Ondernemers brengen zakelijke ervaring naar TU/e

Start-up PAKT doet mee aan Entrepreneurs-in-Residence Program

Studenten en onderzoekers met plannen voor een start-up blinken uit in enthousiasme en technische knowhow, maar ontberen ondernemerservaring en een zakelijk netwerk. Om die verworvenheden naar de campus te brengen, heeft The Gate vier zogenaamde Entrepreneurs-in-Residence (EIR’s) geïnstalleerd: zeer ervaren ondernemers zoals Erik-Jan van der Linden, die zich een dag per week gaan bezighouden met het coachen van TU/e’ers die hun vinding op de markt willen brengen.

door
foto Sankai / iStock

De route van veelbelovende innovatie naar succesvol bedrijf is geen zesbaansweg, maar een kronkelpad met talloze afsplitsingen. Met alleen vastbeslotenheid en een verdomd goed idee ben je er nog niet, zo laat ook het recente faillissement van Atlas Technologies zien, de bv die de Lightyear 0 produceerde.

“Weet je wat de gemiddelde leeftijd is waarop founders van succesvolle ondernemingen hun bedrijf zijn gestart?”, vraagt Erik-Jan van der Linden. Het antwoord is 42 jaar. De techondernemer wil maar zeggen: jeugdig enthousiasme is oprecht fantastisch – als ervaren coach van start-ups noemt hij het “een levenselixer” – maar de ervaring die komt met de jaren is minstens zo belangrijk.

Van der Linden is een van de Entrepreneurs-in-Residence (of EIR’s) op de TU/e. Bedenker van het EIR-programma is Sjoerd Romme. De hoogleraar Entrepreneurship & Innovation nam het op in de lijst aanbevelingen van het onderzoek dat hij in samen met hoogleraar en innoSpace-oprichter Isabelle Reymen en anderen in 2020 deed naar het academisch ondernemerschap op de TU/e.  

Verwachtingen

De praktijk van universiteiten die senioriteit op ondernemersgebied in huis halen, bestaat al langer, weet Romme. “Je ziet het vooral in de VS, maar Technion in Israël heeft de langste traditie.” Wat gaf de doorslag om ook op de TU/e mentoren uit het bedrijfsleven te introduceren? Start-ups krijgen op de TU/e immers ook ondersteuning van de business developers van The Gate.

Uit eerdergenoemd onderzoek bleek dat onze student-ondernemers – logischerwijs – heel onervaren zijn. “Ze missen sociaal kapitaal in de zakelijke en investeringswereld. En voor de onderzoekers die een innovatie in de markt willen zetten geldt iets vergelijkbaars: zij hebben vaak een uitstekend netwerk in de academische, maar niet in de zakelijke wereld.”

Het gevolg is dan bijvoorbeeld dat studenten en jonge alumni met plannen voor een start-up gefrustreerd uit de eerste gesprekken met de TU/e komen. Want waarom wil de universiteit – of eigenlijk: de holding TU/e Participations BV – zo’n groot aandeel in hún bedrijf? “Ervaren ondernemers weten dat het zo werkt, zeker als er intellectual property­-claims meespelen, en denken: beter 5 procent aandelen in eigen hand van een succesvol bedrijf, dan 20 procent van een onderneming die niet loopt.”

Inbreken in een bestaande industriële keten vraagt een lange adem – inclusief jarenlang doorbikkelen op een studenteninkomen

Sjoerd Romme
Initiatiefnemer Entrepreneurs-in-Residence Program

Een EIR kan als ervaren, neutrale partij beginnende ondernemers helpen om te optimistische verwachtingen bij te stellen. Romme: “Bijvoorbeeld over de lange valley of death die voorafgaat aan het succes. Techondernemingen die een innovatie in de markt willen zetten, moeten inbreken in een bestaande industriële keten. Dat vraagt een lange adem – inclusief jarenlang doorbikkelen op een studenteninkomen.”

Senioriteit

De eerste vier EIR’s zijn in december van start gegaan. Behalve Erik-Jan van der Linden (co-founder ProcessGold en MagnaView) betreft het Hugo de Haan (CEO Vision Dynamics), Francesco Pessolano (CEO Xetal) en Maurice de Rochemont (CEO Adsventure). De meesten hebben al ervaring als mentor voor beginnende ondernemers, bijvoorbeeld bij HighTechXL.

