Studenten delen liefde voor Kevers, Volvo’s en beunen

Veel leden van studentenvereniging E.S.A.V. de Beunbazen hebben een eigen auto

Wat begon met een appgroepje van zes studenten met een liefde voor auto’s, groeide in vier jaar uit tot een vereniging met 130 leden. E.S.A.V. de Beunbazen heeft daarnaast nu ook een eigen loods, midden in de stad. Leden van de vereniging vertellen over hoe het is om een beunbaas te zijn en om als student een eigen auto te hebben.

Het is al donker als de eerste studenten hun auto op het bedrijventerrein Park Forum parkeren voor een meet van de E.S.A.V. de Beunbazen. De auto’s die op een rijtje op het parkeerterrein staan, zijn stuk voor stuk bijzondere exemplaren. Maar wat de voertuigen pas echt speciaal maakt is dat ze lust, leven, passie en rib uit het lijf zijn van hun trotse eigenaren. Die zijn bijna allemaal student en vinden elkaar hier op de parkeerplaats, maar ook dagelijks in hun eigen loods in de stad, om het te hebben over – ja, wat anders – auto’s.

De studentenvereniging voor autoliefhebbers, die in 2018 met twaalf leden begon, is groot geworden en blijft flink groeien, vertelt oprichter Harald List. “We hebben nu rond de 130 leden.” Dat de vereniging zo groot zou worden had hij gehoopt, maar niet verwacht. “Het heeft veel kruim gekost, en vele meetings om de boel aan de gang te houden. Maar moet je zo eens kijken wat hier nu allemaal voor verschillende auto’s staan. Er staat ook weleens een super car tussen. Die staat dan naast bijvoorbeeld een Volkswagen Polo uit 1991 die uit elkaar roest. Grote kans dat iedereen bij die Polo staat.”

De focus ligt bij de vereniging dan ook niet op wie de duurste, snelste of hardst ronkende auto heeft, maar op het delen van een gezamenlijke passie, samen sleutelen en kennis delen. Dat gebeurt vooral in de loods, die de Beunbazen sinds vorig jaar huren, dicht bij het centrum van de stad. Die loods werd ontdekt door Simon Bergman, die de externe zaken van de vereniging onder zijn hoede heeft, en was letterlijk een geluk bij een ongeluk. “Ik was met mijn Volvo – die trouwens Junior heet en eerder twee andere eigenaren binnen de vereniging heeft gehad – tegen een boom gereden. Toen ik op straat aan de auto stond te sleutelen zei een voorbijganger dat hij via via in een loods kon knutselen en dat ik daar in de kerstvakantie ook wel terecht kon. De eigenaar van de loods vertelde me toen dat hij op zoek was naar nieuwe huurders, ik heb hem met de vereniging in contact gebracht.”

Contributie

De eigenaar was bereid om de plek voor een goede prijs te verhuren, omdat hij het leuk vond dat er studenten in zouden komen en hij soms langs kon komen voor een kop koffie. Bergman: “We hebben toen een grote sponsoractie opgezet onder leden en bedrijven zoals de lokale snackbar en een winkel voor auto-onderdelen gevraagd bij te dragen. Zo hebben we een jaar huur bij elkaar weten te sprokkelen.” Nu is ook de contributie voor leden verdrievoudigd, tot zeventig euro. “Een grote verandering, maar de waarde haal je er als lid uit. Er staat bijvoorbeeld ook een brug in de loods, als je die bij een bedrijf huurt kost dat vijftig euro per dag, dan is zeventig euro op een jaar niks.” Leden van de vereniging kunnen er altijd terecht om te klussen, ook houdt de ESAV er alv’s en borrels, wordt er Formule1 gekeken en gegamed.

Op deze koude avond zijn de studenten echter naar het Park Forum gekomen, omdat op dat bedrijventerrein nou eenmaal meer ruimte is. Het is een openbare ruimte, dus in principe kunnen de studenten hier zonder problemen bij elkaar komen. “Mensen in de buurt bellen soms de politie vanwege overlast, maar die veroorzaken wij niet”, zegt List. “Sommige mensen komen voorbij racen omdat ze ons hier met de auto’s zien staan. Zij veroorzaken de overlast. De politie weet dat ook en kent ons inmiddels, ze weten dat we geen gekke dingen doen en komen soms een praatje maken.”  

De politie weet dat wij geen gekke dingen doen en komt soms een praatje maken.

