en leven hiermee officieel onder de armoedegrens.
Hun financiële situatie is volgens Li zorgelijk, zeker met de snel stijgende inflatie die iedereen heeft geraakt het afgelopen jaar. Toch gelooft hij dat het de meesten lukt om rond te komen door bewust met hun geld om te gaan en relatief weinig te besteden aan vrijetijdsactiviteiten. “De Chinese ethiek houdt in dat je pas naar het buitenland gaat als je er absoluut zeker van bent dat je het financieel redt. Dat is heel anders dan de mentaliteit in veel Europese landen. Chinezen zijn in financieel opzicht heel conservatief, ze hebben altijd een plan.” Financiële steun van de familie speelt daarbij een essentiële rol. Volgens Li’s schatting betalen de meeste ouders van de Chinese promovendi twintig tot dertig procent van hun kosten van levensonderhoud. “Als de universiteit de beurs niet aanvult, springt de familie vaak bij en biedt financiële hulp.”
Vanwege hun werkethiek maken veel Chinese promovendi veel meer uren dan hun Nederlandse collega's
Toch zou het naar zijn mening de promovendi helpen als de universiteit de CSC-beurzen zou aanvullen. “Het zou hen meer financiële ruimte bieden en hiermee hun toewijding aan hun onderzoek vergroten, en de universiteit zou het niet eens heel veel kosten. De TU/e zou zelfs voordeel halen uit de nog beter gemotiveerde promovendi.” Niet alleen kosten ze de universiteit minder geld dan andere promovendi, maar volgens Li werken ze over het algemeen ook veel harder. “Ik had zelf geluk met mijn begeleiders die het welzijn van hun promovendi altijd hoog in het vaandel hadden staan, maar in andere onderzoeksgroepen (ook buiten de TU/e) gebruiken de begeleiders de promovendi vaak als een middel om hun eigen academische doelen te bereiken. In dat opzicht worden de promovendi enorm uitgebuit. Vanwege hun werkethiek maken veel Chinese promovendi bovendien veel meer uren dan hun Nederlandse collega's. Ik denk dat de meeste begeleiders zich daar heel bewust van zijn en daar ook gebruik van maken.”
Stereotypes en racisme
Volgens Li heersen er in Nederland veel stereotypes en vooroordelen over Chinezen, wat voor hen hele nadelige gevolgen heeft. “Een van de basisstereotypes is dat alle Chinezen hetzelfde zijn. Ondanks de gemeenschappelijke taal (het Mandarijn, red.) is China een enorm groot land dat heel divers is. Niet alle Chinezen denken of gedragen zich op dezelfde manier. Ze eten niet eens hetzelfde. Trouwens, geen enkele Chinees die ik heb ontmoet in China of hier in Nederland eet het zogenaamde 'chinees eten' zoals je dat aantreft bij de Chinese restaurants in Nederland.”
Het gevaar van zulke stereotypes is dat ze tot verkeerde verwachtingen leiden, waardoor schadelijke vooroordelen zich kunnen vormen, gelooft Li. “Zo denken veel mensen dat alle Chinezen goed zijn in wiskunde, maar niet zo goed in Engels of in het praten en communiceren in het algemeen. Als een Chinese onderzoeker tijdens een conferentie een presentatie geeft, krijgt hij vaak niet de aandacht die hij verdient; mensen luisteren gewoon niet naar hem. Ze kijken alleen naar de slides, omdat ze verwachten dat hij zich toch niet zo goed kan uitdrukken. Als dezelfde presentatie door een Duitser of een Amerikaan zou worden gegeven, zou dat heel anders worden ontvangen.”
Mensen die me niet kennen hebben vaak de neiging om mij niet serieus te nemen. Ze verwachten dat mijn mening er niet toedoet
Li noemt nog een voorbeeld van het stereotiepe denken: de verwachting dat Chinezen onderdanige, harde werkers zijn die van nature geen leiding kunnen geven. “In een groep worden ze al bij voorbaat minder serieus genomen en minder gerespecteerd.” Li neemt graag de leiding in een teamproject, maar daar moet hij echt voor vechten. “Mensen die me niet kennen hebben vaak de neiging om mij niet serieus te nemen. Ze verwachten dat mijn mening er niet toedoet. Als ik ze niet binnen drie zinnen overtuig, dan gaan ze niet naar me luisteren, in plaats daarvan gaan ze luisteren naar de westerse collega.”
Li heeft in Nederland vaker racisme meegemaakt, ook op de campus. “Op een van de eerste feestjes hier op de TU/e heeft iemand met zijn vingers spleetogen gemaakt, wat de meeste Aziaten als heel beledigend ervaren.” Hij zou meer van dit soort voorbeelden kunnen noemen, maar het liefst wil hij er niet te veel over uitweiden. “Zelfs als ik ze allemaal opnoem, zal dat toch niet helpen, het zal alleen maar verder polariseren.” Volgens hem kun je racisme bestrijden door juist nader tot elkaar te komen. “Racisme ontstaat door vooroordelen die lang blijven voortbestaan, en dat bij gebrek aan communicatie. Als we met elkaar op gelijkwaardige basis gaan praten, elkaar beter gaan begrijpen en kritisch naar onszelf gaan kijken, zal racistisch gemotiveerd gedrag langzaam verdwijnen.“
Discussie