De EIR’s stellen zich een dag per week beschikbaar als mentor en doen dat onbezoldigd, zegt Romme. “Het zijn mensen die financieel zelfstandig zijn en die zich hiervoor vrijmaken. Ze doen dat vanuit een passie voor het coachen van start-ups en vanuit een maatschappelijke drive – veel TU/e-innovaties zetten immers in op verduurzaming.” Mocht een EIR willen gaan deelnemen of investeren in een van de start-ups dan is dat in principe mogelijk, maar dan stopt daarmee de EIR-rol.

Romme wil het aantal EIR’s in het programma over een tijdje graag uitbreiden. “We zijn nu nog in de lerende fase, maar we willen opschalen naar tien tot vijftien EIR’s. Dan vind ik het ook van belang dat er vrouwelijke mentoren bij komen, als rolmodel voor de vele talentvolle meiden. Die zijn wel iets lastiger te vinden: ik moet ze gericht benaderen, terwijl mannen zichzelf eerder aanmelden.”

Ondernemerschap op de TU/e

Ook op andere vlakken wordt gewerkt aan TU/e-beleid dat ondernemerschap stimuleert en reguleert, zegt Romme. “Het nieuwe beleid rondom intellectual property (IP) in het onderwijs is bijna voltooid. Dat willen we in maart of april uitrollen. Nieuw is ook de mogelijkheid voor unpaid leave voor wetenschappers in vaste dienst die een spin-off van de grond willen krijgen.”

“Een goed idee verandert niet vanzelf in een unicorn”

Waarom ging Erik-Jan van der Linden in op de uitnodiging om Entrepreneur-in-Residence te worden op de TU/e? Allereerst omdat hij jonge ondernemers, vers uit de collegebanken, een heel leuke groep vindt om mee samen te werken. “Er zit ongelooflijk veel energie en plezier in, dat is ontzettend aanstekelijk. Bovendien kun je als mentor juist in deze vroege fase het verschil maken.”

Welke producten worden gekocht, wat voor oplossingen accepteert de industrie, hoe vergaar je een startkapitaal, hoe verzamel je de beste medewerkers om je heen? Het zijn complexe vragen als je ze nooit eerder hebt beantwoord. Van der Linden (zie kader voor bio) zegt daarom tegen elke ondernemende twintiger: “Denk na hoe je ervaring aan boord krijgt. Bind die mensen aan je, bevraag ze, trek ze leeg.” Een Entrepreneur-in-Residence (EIR) kan zo iemand zijn.

“Studenten denken vaak dat een goed idee redelijk vanzelf in een unicorn verandert. In werkelijkheid heb je een dosis geluk nodig en voert de route naar een succesvol bedrijf langs ontelbare beslissingen. Een EIR kan helpen bij belangrijke vragen op basis van ervaring betere beslissingen te nemen.”

Lastig is ook de switch naar de mindset van een ondernemer, het denken vanuit de vraag, zegt Van der Linden. “Als student ben je vijf jaar volgestopt met techniek. Het risico bestaat dan dat je te lang blijft ‘doorengineeren’ om je innovatie zwaarder, groter of sneller te maken, terwijl de klant iets anders zoekt: een oplossing voor een probleem. En als onderneming heb je één bestaansrecht: dat klanten willen kopen wat jij maakt.”

‘Dat commerciële’

Als EIR gaat Van der Linden niet alleen studenten-start-ups coachen, maar ook TU/e-onderzoekers die een eigen vinding in de markt willen zetten. Ook die groep moet vaak een omslag maken in het denken weet Van der Linden, die zelf tien jaar op universiteiten heeft gewerkt. “Ze hebben meestal een negatief beeld bij ‘dat commerciële’, maar dat is niet heel anders dan jezelf en je onderzoek verkopen op conferenties of in aanvragen voor financiering.”

'Dat commerciële’ is niet heel anders dan jezelf en je onderzoek verkopen op conferenties of in aanvragen voor financiering

Erik-Jan van der Linden
Entrepreneur-in-Residence

En er zijn meer parallellen: “Onderzoekers en ondernemers zijn allebei op zoek naar dingen die er nog niet zijn: nieuwe kennis, nieuwe technologieën. En wat ze ook delen is een groot doorzettingsvermogen, de kwaliteit om door te gaan als het tegenzit.”

Waar veel onderzoekers zich niet van bewust zijn, is dat ze niet meteen een carrièreswitch hoeven te maken als ze ‘in zaken’ gaan. “Er is een waaier aan manieren waarop je als wetenschapper betrokken kunt zijn bij een onderneming: fulltime, parttime van 4:1 tot 1:4, maar ook als wetenschappelijk adviseur of als begeleider van afstudeerders. Het is echt niet nodig om afscheid te nemen van de universiteit.”