Harald List
oprichter E.S.A.V. de Beunbazen

Er komt een gele Volvo stationwagen de hoek om gereden, die van een lid is dat zelf nog geen rijbewijs heeft, maar zich in zijn eigen auto door andere leden laat rondrijden. Een traditie van de Beunbazen is om zoveel mogelijk mensen in de auto te proppen, op een filmpje is te zien hoe zeker dertien leden na zo’n recordpoging kreunend de wagen uit rollen. “Echt top”, aldus List. De leden halen bij de meets ook grappen met elkaar uit, door uitlaten of afneembare sturen te verstoppen, bijvoorbeeld. Het zijn wel altijd vriendelijke grappen, benadrukken de studenten. En er worden ook net zo vaak uitlaten en andere onderdelen gerepareerd, zegt Bergman. “Dan gaan we met zijn allen kijken en zegt iemand: ‘oh, ik heb nog wel smeerolie’, of: ‘ik heb nog wel een sleuteltje’. De een heeft weer startkabels, de ander een gereedschapskoffertje.

Dertien Beunbazen rollen uit een Volvo

De Beunbazen staan al sinds de oprichting erg op zichzelf, leden komen vooral van de TU/e en Fontys. Om de banden met de universiteit meer aan te halen is de vereniging in gesprek met Scala, de koepelorganisatie van cultuurverenigingen. “We zijn nog aan het kijken hoe we samen kunnen werken om echt iets bij te dragen aan die community”, zegt Bergman. “We hebben al nagedacht over een cabrioconcert samen met de muziekvereniging, of snelschaken achter in een rijdende auto, het is een uitdaging, maar er komen leuke en soms ietwat krankzinnige ideeën uit.” Of de vereniging zich nou wel of niet onder de vleugels van Scala zal scharen: studenten – met én zonder auto – weten de Beunbazen in ieder geval te vinden. Bij een meet tijdens de laatste introductieweek  van de TU/e meldden zo’n 30 à 35 mensen zich direct aan, vertelt Bergman. “Er is echt veel animo om mee te doen. Mensen vinden het een fijne plek. Ik zelf ook, dit is echt mijn volk.”

Veel leden van E.S.A.V. de Beunbazen hebben eigen auto’s. Zo ook Harald List, Lars van Hattum en Atanas Gerdzhilov, die vertellen over hoe het is om als student je eigen auto te hebben.

Harald List

Auto: Volkswagen Kever 1303S uit 1973 (genaamd Marvin)

De Volkswagen Kever van Harald List stond al achttien jaar weg te roesten bij mensen in de tuin toen hij vijf jaar geleden via via achter het bestaan ervan kwam. Het chassis was doorgerot en een bamboestruik was er doorheen gegroeid op sommige plekken. “Ik was toen achttien en was net klaar met mijn eindexamens. Voor driehonderd euro mocht ik hem meenemen. Er was bijna niks meer van over, er kwam een emmer van tien liter vol roest van af. Daar heb ik nog een filmpje van, dan hoor je mij vloeken op de achtergrond, geef ik een schop tegen de auto en valt er zo een bonk roest vanaf.”

Van zijn vader, ook eigenaar van een oldtimer, had List al wat leren sleutelen aan auto’s. “Je gaat het gewoon uit elkaar halen en ziet dan: hee, dit moet bewegen, maar dat doet het niet. Dan ga je het hele mechaniek af en blijkt er een rubbertje kapot te zijn.” Voor het grote werk besloot de student de auto echter naar Hongarije te sturen, om hem daar goedkoop te laten ontlakken, lassen en opnieuw te lakken. “Ik had daar zelf gewoon de middelen niet voor.” Bijna onherkenbaar kwam de oldtimer terug naar Nederland. Het interieur nam List vervolgens weer samen met zijn vader voor zijn rekening.

Oldtimers

De liefde voor oldtimers in het algemeen kreeg de student met de paplepel ingegoten. Zelf heeft hij een specifieke interesse voor het rare en obscure van de Volkswagen Kever. “Die heeft karakter, de motor ligt bij deze auto bijvoorbeeld achterin en hij is luchtgekoeld in plaats van watergekoeld. Bij normale auto’s liggen de cilinders naast elkaar, bij deze los van elkaar. Het is een totaalplaatje van rare ideeën, met een design uit de jaren dertig dat nooit is veranderd. Omdat het zo anders dan anders is, vind ik het tof.”

