Afscheid met stille trom
Een leven lang werken aan de TU/e afsluiten zonder feestje
Decennia voor de TU/e werken en dan weggaan zonder afscheidsfeestje. Dat is gelukkig waarschijnlijk binnenkort niet meer aan de orde. In de coronaperiode gooiden lockdowns of andere beperkingen roet in de hapjes die horen bij een afscheidsborrel. Die waren voor Cees Jonkers, Marloes van Lierop, Frits Niemans, Geert Verbong en Huug de Waardt wél gepland, maar werden afgezegd. Hier vertellen zij hoe de overgang van een full-time carrière aan de TU/e naar volop vrije tijd hen bevalt. En geluksvogel Annemieke Kingma - die nog net wél een afscheid kon vieren - merkt op dat het uitbundige afscheid haar heel goed heeft gedaan.
"Nu nog een afscheid lijkt meer op een reünie"
Cees Jonkers kon een half jaar eerder van zijn pensioen genieten dan de officiële datum aangaf. Dat had de servicemedewerker van de Audiovisuele Dienst te danken aan opgespaarde vrije dagen, ooit bedoeld voor het bouwen van een huis, maar dat kwam er niet van.
Toen hij op 20 mei 2020 dan z’n bureau opgeruimd had, had hij er 33 werkjaren aan de TU/e opzitten. Er was een receptie gepland, die werd uitgesteld, en nu twee jaar later, vraagt Jonkers zich af of er nog wel een afscheid moet komen. “Dat lijkt dan meer op een reünie”, zegt hij lachend.
Hij komt nog geregeld op de campus. Zijn vrouw Maria Vanbrabant haalde hem over om net als zij surveillancediensten bij de tentamens te draaien. “Dat is leuk, al die jeugd om me heen. En ik kom nog eens mensen tegen die ik ken.”
Het was namelijk wel even wennen voor Jonkers om niet meer naar het werk te hoeven. “Al die jaren had ik acht uur per dag mensen om me heen, die zijn dan opeens weg. Ik mis de gezellige collega’s echt wel. Ik hoop binnenkort toch eens een etentje met ze te plannen, bij wijze van afscheid.”
Hij had al die jaren de hele campus onder zijn hoede en genoot ervan om geluid en beeld op het hele terrein zo optimaal mogelijk te maken. Gevraagd naar mooie herinneringen begint hij over de tijd dat het gebouw Traverse nog allerlei besturen huisvestte. “Op maandagochtend gingen we met onze dienst en het College van Bestuur en hun chauffeurs samen koffiedrinken. De band die we toen hadden, is niet meer voor te stellen. De hiërarchische structuur is veel sterker geworden.”
Zijn vrije tijd besteedt Jonkers ook als materiaalman bij het nationale dames ijshockeyteam dat iedere twee weken in Tilburg traint. Voor de 25 speelsters slijpt hij de schaatsen, zet hij koffie en regelt hij vervoer om op plaats van bestemming te komen. Hij is er vooral bij op trainingsweken en tijdens toernooien. “Straks gaan we naar het WK in Frankrijk. Als we de kwalificatie voor de Olympische Spelen in Polen gehaald hadden, was ik afgelopen maand in China geweest.”
“Definitieve afzegging is jammer, maar er zijn ergere dingen”
Marloes van Lierop heeft zich - redelijk onverwacht - nog zeer nuttig gemaakt tijdens de afbouwfase van haar carrière. Ze is ingevallen als opleidingsdirecteur bij de bachelor Data Science. Dat was op stel en sprong nodig en met haar ervaring - ze was hiervoor acht jaar opleidingsdirecteur van Computer Science en Applied Mathematics - en de tijd die ze eigenlijk nog wel had, bleek zij daarvoor de meest geschikte persoon. “Een week nadat ik dit toegezegd had, kwamen we in de eerste lockdown vanwege corona. Maar goed, ik heb dit tot september 2020 gedaan en daarna heb ik nog een curriculumherziening geleid en de zelfevaluatie geschreven met het oog op de accreditatie van de opleiding.”
