Alle ogen op het klimaat
Urgentie leeft binnen de TU/e-gemeenschap nog meer na laatste protest University Rebellion en IPCC-rapport
Gisteren is het laatste deel van het IPCC-rapport gepresenteerd. Het rapport van de Verenigde Naties over klimaatverandering bevat ook een bijdrage van TU/e-hoogleraar Heleen de Coninck. Ondertussen staan er steeds meer activisten op om een snellere klimaatrevolutie af te dwingen.
Het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) van de Verenigde Naties publiceerde gisteren over de vooruitgang die is geboekt om de uitstoot te beperken. In dit laatste deel van het rapport, dat is gemaakt door honderden wetenschappers, staan ook de keuzes die nog gemaakt kunnen worden om de klimaatproblematiek een halt toe te roepen, of de gevolgen ervan in ieder geval te beperken. Het gaat dan vooral om het terugdringen van broeikasgassen. Er zijn genoeg manieren om te voorkomen dat de aarde met meer dan 1,5 graad opwarmt (het afgesproken doel uit het vorige rapport), maar dan moeten die wel onmiddellijk en grootschalig worden ingezet. Als dat niet gebeurt, raakt het 1,5-gradendoel definitief uit het zicht, zo valt te lezen in het rapport.
Eens in de zeven jaar wordt dit rapport gemaakt door de VN. Het eerste deel van het rapport ging over de oorzaak van klimaatverandering. Het deel dat daarop volgde was gewijd aan de gevolgen en impact van klimaatverandering, zoals bijvoorbeeld een stijgende zeespiegel en extreem weer. Dit jongste IPCC-rapport is vooral belangrijk voor de klimaattop later dit jaar in Egypte. Het rapport heeft status en voordat het gepubliceerd wordt committeren veel overheden zich er al aan, waardoor zij nadien niet kunnen ontkennen wat er in het rapport staat.
TU/e-hoogleraar Socio-Technical Innovation and Climate Change Heleen de Coninck heeft ook meegewerkt aan het IPCC-rapport. Ze was helaas momenteel te druk om uitgebreid in te gaan op de vragen van Cursor over het rapport zelf en verwijst naar de lunchtalk die zij morgen, woensdag 6 april, in de Blauwe Zaal geeft over het IPCC-rapport, en waarbij toeschouwers haar vragen kunnen stellen. Deze bijeenkomst is ook online te volgen; Cursor is er bij aanwezig en zal er verslag van doen.
Klimaatprotest
Dat het onderwerp ‘klimaat’ leeft, is duidelijk. Cursor schreef eerder al een achtergrondverhaal over de vraag of de aandacht voor klimaatverandering op dit moment voldoende is binnen het onderwijs aan de universiteit, en University Rebellion protesteert regelmatig om aandacht te vragen voor dit onderwerp. Op 15 maart werden leden van University Rebellion geconfronteerd met grootschalig politieoptreden in het Auditorium bij een demonstratie op de Career Expo, waarbij drie studenten werden gearresteerd. Vorige week donderdag, 31 maart, was University Rebellion door het College van Bestuur uitgenodigd om te komen praten over het duurzaamheidsprogramma van de universiteit en over de demonstratie van 15 maart, hierover meer verderop in dit artikel.
De actiegroep University Rebellion lijkt bijval te krijgen vanuit verschillende hoeken binnen de TU/e-gemeenschap. Zo stak GO Green Office hen al een hart onder de riem na de arrestaties van 15 maart, en vorige week staken ook TGD en EHL hun nek uit door statements te plaatsen op hun homepages. Maar er lijkt ook een nieuwe beweging te ontstaan: Scientist Rebellion. Waar University Rebellion een groep is van studenten en medewerkers, bestaat Scientist Rebellion uit personen uit de wetenschappelijke staf. De focus van deze groepering is meer politiek gericht dan direct op de instellingen, hoewel er ook zeker geluiden zijn van demonstranten die zich wel op de universiteiten willen gaan richten.
De doelen van University Rebellion en Scientist Rebellion (SR) zijn gelijk: de klimaatproblematiek aanpakken. Postdoc bij de Universiteit Utrecht en woordvoerder van Scientist Rebellion Leo van Kampenhout vertelt aan Cursor dat er verschillende activiteiten zijn gepland in hun actieweek die deze week begint, en wel startend in Den Haag op 6 april. De actiegroep is vorig jaar ontstaan en komt nu aardig op stoom met meer dan duizend leden internationaal, aldus Van Kampenhout. Of er ook al SR-activisten binnen de TU/e zijn is nog niet helemaal duidelijk. Heleen de Coninck erkent dat protestgroepen een belangrijke rol spelen in transities. Daarvoor refereert zij ook nog naar een artikel van haar in The Economist over klimaatactivisme.
Gesprek met het CvB
Op donderdag 31 maart heeft University Rebellion gesproken met Nicole Ummelen, vicevoorzitter van de TU/e, en Sustainability Ambassador Anna Wieczorek. Onder andere student Industrial Design Elena Dagg en student Chemical Engineering Isabella Anglin waren vanuit University Rebellion aanwezig bij het gesprek. “Het was een goede stevige discussie”, laat Anglin weten. Vicevoorzitter Ummelen laat weten de sfeer als “rustig, correct, prettig en open te hebben ervaren”.