Hoe hij zijn dure hobby financiert? “Niet vragen”, zegt hij daarover. Twee dagen in de week werkt hij bij een automaterialenzaak, waar hij onderdelen voor de inkoopprijs mag kopen. Drinken doet hij bijna nooit, om geld te besparen. Ome DUO doet soms ook een duit in het zakje, voegt hij fluisterend toe. Met benzineprijzen die rond de twee euro per liter schommelen, stroomt de bankrekening van de student gestaag leeg. “Als mijn auto op straat geparkeerd staat, ben ik altijd bang dat ze hem stelen. Mensen bieden me er geld voor, soms zelfs 25.000 euro, maar dit is mijn alles.”

Baby

De auto heeft hem veel kruim en moeite gekost, en voelt deels daarom als zijn ‘baby’. “Hij heeft me door veel dingen heen geholpen, zoals de moeilijke periode na de scheiding van mijn ouders. De auto heeft me ook nieuwe vrienden opgeleverd. En ik krijg alleen maar duimpjes op straat. Nee, ik zal deze auto nooit verkopen.” Ook niet wanneer benzineauto’s in de toekomst misschien de weg niet meer op mogen. Het zou mogelijk zijn om de Kever om te bouwen tot elektrische auto, maar dat wil List niet doen, want juist hoe de techniek in elkaar zit, maakt hem zo charmant. “Ze zullen me fysiek uit de auto moeten trekken als ik er niet meer in mag rijden.”

Lars van Hattum

Auto’s: Volvo S40 uit 2004 (Sven) en Volvo 244 uit 1977 (Olle)

Lars van Hattum heeft niet één, maar twee Volvo’s voor de deur staan, die hij allebei in de afgelopen drie maanden heeft gekocht. De eerste en jongste van de twee, de Volvo S40, kocht hij om betrouwbaar vervoer van zijn ouderlijk huis in Zutphen naar Eindhoven te hebben. “Ik wilde een Volvo vanwege het specifieke roffelgeluid van de motor, die vijf cilinders heeft. Alleen Volvo’s en sommige Audi’s hebben die motor. Het geluid herinnert me aan mijn kindertijd, toen ik bij mijn ouders op de achterbank zat, onze familieauto had ook zo’n motor. Het was een plekje van rust daar achter in de auto, ik hoefde even niks en werd bijna altijd naar iets leuks gereden.” Die herinnering is voor hem verbonden aan het geluid, maar ook aan de sfeer en het interieur van de auto. “Het geheel is enorm rustgevend.”

Die rustige uitstraling van de auto, maakt vaak dat mensen hem qua kracht onderschatten, zegt Van Hattum. “Mensen gaan dan bij het stoplicht naast je staan, omdat ze denken dat ze sneller zijn. Het is leuk om vooral met bepaalde types eerst een stukje mee te rijden en dan het gas in te drukken en ze dan in je spiegel te zien verdwijnen. Zelfs als je maar een beetje gas geeft, ben je vaak al sneller.” Om de kracht van de Volvo te voelen en even te kijken of hij de topsnelheid van 250 kilometer per uur nog kan halen, rijdt de student soms via een omweg naar Eindhoven, via de Duitse snelweg. “Met 260 pk zit je zo op die 250 kilometer per uur. Er zit ook een mooi sportonderstel onder. Hij redt het prima.”

Roestig

Naast de S40 van achttien jaar oud, heeft Van Hattum recentelijk ook een 45 jaar oude Volvo 244 gekocht. Bij zijn eerste meet van de Beunbazen reed hij in twee soortgelijke klassieke Volvo’s en wist meteen dat hij er ook een wilde hebben. “Een ander lid van de vereniging wees me toen op een Marktplaats-advertentie van deze auto en die heb ik meteen gekocht. Hij was wat roestig, maar verder in goede staat.” Ondanks het verschil in leeftijd hebben beide auto’s elementen die een echte Volvo-energie geven, vertelt Van Hattum. “Maar de 244 heeft daar nog wat typische eigenschappen bij van een oude auto, die het leuk maken om erin te rijden, zoals de ontbrekende stuurbekrachtiging. Sturen gaat heel zwaar, vooral als je stilstaat, daar heb je echt spierballen voor nodig. Het geeft wat we voor de grap het bootgevoel noemen, de auto ziet er ook een beetje uit als een boot.”

Twee auto’s hebben, betekent echter ook twee keer verzekering betalen. “Die is wel goedkoper dan voor moderne auto’s, volgens mij is dat omdat mensen met oldtimers veel voorzichtiger zijn met hun auto. Wegenbelasting hoef ik ook niet te betalen.” Met een bijbaantje lukt het de student vooralsnog goed om de kosten te dekken. “Het scheelt ook dat ik nog thuis woon.” Tegelijkertijd maakt de auto hem juist onafhankelijk van zijn ouders.

