Studenten weten de vele ‘social safety-loketten’ nog niet te vinden

Over de huidige staat van sociale veiligheid onder studenten

Dat sociale veiligheid van studenten bij de TU/e hoog op de agenda staat blijkt wel uit de vele initiatieven en projecten die op dat gebied in het leven zijn geroepen. Zo zijn er Confidential Contact Persons waarbij studenten laagdrempelig terecht kunnen, werken verenigingen en koepels aan een code of conduct en schrijft beleidsmedewerker International Affairs bij ESA Inge Adriaans een beleidsstuk dat moet helpen de sociale veiligheid van studenten te verbeteren. Toch lijken studenten tot nu toe nog niet zoveel gebruik te maken van de aangeboden hulp.

Achter de schermen werken de koepels, het Student Well-being Network, student well-being officers, fractieleden van de U-raad en beleidsmedewerkers aan het verbeteren van de sociale veiligheid voor studenten op de TU/e. Dankzij die inspanningen zijn er nu veel plekken waar studenten met hun zorgen terecht komen, een in 2021 gepubliceerde flowchart wijst ze daarin de weg, Toch lijkt het of studenten die weg niet weten te vinden. Of zitten ze gewoon nergens mee? Inge Adriaans, die momenteel werkt aan een beleidsstuk over sociale veiligheid voor studenten, waar ook een verbetering van de flowchart en de website onderdeel van zijn, denkt niet dat die conclusie te trekken valt uit het feit dat het aan de ‘loketten’ relatief stil blijft.

“Het zou ook kunnen dat ze toch niet weten waar ze moeten zijn, of dat ze bang zijn om bepaalde ervaringen te delen”, zegt de beleidsmedewerker van ESA. Er zou volgens haar op de universiteit – net zoals in heel Nederland - een cultuurverandering moeten plaatsvinden waarbij studenten zich vrij voelen om zich uit te spreken. “We werken nu heel hard aan de ‘blauwe kant’ van het verhaal: regels, richtlijnen en guidelines. Die zijn nodig, maar we moeten ook inzetten op het creëren van bewustzijn over wat we met elkaar wel en niet tolereren en daar de dialoog over voeren.” De code of conduct waarover ze in haar beleidsstuk schrijft en waar studie- en studentenverenigingen al mee bezig zijn, zou daarbij moeten helpen. Omdat verenigingen volgens Adriaans worstelen met wat er precies in zo’n document zou moeten staan, is het voorstel om een gezamenlijk, meer generiek document te maken voor de TU/e, waar de studenten- (en studie-) verenigingen zelf specifieke zaken aan kunnen toevoegen die relevant zijn voor hun vereniging.

Studieverenigingen

Uit een rondvraag van Cursor blijkt dat de meeste studieverenigingen actief bezig zijn met sociale veiligheid. Zo zijn er onder andere bestuursleden aangesteld die zich specifiek bezighouden met studentenwelzijn (waar sociale veiligheid ook onder valt), organiseren verenigingen discussie-uurtjes en workshops en hebben sommige verenigingen ook een eigen vertrouwenspersoon. De meeste studieverenigingen zijn zich ervan bewust dat ze zelf niet genoeg kennis in huis hebben om studenten met grote problemen te helpen. Wel zien ze het als hun taak om als eerste aanspreekpunt te dienen en studenten naar de juiste hulp door te verwijzen. Ook zetten ze in op het creëren van een open cultuur en alle verenigingen werken aan de eerdergenoemde code of conduct.

CCPs

Overstijgend zijn er Confidential Contact Persons (CCPs), dat zijn studenten die een training hebben gevolgd om als vertrouwenscontactpersoon te fungeren. Hoewel ze soms gelieerd zijn aan studie- of studentenverenigingen, kan iedere student ze benaderen voor een gesprek. Ook studenten die zich zorgen maken om een vriend of studiegenoot kunnen er terecht. Volgens Student Diversity Officer Lara Hofstra zijn er dit jaar in totaal ongeveer 30 meldingen binnengekomen bij de 25 CCPs, al waren de meeste daarvan wel meer wellbeing gerelateerd. Ze doelt daarmee op studenten die niet lekker in hun vel zaten of bijvoorbeeld met burnout-klachten kampten.