Eerste rang

Van der Linden is zich bewust van het beeld dat de buitenwereld kan hebben van een EIR: dat er behalve altruïstische misschien ook zakelijke beweegredenen meespelen bij het vervullen van deze onbetaalde functie.

“Ik snap dat er een beeld kan bestaan van de investeerder die op de eerste rang wil zitten om de mooie kansen weg te snoepen. Maar in de rol van EIR moet je heel zorgvuldig opereren: het belang van de start-ups en de ondernemers staat altijd voorop.”

Helemaal uitsluiten dat hij als investeerder of anderszins in een van de start-ups stapt, wil hij echter ook niet. “Het zou op den duur kunnen gebeuren dat de klik dusdanig goed is en de situatie dusdanig interessant, dat het toch zo loopt. Maar voorop staat, voor mij en voor de andere drie EIR's, dat het vooral goed voelt om iets bij te dragen.”

CV Erik-Jan van der Linden

De connectie tussen Erik-Jan van der Linden en de TU/e stamt uit 2005, toen hij samen met Roel Vliegen de onderneming MagnaView oprichtte, in nauwe samenwerking met datavisualisatie-groep van TU/e-hoogleraar Jack van Wijk en de processmining-groep van oud-TU/e-hoogleraar Wil van der Aalst. Het bedrijf werd in 2019 als ProcessGold verkocht aan het Amerikaanse UiPath. Van der Linden schreef over ondernemerschap het boek The Smart Way (2022) en is behalve EIR ook lid van het GURU-netwerk van TU/e’s innovation Space, mentor bij Braventure en investeerder in onder andere de Eindhovense start-up Aristotle Technologies.

“We zijn alles voor het eerst aan het doen”

Sinds zijn afstuderen bij Mechanical Engineering richt Thijs Wester zich volledig op PAKT, een ‘studententeam turned start-up’. “Ik heb PAKT opgericht met mijn vroegere buurjongen Peter Verweij, afgestudeerd in Delft. Intussen werken we met drie fulltimers, een stagiair en vier studenten in het bedrijf.”

PAKT is een van de start-ups die meedoen aan het Entrepreneurs-in-Residence programma. Wat het team op poten wil zetten, is een logistiek om verpakkingsglas in te zamelen voor hergebruik in plaats van recycling. “Glas is heel goed te recyclen, maar het smelten kost ontzettend veel energie. Het glas moet tot 1600 graden verhit worden en dat vraagt enorme hoeveelheden fossiele brandstoffen.”

Dus waarom dan niet het “bierflesjesidee” – van inzamelen, schoonmaken en hergebruiken – uitbreiden naar pindakaas- en appelmoespotten en al het andere verpakkingsglas? “Producenten blijken bereid een statiegeldsysteem te implementeren en wij als PAKT willen de infrastructuur van wasfaciliteiten en inspectieapparatuur realiseren.”

Blijft staan de logistiek van de consument naar die was- en inspectielocatie. “Daartoe focussen we ons op online supermarktketens, we hebben net een pilot afgerond met Picnic in Alphen aan de Rijn. De bezorgers leverden de boodschappen af bij de klant en namen het lege glas mee terug.” De bekende Picnic-wagentjes rijden anders immers leeg terug.

Tips

PAKT heeft het eerste gesprek met EIR Erik-Jan van der Linden achter de rug, vertelt Wester. “Ik kende Erik-Jan van naam en ik wilde graag met hem kennismaken.” Praten met ervaren ondernemers is iets wat hij vaak probeert te doen. “Wij zijn als PAKT alles voor het eerst aan het doen, dus dat is sowieso altijd leerzaam.”

PAKT is op zoek naar startkapitaal, en dat was dan ook een van de gespreksonderwerpen. “Wij dachten aan zakelijke investeerders, maar Erik-Jan wees ons erop dat er, juist voor circulaire start-ups als de onze, veel publieke fondsen bestaan. Hij verwacht ook dat onze businesscase – kapitaalintensief en met veel stakeholders – nu nog lastig te verkopen is aan zakelijke investeerders.”

En er waren meer tips. “Erik-Jan bleek te hebben samengewerkt met een van de supermarktketens waarmee wij in gesprek zijn, daar heeft hij ons een en ander over verteld. En omdat hij zelf investeerder is, kon hij ons adviseren over hoe een goede, overtuigende two pager – een korte introductie van je bedrijfsplan – eruit moet zien.” Op naar het volgende gesprek.

Deel dit artikel