'Voor AI-research moet je in Eindhoven zijn'
EAISI kan in Neuron zijn belofte inlossen
Neuron, het nieuwe onderkomen van het Eindhoven Artificial Intelligence Systems Institute (EAISI), wordt vandaag, dinsdag 28 maart officieel geopend. Een mooi moment voor een terugblik op de vliegende start van EAISI en te kijken naar de huidige stand van het onderzoek naar kunstmatige intelligentie en naar de toekomst ervan. We spreken directeur bedrijfsvoering Patricia Jaspers, wetenschappelijk directeur Wim Nuijten en eindverantwoordelijke Carlo van de Weijer.
De transformatie van het Laplace-gebouw van een “trieste bedoening” (woorden van Patricia Jaspers toen ze het donkere gebouw twee jaar terug voor het eerst zag) naar een “sprankelende en bruisende leeromgeving” in Neuron (wens van Carlo van de Weijer) heeft als tussenstop een “helder, licht en ruim gebouw waar rumoer, ruis en rust eigen plekken hebben” (beschrijving van Wim Nuijten). Het is duidelijk: alle drie zijn ze blij met hoe Neuron uit de verf is gekomen. Dat het eigen onderkomen voor EAISI zo mooi is geworden, compenseert het geduld dat opgebracht moest worden wegens vertraging in de bouwwerkzaamheden. “Het is mooier dan de artist's impressions van de architect beloofden. En dat zie je niet vaak”, zeggen ze.
‘TU/e gaat AI doen’
In 2019 ontstond EAISI als tweede TU/e-instituut naast ICMS (inmiddels zijn er vier instituten), om de samenwerking tussen verschillende faculteiten vorm te geven. Het hoofddoel was Eindhoven als dé plek voor AI-research op de kaart te zetten en aan Carlo van de Weijer kwam de eer toe het instituut te leiden. “We moesten de wereld laten weten dat je als student en onderzoeker in Eindhoven moet zijn als je interesse hebt in AI. Er gebeurde in 2019 al veel onderzoek aan kunstmatige intelligentie, we noemden het alleen vaak nog geen AI.”
De start van EAISI verliep flitsend. TU/e deed de belofte vijf jaar lang twintig miljoen te investeren. Van de Weijer: “We kwamen elke dag in de krant: ‘De TU/e gaat AI doen’. Daar mocht wat mij betreft de rem op, want in Brabant beloven we niet wat we mogelijk niet waar kunnen maken. Dus eerst moesten we de staf uitbreiden, opleidingen gaan opzetten en extern geld voor onderzoek binnenhalen. En graag ook een eigen gebouw.”
Uitbreiding staf
Daarop werd Wim Nuijten aangesteld als wetenschappelijk directeur. “In 2019 waren er 250 ud’s, uhd’s en hoogleraren die zich bezighielden met AI. Wij moesten er voor 2024 vijftig bij vinden”, zegt de wetenschappelijk directeur. “Dat is nu al – op twee na – gelukt. De AI-gemeenschap aan de TU/e bestaat nu uit bijna negenhonderd onderzoekers, inclusief promovendi, postdocs en EngD-studenten. Ook dienden we als TU/e AI-onderwijs aan te bieden. Intussen zijn de faculteiten erin geslaagd twee interdisciplinaire masteropleidingen op te zetten en kijken we samen of we er een derde aan kunnen toevoegen.”
Voor de duidelijkheid: het onderzoek vindt plaats in de faculteiten. De rollen van EAISI zijn het helpen van de onderzoekers bij het vinden van elkaar, het schrijven van voorstellen en het binnenhalen van funding. Vanaf het begin was er samenwerking met zes faculteiten, de laatste jaren zijn ook de overige drie - Chemical Engineering & Chemistry, Applied Physics en Biomedical Engineering - erbij betrokken.