Student bij Built Environment Arjun Tyagi, die aan het hoofd staat van het Student Wellbeing Network (SWeN) en zelf ook CCP is herkent dat beeld. De studenten die hij in die functie sprak kampten vooral met (werk)druk en eenzaamheid. Het feit dat niemand bij hem aanklopte met sociale veiligheid-gerelateerde problemen, zegt volgens hem niet dat die er niet zijn. “Ik zie de universiteit zelf als een sociaal veilige plek, maar ik ben ook een vrij extravert persoon. Ik kan me voorstellen dat dat anders ligt als je dat niet bent. Ik zie ook wel dat er onderling tussen studenten soms problemen kunnen ontstaan door een taalbarrière of culturele en sociale verschillen.”

Er worden volgens Tyagi goede stappen gezet door verenigingen, maar een terugkerend probleem is wel dat alleen studenten die verbonden zijn aan die verenigingen daar baat bij hebben. “Het is heel moeilijk om de ‘gewone student’ te bereiken. Ik weet niet hoe die zich voelt over de campus en over het studentenleven en of die zich hier thuisvoelt. Daar moet echt verandering in komen. We denken eraan om bij verplichte eerstejaarsvakken langs te gaan en daar onder andere de CCPs te presenteren, dat gaan we volgend collegejaar uitrollen.”

In de generieke code of conduct van de TU/e moeten volgens Adriaans in ieder geval basisuitgangspunten van de universiteit staan over wat wel of niet geaccepteerd gedrag is, wat regels en protocollen zijn voor meldingen en hoe ervoor te zorgen dat alle beschikbare ondersteuning vindbaar is. “Ik noem het een framework. Dat moeten we zien te ontwikkelen voor de universiteit, studenten, medewerkers en ook externe bezoekers. Zodat iedereen weet wat zijn of haar verantwoordelijkheden zijn.”

Hiërarchie

De meningen over aanvaardbaar sociaal gedrag zijn binnen de universiteit verdeeld, en dat maakt het uitdagend om aan zo’n framework te werken, zegt Adriaans. “Die verschillen zijn er tussen studenten onderling, maar ook tussen culturen. Er zijn hier veel internationale studenten die een heel ander gevoel bij zaken kunnen hebben, zoals bijvoorbeeld ten aanzien van hiërarchie. Zo kan het zijn dat een Nederlandse student iets niet accepteert van een docent, maar een Chinese student het wel respecteert vanwege de hiërarchische positie.” Ook Nederlandse studenten kunnen onderling situaties heel anders ervaren, benadrukt Adriaans. Die verschillen kunnen volgens haar ook komen door opvoeding of wat studenten in het verleden hebben meegemaakt.

Dat gegeven maakt het moeilijk om als universiteit iets vorm te geven dat een veilig en fijn gevoel waarborgt, iets dat voor iedereen toepasbaar is, legt Adriaans uit. “Ik realiseer me steeds meer hoe divers de universiteit is. Met jezelf en de mensen om je heen moet je bepalen waar de grenzen liggen en wat wel of niet wenselijk is.” Het beleidsdocument, waarvan nu een voorlopige eerste versie af is, schrijft ze dus niet alleen. Ze legt het ook aan verschillende gremia voor. Zo heeft het managementteam van ESA al terugkoppeling gegeven en is ze met het onderwijsbestuur - waar ook de deans van de Graduate School en het Bachelor College bijzitten - gaan praten. “Ik ga er ook nog informeel over spreken met het SWeN en het SAO, het overleg dat de rector eens in de zoveel tijd heeft met een vertegenwoordiging van Nederlandse en internationale studenten. Aan hen wil ook heel gerichte vragen stellen over of er nog iets gemist wordt en of iets meer aandacht behoeft.”