Elzas

Omdat hij een eigen auto heeft, kan Van Hattum ook mee op vakantie met de Beunbazen. “Mijn eerste trip met de vereniging was naar de Elzas. Er waren twee groepen: een relaxte groep en een die lekker bochten aan het rijden was. Mijn auto was in de rechte lijn de snelste die mee was, dus ik deed natuurlijk mee aan de bochten. Dat ging niet helemaal zonder problemen. De turboslang schoot los, waarschijnlijk omdat hij iets opgevoerd was. Maar dat was gelukkig na vijf minuten gefikst, genoeg kennis hier.”

Atanas Gerdzhilov

Auto: Lexus IS200 uit 2001 (Larry the Lexus)

Het was vanwege zijn liefde voor Japanse sportauto’s en driften (rijtechniek waarbij de auto dwars door de bocht slipt, red.) dat Gerdzhilov besloot zijn Lexus IS200 te kopen. “Het is een sportauto uit de vroege jaren 2000, ik houd van de Japanse auto’s uit die tijd. Toen ik als kind films keek en computerspellen speelde waren dat de auto’s die ik zag, dus dat was ook wat ik me voorstelde bij mijn toekomstige eigen auto. Daarnaast zijn deze auto’s perfect geschikt om mee te driften.” Dat komt omdat de auto’s makkelijk aan te passen zijn, legt de student uit. “Aan het begin van de 21ste eeuw was er in Japan een afspraak dat auto’s niet te krachtig mochten worden geproduceerd. Alle auto’s kwamen met maximaal 280 pk uit de fabriek. Ingenieurs bouwden de auto’s toen op zo’n manier dat ze makkelijk zelf krachtiger te maken waren. Gebruikers konden ze veranderen in wat ze maar wilden.”

Dat is precies wat Gerdzhilov zo aantrekt in het driften: de auto veranderen in iets wat het eigenlijk niet is. “Auto’s zijn bedoeld om stabiel en zo veilig mogelijk te zijn. En om rechte lijnen mee te rijden. Dat haal je allemaal weg.” In Bulgarije, waar de student vandaan komt, zijn grote open ruimtes waar je zoveel kunt driften als je wilt. In Nederland is dat niet zo gemakkelijk. “Maar ik heb twee slipcursussen gedaan en wil nog een meer geavanceerde cursus gaan doen.” Maar eigenlijk is het bijna niet mogelijk om te leren driften, je moet er gevoel voor hebben. “Dat heb je, of je hebt het niet.”

Remmen repareren

Ondertussen is hij bezig zijn Lexus tot een perfecte driftauto te transformeren. Het is een makkelijke auto om aan te werken, zegt de student. Zelf sleutelen houdt ook de kosten laag. Het maakt een extra groot verschil omdat garages volgens hem extra hoge prijzen hanteren, omdat Lexus een premiummerk is. “Ik wilde mijn remmen laten repareren en vroeg hoeveel dat zou kosten, alleen de voorremmen kostten al 1162 euro. Uiteindelijk heb ik alle onderdelen gekocht en het zelf gedaan voor 300 euro.”

Gerdzhilov werkt vooral aan zijn auto in de loods van De Beunbazen. “Wanneer ik aan het sleutelen ben dan zijn mijn gedachten volledig bij de auto. Als ik een zware dag heb, dan ga ik gewoon naar de garage. Daar tref ik ook andere leden van de vereniging. We helpen elkaar en werken samen. Het is mijn favoriete moment van de dag.” Met zijn auto bezig zijn, sleutelen en rijden, is zijn passie en het laat hem zijn problemen van alledag vergeten.

Speelgoedauto's

De liefde voor auto’s is bij Gerdzhilov – net als bij List – ontstaan dankzij zijn vader, die ook van Japanse auto’s houdt. “Hij heeft me ook veel speelgoedauto’s gegeven, ik heb er ook een aantal van naar Nederland meegenomen. Ik mocht ook mee in de auto als hij ging rijden en driften en hij liet me voor het eerst zelf autorijden toen ik acht was. Ik moet toegeven dat dat geen succes was. Ik kon nauwelijks bij de pedalen en kon niet goed sturen. Maar dat is zeker waarom ik zo van deze auto’s houd.”

Deel dit artikel