Health, mobility, high tech systems
“Wij doen onderzoek op drie domeinen”, zegt Nuijten, “te weten data & algorithms, engineering systems en humans & ethics. Onze kracht zit 'm in het combineren van deze velden, zoals dat bijvoorbeeld gebeurt bij het ontwikkelen van een zorgrobot. Veel van ons onderzoek heeft twee en vaak drie van deze domeinen in zich verenigd. Wat betreft de toepassingsgebieden richten we ons op gezondheid, mobiliteit en industrie. Onderzoek moet in eerste plaats waardevol, maar vervolgens ook toepasbaar zijn, waarbij samenwerking in de regio van groot belang is. Voor EAISI zijn met het voorgaande in gedachten onder andere Philips, NXP en ASML vanzelfsprekende partners.
“De miljoenen die we binnenhalen gaan over het algemeen naar promovendi, postdocs en EngD-studenten”, zegt Van de Weijer. “We trekken nu jaarlijks tussen de 25 en 30 miljoen aan extern geld aan (vanuit onder andere NWO, Brussel en industriële partners) om te verdelen over zo’n dertig projecten waar een of meerdere onderzoekers aan werken. Een voorbeeld is dat er TU/e’ers in samenwerking met chipsontwikkelaar NXP radarchips bouwen die verkeerssituaties kunnen inschatten. Die kunnen met behulp van AI bijvoorbeeld onderscheiden of iets een lantaarnpaal of een slungelige student is.” Nuijten herinnert zich een recent succes: “Voor een natuurkundehoogleraar hebben we in samenwerking met ICMS en EIRES een promotieplaats kunnen regelen. Zij doet onderzoek naar AI bij materialen die gebruikt worden bij de energietransitie. We zijn snel bij elkaar gaan zitten, want dat onderwerp is voor elk van de betrokken instituten interessant, en in één dag hadden wij de funding rond.”
Ik zorg ervoor dat de strategische plannen voor research die Nuijten en Van de Weijer voor ogen hebben, werkelijk kunnen doorgaan
Na zo’n beslissing komt de directeur bedrijfsvoering in beeld. “Dan mag Patricia het moeilijke werk doen”, lacht Nuijten en Van de Weijer haast zich te zeggen dat zij alles altijd weet te managen.
“Patricia is in korte tijd toch wel onze leider geworden. Als directeur bedrijfsvoering zorgt ze ervoor dat ons instituut aan alle regels voldoet, rapporteert ze waar nodig en houdt ze de vaart erin. EAISI kan dankzij haar goed meekomen in de razendsnelle AI-wereld.”
Jaspers is sinds twee jaar betrokken bij EAISI. Daarvoor was zij aan haar alma mater, Maastricht University verbonden, onder andere als onderzoeker op het snijvlak van ethiek en gezondheidsonderzoek. Zaken die bij EAISI goed van pas komen. De directeur bedrijfsvoering beschrijft haar opdracht als “de verbinding leggen tussen het instituut en de faculteiten en diensten”. Concreet houdt het in dat zij ervoor zorgt dat de strategische plannen voor research die Nuijten en Van de Weijer voor ogen hebben, werkelijk kunnen doorgaan. Funding op de juiste plek en de werving van personeel, om maar enkele zaken te noemen.
De uitdaging is om te bepalen in hoeverre we AI autonoom beslissingen willen laten nemen en waar en hoe we de mens in dat beslisproces willen houden
Soms moet een robot of een machine buiten de lijntjes kleuren. Daar is een mens beter in. Kijk naar een autonome auto. Die kan prima op een snelweg rijden, dat is een gecontroleerde omgeving waarin zelfs gecommuniceerd kan worden met andere zelfstandige wagens. Zo kun je bijvoorbeeld gaan blokrijden. Nuijten kan zich voorstellen dat het in de toekomst verstandig wordt om op de snelweg het menselijk handelen over te laten nemen door AI. "Maar laat auto’s niet autonoom op een drukke gelijkwaardige kruising los in Bangkok, Varanasi of Eindhoven", waarschuwt hij. "Dan moeten er wel eens regels overtreden worden en wij hebben de overtuiging dat je dát aan de mens moet overlaten.”