28 januari 2021 was haar laatste werkdag. De alumna (afgestudeerd aan de THE in 1983) werd tijdens een bestuursvergadering online toegesproken. “Wel een kwartier lang en vol lof.” Diezelfde middag had ze met directe collega’s en enkele studenten nog een online sessie. Stralend vertelt ze welke verrassingen die voor haar hadden. “Een legpuzzel van 6000 stukjes, een wijn- en spijspakket van De Librije en een doos vol roze koeken. Dit was allemaal in de veronderstelling dat we rond 5 mei, mijn officiële pensioendatum, op Bevrijdingsdag dus, nog een fysiek afscheid zouden houden.”
Van Lierop verheugde zich op een gezellige borrel waarbij ieder elkaar weer eens kon treffen, maar nieuwe maatregelen in april maakten dat toch onmogelijk. Een nieuwe datum werd gekozen: 25 november. “En tja, toen liepen de besmettingen weer op en nu heb ik het definitief afgezegd. Jammer, maar er zijn ergere dingen.”
Nu ze een jaar zonder TU/e-verplichtingen is, merkt ze dat haar slaapritme er een stuk op vooruit is gegaan. Ze mist wel de reuring, de dagen zijn veel voorspelbaarder geworden.
Eind jaren tachtig was een heel gelukkige periode voor de wiskundige. “Toen was ik coördinator van de PDEng Software Technology. Het opbouwen van een kleinschalige opleiding en zien dat het een succes wordt, is een dierbare herinnering voor me.” Maar alle 48 jaar dat ze op de TU/e rondliep, was ze er met plezier. “Ik prijs mezelf ook gelukkig dat ik nooit last van grensoverschrijdend gedrag heb gehad. Ik weet dat het wel voorkomt, ik ben jarenlang lid van de klachtencommissie geweest.”
Van de vier zaken die ze zich had voorgenomen, is alleen aan de eerste nog niet voldaan. “Ik wilde een grote opruimactie houden in huis, piano gaan spelen, een puzzel van 5000 stukjes leggen en meer tijd besteden aan mijn familie. Ik ben de jongste van zeven en vind het heerlijk dat ik nu meer tijd heb voor mijn broers en zussen.” Verder vermaakt Van Lierop zich met bridgen (ze is ook voorzitter van een bridgeclub), lezen en wandelen.
"We aten een stukje taart in de kantine van het SSC"
SSC-medewerker Frits Niemans was van plan een afscheidsborrel te geven in het Tennispaviljoen, samen met collega Toon Reijnders die tegelijk met pensioen ging. Dat ging dus niet door. Hij kreeg een afscheidsmomentje in besloten kring. “Met mijn vrouw en onze drie kinderen en wat naaste collega’s aten we met directeur Wim Koch - met wie ik nog in de klas heb gezeten op de Katholieke Academie voor Lichamelijke Opvoeding in Tilburg, maar dit terzijde - een stukje taart in de kantine van het SSC.” Best gezellig, maar toch anders dan het feest met bier en muziek dat hij voor ogen had. Wat door corona ook anders was dan gepland, was de Pensioen in Zicht-cursus. In plaats van een week naar Zuid-Frankrijk werd dat een weekendje Veluwe.
Niemans heeft 33 jaar zijn middagen - en ook veel avonden - op het sportcentrum doorgebracht. Eerst als judodocent en later als fysiotherapeut. De ochtenden was hij te vinden in het Elkerliek ziekenhuis in Helmond, om mensen te helpen revalideren. “Ik vond die duo-baan heerlijk. De afwisseling tussen zieke oude mensen en jonge gezonde mensen hield beide kanten interessant.”
Augustus 2020 was zijn laatste werkmaand. Het werken in lockdown beviel matig. “Ik kon niet zo heel veel meer, ik heb nog wat blessure-uurtjes gedraaid via Zoom. Petje af voor wat het SSC online opzette, maar mijn werkzaamheden hielden langzaamaan op.”
“Altijd ben ik fluitend naar het werk gegaan en ik mis het nu zeker. En dan met name de dynamiek van de studentenomgeving. Het is niet voor niets dat ik nog drie of vier keer per week naar het SSC kom om te fitnessen of te zwemmen.” Een van zijn dierbaarste herinneringen ligt bij het GNSK van 1991. “Ik coachte toen het judoteam, maar net op de dag van de wedstrijd beviel mijn vrouw van ons eerste kind. Zij zijn een dag later nog op kraamvisite geweest, de baby ging in een kringetje rond, ik zie het nog zo voor me. Hoewel ik in mijn loopbaan veel losse contacten heb gehad, heb ik met deze voormalige studenten nog steeds een band.” Hij zou ze ook graag op zijn afscheidsborrel hebben gezien.