De studenten kwamen tijd tekort, waardoor nog niet alle agendapunten besproken zijn. Anglin: “We hebben het gehad over het protest op de Career Expo en over de banden van de TU/e met fossiele brandstofbedrijven. Voor het duurzaamheidsprogramma en het uitroepen van de klimaatnoodtoestand was helaas geen tijd meer over.”
Dagg geeft aan in het gesprek te hebben benoemd dat University Rebellion graag een reactie en/of statement van het College van Bestuur wil zien op de arrestaties van drie studenten tijdens het protest. “Die wilde Ummelen niet geven, om niet meer aandacht op het voorval te vestigen. Wel zei ze het te betreuren dat het zo uit de hand is gelopen.”
Duidelijke regels
Anglin vult Dagg nog aan: “We vroegen ook naar de precieze regels die we dan gebroken zouden hebben, want daar werd steeds aan gerefereerd. Dat kon de vicevoorzitter ons helaas niet zeggen, maar ze erkende wel dat het belangrijk is deze regels te hebben zodat het voor iedereen duidelijk zou worden wat wel en niet mag qua protesten. We hebben hen geadviseerd duidelijke regels op te stellen. Hier zou ze later op terugkomen."
Het is volgens Anglin niet enkel in het belang van University Rebellion dat er duidelijke regels komen voor wat wel en wat niet mag qua demonstreren. "Dit gaat alle studenten en medewerkers aan die om wat voor reden dan ook willen protesteren.” Het geeft de activisten van University Rebellion een onzeker gevoel. “Ik ben nu bang om te protesteren. Ik weet niet meer wat ik wel en niet mag doen omdat er geen duidelijke regels kunnen worden getoond en er is de angst weer gearresteerd te worden”, zegt Dagg.
Het punt over de regels van protest ziet Ummelen anders. Ummelen: “University Rebellion gaf aan dat zij demonstratierecht heel belangrijk vinden - dat vindt CvB ook - en dat zij niet wisten of begrepen welke formele regels zij hadden overtreden en dat zij daar duidelijkheid over wilden hebben, ook voor anderen buiten UR. Ik heb daarop gezegd dat transparantie belangrijk is, en dat onze manager Safety & Security Gijs Spiele de regels desgewenst in een gesprek met hen kan toelichten en dat er geen probleem is om waar nodig de regels te verduidelijken. Dat werd op prijs gesteld. Over statements heb ik gemeld wat we als CvB ook in andere situaties hebben gemeld, namelijk dat we in het algemeen geen voorstander zijn van statements, maar wel willen luisteren, leren en handelen, en daarop mogen we uiteraard beoordeeld worden. Dit gesprek was daar een onderdeel van.”
Geldstromen
Dagg: “De communicatie rond het protest is niet erg duidelijk geweest. Het rare is dat er verschillende verhalen de ronde doen over wie op 15 maart nu de politie heeft gebeld. Het CvB zegt dat zij niet weten wie de politie gebeld heeft, noch dat ze zouden komen. Daarnaast is er in de media aangehaald dat we buiten verder mochten protesteren en dat we dit niet gedaan hebben. Maar wij werden buiten het Auditorium door de politie gedwongen weg te gaan en onze borden en spandoeken niet meer zichtbaar bij ons te dragen.”
Behalve over het protest, is er met het CvB ook gesproken over de samenwerkingsverbanden met bedrijven uit de sector van fossiele brandstoffen. De studenten willen transparantie over welke samenwerkingen er zijn, hoeveel geld zij aan de TU/e betalen en welke criteria er zijn voor samenwerking. Die vragen werden volgens Anglin en Dagg (nog) niet beantwoord. “Nicole Ummelen bood ons eerst aan een lijst hiervan te tonen, maar nadien leek dat aanbod toch weer van tafel”, zegt Anglin. “Voor ons is dit belangrijke informatie, want bedrijven die veel betalen hebben ook meer kans het onderzoek en onderwijs te beïnvloeden. Wij hopen hier met Ummelen in de toekomst nog verder over te kunnen spreken.”
De vicevoorzitter staat zeker open om nog verder te spreken met de actiegroep. “We hebben gesproken over samenwerkingsverbanden met externe bedrijven en organisaties, met de industrie. Die hebben we natuurlijk veel. Ik heb vooral doorgevraagd naar de vraag die achter hun vraag - naar een lijst - zit. Waar gaat het nou eigenlijk om? Daarop volgde een eerste discussie over de vraag of contacten met industrie van invloed zijn op de inhoud van het onderwijs en het onafhankelijk denken door studenten. We hebben gesproken over manieren waarop die discussie zou kunnen plaatsvinden en ik heb toegezegd daar verder over na te denken.”
TU/e-beleid
Over de vraag of de TU/e ambitieuzer moet worden op het gebied van klimaat laat De Coninck Cursor weten: “Aangezien het nu nog niet duidelijk wordt genoemd in de strategie, die nu wordt geactualiseerd, denk ik wel dat scherpe doelen - in lijn met 1,5 graad en andere duurzame ontwikkelingsdoelen, én passend beleid belangrijk zijn. Dat kan best disruptief zijn. Bijvoorbeeld, bij het doel om meer vrouwelijke wetenschappers aan te trekken zijn ook behoorlijk ingrijpende maatregelen genomen. Dat moet je doen als je je doelen serieus neemt en het een probleem is dat zichzelf niet oplost.”
Sustainability Ambassador Anna Wieczorek is ook om een reactie gevraagd voor dit artikel, maar zei helaas op dit moment geen tijd te hebben om te reageren op de vragen van Cursor.
Discussie