In Europa hechten we belang aan het individu. Dat is niet de snelste weg, maar in onze ogen wel de enige
De individuele weg
“Natuurlijk moeten we goed nadenken over de schaduwzijde”, zegt Van de Weijer. “De verschuivende rol van de mens wordt ook onderzocht bij Innovation Sciences en krijgt trouwens in heel Europa aandacht. Het is belangrijk dat we daarbij aansluiten.” Hij bedoelt dat het niet verstandig is om de moraal aan de Verenigde Staten of China over te laten. “In die regio’s zijn de waarden meer verbonden met respectievelijk het bedrijfsleven of de overheid. In Europa hechten we belang aan de bescherming van het individu. Dat is niet de snelste weg, maar in onze ogen wel de enige.” Hij besluit: “Wij denken serieus dat het feit dat Eindhoven meedoet aan AI-onderzoek, beter is voor de wereld. Dat is uiteindelijk de belangrijkste missie voor EAISI.”
Positie opbouwen
De zes universiteiten die bij Eurotech zijn aangesloten, hebben allen een vergelijkbaar instituut als EAISI. Van de Weijer: “We hebben vergelijkbaar DNA en het klikt heel goed. Het voorzitterschap ervan hebben wij – samen met Lausanne – naar ons toegetrokken.” Er is nog iets wat illustreert dat Eindhoven wat AI betreft op de kaart is komen te staan. “Vanwege de mogelijke gevaren die komen kijken bij de ontwikkeling van AI, stellen Europese politici allerlei nieuwe regels op. Soms is dat ronduit innovatieblokkerend. Je wilt niet het kind met het badwater weggooien. Wij zijn daar alert op en zijn twee weken geleden stante pede naar Brussel gegaan om namens alle Europese universiteiten bij parlementsleden een amendement in te dienen. Ik ben best trots op hoe wij hier de kastanjes uit het vuur hebben gehaald. Dat zet ons opnieuw op de AI-kaart als TU/e.”
Wij denken serieus dat het feit dat Eindhoven meedoet aan AI-onderzoek, beter is voor de wereld. Dat is uiteindelijk de belangrijkste missie voor EAISI
Terug op het oude nest
Neuron is een fantastisch gebouw geworden, zeggen ze alle drie. Van de Weijer: “En dan te bedenken dat Wim en ik in onze studietijd hier nog met onze floppydisks en ponskaarten naartoe liepen toen het – in z’n eerste functie – dienst deed als rekencentrum. Dat vind ik geweldig. En mooi dat de architect het ponskaartmotief in de luifels heeft teruggebracht (zie de hoofdafbeelding, red.).” Jaspers is ook onder de indruk van de uitstraling van het – nu – frisse gebouw, hoewel ze geen emotionele band met ponskaarten heeft. Zij begon in 2000 aan haar studie gezondheidswetenschappen in Maastricht. “Ook om te werken is Neuron een prettig gebouw, ik kom er graag dagelijks voor naar Eindhoven.”
Wie al een kijkje in Neuron genomen heeft, het kon vanaf 8 februari, ziet dat er veel lege stoelen en tafels klaarstaan. Neuron is erop ingericht dat alle TU/e’ers die iets met AI doen er naartoe komen om elkaar te ontmoeten. “Maar … als ze dat allemaal dagelijks doen, zitten er op elke stoel drie personen”, voorspelt Van de Weijer. “We moeten nog een kader maken voor wie wanneer welkom is, anders is het gebouw echt te klein.”
Studententeams
Jaspers vertelt dat er in Neuron plaats is voor de AI-studententeams. Momenteel zitten er HART, CORE, Serpentine en Fruit Punch. Waarom de studievereniging van Data Science, Pattern, geen bar in de kelder krijgt, weet zij niet. “Ik was bij die beslissing niet betrokken. Ik zou Pattern wel een werkplek of bestuursruimte in Neuron willen bieden, maar weet nu niet precies wat de mogelijkheden zijn. Dat gaan we snel bekijken.”
Dinsdag 28 maart wordt Neuron feestelijk geopend met een uitgebreid programma dat je hier kunt vinden.
Discussie