“Tegenwoordig help ik nog enkele uurtjes in de fysiopraktijk van mijn vrouw en doe ik vrijwilligerswerk bij de kinderboerderij in Nuenen.” Als Niemans de ezels, varkens, hanen en kalkoenen genoeg gevoerd heeft, gaat hij soms zitten met pen en papier en schrijft hij gedichten of korte verhalen. De handen van de fysiotherapeut staan nog lang niet stil.
"Een heel abrupt einde van mijn academische leven"
Voor hoogleraar System Innovations & Sustainability Transitions Geert Verbong was de combinatie pensioen en lockdown een klap die hij niet had zien aankomen. “Ik ben 47 jaar lang iedere dag op mijn fiets naar de universiteit gegaan - als je het ene jaar rondreizen na mijn studie niet meerekent. Op 1 maart 2020 ben ik met pensioen gegaan en meteen daarna wilde ik op skivakantie naar Noord-Italië. Dat werd gecanceled en een week later zat Brabant in lockdown en kon ik niet naar de TU/e om - zoals de gepland - nog promovendi te begeleiden. Ik heb mijn kamer nog en zou daar twee dagen per week zijn. Het voelde als een heel abrupt einde van mijn academische leven dat ik een halve eeuw geleden begon als student Applied Physics."
Verbong noemt het fijn dat hij het thuiszitten kon inrichten met taken als redigeren van papers en essays en adviseren van instanties. “Zingen, trainen, bridgen, naar het muziekgebouw gaan, geen van de leuke dingen waar ik me op verheugd had, ging door.” Hij kon zelfs niet naar de campus om teksten af te drukken. Daarom kocht de emeritus hoogleraar een printer en zette die pontificaal op de eettafel.
“Er is geen afscheid van me genomen. Dat was wel twee keer gepland en ik heb er de laatste twee jaar veel contact over gehad met mijn vroegere secretaresse die dat zou organiseren. We hebben het op de lange baan geschoven, maar ik weet niet of een afscheid nu nog zin heeft. Misschien een keer een borrel op de faculteit (Industrial Engineering and Innovation Sciences, red.) dat mensen me daar een hand kunnen geven. Als dat dan nog mag…”
Hoewel Verbong inmiddels is gewend aan de dagelijkse routine, mist hij het contact met de mensen toch sterk. “Als ik terugkijk op de afgelopen 47 jaar, ben ik wel trots geworden op de TU/e. De campus is mooier, de universiteit is minder provinciaal, het onderzoek en onderwijs zijn vooruitgegaan.” Verbongs lofzang is niet onbegrensd, overigens. “Atlas, dat gebouw waar iedereen enthousiast over is, heeft weliswaar aardige voorzieningen, maar mijn kamertje daar is helemaal niks vergeleken bij de mooie kamer die ik in het IPO-gebouw had met acht boekenkasten.”
Genoten heeft hij van de vier jaren waarin hij schreef over de rol van de techniek in de industrialisatie van Nederland. Hierna, na 1993, verlegde hij z’n focus naar de toekomst en de energietransitie. “De hele energietransitie is geen technisch probleem, maar een maatschappelijk vraagstuk”, zegt hij stellig. ”Dat is al doorgedrongen bij energie-specialisten, maar hardcore techneuten mogen dat nog wel eens horen.”
"Ik ben probleemloos in deze fase van vrijheid gegleden"
Om te vertellen wat zijn laatste actie aan de TU/e was, pakt Huug de Waardt zijn agenda er even bij. Daar staat bij 27 februari 2020 ‘Voortgangsoverleg voor project BOOST’. In Flux had de directeur Graduate School Electrical Engineering zijn laatste TU/e-vergadering. “Kort daarna werd ik verkouden, wie weet was het corona, in ieder geval ben ik niet meer naar de campus geweest.”
Vijfentwintig jaar eerder begon De Waardt als UHD bij de faculteit Electrical Engineering die toen nog in Potentiaal huisde. Hij heeft in die kwart eeuw de nodige veranderingen meegemaakt. “Veel nieuwbouw op de campus, internationalisering, de afstand tussen staf en studenten is kleiner geworden.” Met plezier heeft hij zestien promoties begeleid, hij noemt dat “de kers op mijn taart.”