U-raad

Na de zomer hoopt Adriaans het document voor te kunnen leggen aan het CvB en de leden van de U-raad, zodat die goedkeuring kunnen geven. Binnen de UR is er ook een wellbeing-commissie, waar onder andere studenten Anne Karien van der Stee (van DAS) en Lucas van Bentum (van Groep-één) deel van uitmaken. Zij controleren vanuit de UR op beleidsniveau wat er gebeurt op het gebied van wellbeing en sociale veiligheid en denken mee over plannen die daaraan gerelateerd zijn. Van Bentum: “Tijdens meetings met beleidsmakers zoals bijvoorbeeld Corlien van Dam en Inge Adriaans kunnen wij bijdragen aan beleid wat goed aansluit op studenten.”

Van der Stee en Van Bentum gaan regelmatig op de koffie bij studentenverenigingen om het over sociale veiligheid te hebben. De fracties zelf organiseren ook initiatieven op dit gebied. Zo organiseert DAS dit jaar voor de tweede keer een Social Safety Lunch voor verenigingen om onderling ideeën uit te wisselen en werkt Groep-één aan een ‘Angel Shot’-initiatief voor tijdens de Intro. Dat er binnenkort ook een ombudsman voor studenten komt vinden de studenten een goede zaak en ze zijn er beiden van overtuigd dat een cultuurverandering nodig is.

Wat is sociale veiligheid?

Hoewel vooral seksueel grensoverschrijdend gedrag de laatste tijd in de kijker staat door #MeToo en zaken zoals die bij The Voice, zegt Adriaans dat sociale veiligheid om veel meer gaat dan dat alleen. “Pestgedrag valt er ook onder. En of je je op een correcte manier aangesproken voelt. Je kunt ook gekleineerd worden door een klas of in een project, of buitengesloten worden.” Studenten zijn daarnaast niet alleen ‘slachtoffer’ maar kunnen ook, soms misschien onbedoeld, ‘dader’ zijn van ongewenst gedrag. Het is daarom volgens Adriaans belangrijk dat er meer bewustzijn komt over dit soort zaken en er meer over wordt gepraat.

Dat er weinig naar buiten komt over sociale veiligheid-gerelateerde problemen onder studenten, wil volgens de U-raadsleden Van der Stee en Van Bentum niet zeggen dat die er niet zijn. Er gaan wel verhalen rond. Van der Stee: “Het zijn misschien geen hoge percentages, maar zelfs één procent is al te veel. En als je kijkt naar het manifest van Amnesty International over verkrachting onder studenten dan schrik je daar wel heel erg van. Dat je er nu niet over hoort, wil dus echt niet zeggen dat het niet gebeurt. Daarnaast zie je ook dat vooral met zaken als verkrachting mensen soms pas later beseffen wat ze nou eigenlijk is overkomen.”

Niet gehoord

In haar eigen omgeving ziet ze qua sociale veiligheid vooral problemen met het feit dat mensen zich niet gehoord voelen. “Dat gaat vaak om kleinere dingen, maar het speelt wel veel. Je hoort ook dat iets vroeger fout is gegaan en dat het nog steeds niet wordt gehoord of dat mensen niet weten waar ze er mee naartoe moeten.” Het is daarom volgens haar goed dat er voldoende ‘loketten’ zijn, voor als er iets fout gaat. Daar is ook Van Bentum het mee eens. “Denk aan een veiligheidsgordel: die ga je hopelijk nooit echt nodig hebben, maar hij moet er wel zijn. Hetzelfde geldt voor een studentenombudsman, vertrouwenspersonen en CCPs.” Maar waar de universiteit vooral op zou moeten inzetten volgens de student, is dat het simpelweg niet gebeurt. “Je moet actief op zoek naar manieren om sociaal onveilige situaties te voorkomen.” En dat is net waar ook Adriaans aan bij wil dragen met haar beleidsstuk, daar mogen Van der Stee en Van Bentum zich na de zomer eens over gaan buigen.

Deel dit artikel