De Waardt was met pensioen vóór iemand afscheid van hem had kunnen nemen. “Dat konden mijn collega’s ook niet weten. Ze waren uitgenodigd voor een feestje op 4 april. We zouden met 120 personen borrelen in Hubble. Dat is dus niet doorgegaan. Onder deze omstandigheden doen we het niet, zei ik, en ik kom weer terug als de zaak veilig is. Helaas is dat er door de loop der omstandigheden niet meer van gekomen.”
Hij heeft nu nog wetenschappelijke contacten met een afstudeerder, een promovendus en enkele collega’s en is zeker van plan straks in de lente nog in kleine kring een borrel op de campus te organiseren.
“Als ik terugkijk ben ik probleemloos in deze fase van vrijheid gegleden. Ik heb zoveel hobby’s. Ik kijk, bestudeer en inventariseer vogels, en ik heb een modelspoorbaan gebouwd. Dat laatste is een enorm project. In mijn hele loopbaan heb ik de spullen verzameld en nu neem ik de tijd om te bouwen. Dat is zeer verfijnd technisch werk en vergt goede planning. Ik zie de baan naar voorbeeld van een Duits spoorbaantraject, groeien onder mijn handen.” De Waardt weet dat meer vakcollega’s deze bijzondere hobby hebben, “voormalig decaan Ton Backx doet het ook."
“Het geeft een goed gevoel om je loopbaan echt af te sluiten”
Geen van bovenstaande pensionado’s is zonder begrip voor de situatie dat er geen leuke afscheidsreceptie is geweest. Maar dat het toch een heel belangrijk moment is dat bij je loopbaan hoort, vertelt Annemieke Kingma. Zij werkte bij de onderwijsadministratie van Built Environment. Ze is een van de laatsten die in 2020 groots afscheid kon nemen.
“Ik heb gemerkt dat het goed is om het werkleven echt af te sluiten. Toen me werd gevraagd of ik een receptie wilde, vond ik het niet zo nodig. Ik sta niet graag in het middelpunt van de belangstelling en zag er zelfs een beetje tegenop. Maar nu ben ik erg blij dat ik een heel leuk afscheid heb gehad.”
Dat afscheid vond plaats in de Senaatszaal eind januari. Haar collega’s gaven haar een versierde appelboom en een bankje voor in de volkstuin in Nuenen, waar ze een actieve tuinvrouw én bestuurslid is. “Ik heb een website voor de vereniging gebouwd, dat had ik nog nooit gedaan.” In Tilburg is ze op verzoek van haar kleinzoon schooltuinoma geworden. Verder past Kingma een dag per week op twee kleindochters, bakt ze brood en sport ze driemaal per week in het Studentensportcentrum. “Wist je wel dat gepensioneerden gewoon een sportkaart mogen blijven kopen? Dat vind ik zo’n goede service!”
Kortom, de dagen vullen zich vanzelf. Dat verbaast haar lichtjes want “ik zat totaal niet op mijn pensioen te wachten. Ik heb altijd met heel veel plezier gewerkt en dat hoefde voor mij helemaal niet te stoppen.”
Haar loopbaan startte in de vorige eeuw en 29 jaar heeft ze full-time gewerkt, constant bij het onderwijsbureau van Built Environment. Een grote taak was het roosteren, daarnaast hield ze zich bezig met de digitale vakkengids, cijferadministratie, examencommissie, voorlichting, en de laatste twee jaar vooral met het Osiris-project. “Zeker in het begin waren we met een klein team en deden we alles samen. Dat was nog in het oude Hoofdgebouw. Ik begon vóór de e-mail bestond. Om iets mee te delen, plakten we met ons allen adresstickers op enveloppen en daar hielp de opleidingsdirecteur ook gewoon aan mee.” Lachend herinnert Kingma zich de sfeer van 1991.
Ze kijkt terug op de enorme ontwikkeling die de TU/e heeft ondergaan en vooruit naar nog meer mooie dagen in volkstuinen, het sportcentrum of in haar keuken. “En het mooiste is dat er een goede overgang is geweest in de vorm van een afscheidsreceptie.”
Discussie