“Naast alle besluitvorming is er ook ruimte voor humor”
Precies een jaar draait dit College van Bestuur nu in de huidige bezetting. Rector Frank Baaijens zit in zijn tweede termijn. Vicevoorzitter Nicole Ummelen was bijna zeven jaar universiteitssecretaris. Nieuwkomer Robert-Jan Smits, gepokt en gemazeld in Brussel, was onbekend met de universitaire mores. De samenwerking verloopt goed, vertellen ze alle drie. “Natuurlijk moesten we in het begin wennen aan elkaar”, zegt Ummelen, “maar belangrijke besluiten nemen we echt samen, daar zit nooit licht tussen.”
“Pittig.” Met dat woord karakteriseert collegevoorzitter Robert-Jan Smits zijn eerste maanden aan de TU/e als opvolger van Jan Mengelers. Met hem kon Smits begin 2019 nog enkele maanden meelopen om alvast te wennen aan de overstap van Brussel - waar hij jaren verantwoordelijk was geweest voor het EU-onderzoeksprogramma Horizon 2020 - naar de universiteit in Eindhoven en de omringende Brainport-regio. Smits: “Dat was een mooi begin, er stond al van alles klaar om op voort te borduren, maar het was toch stevig wennen aan de universitaire mores en aan alle geschreven én ongeschreven regeltjes.”
Lees verder onder de foto.
Begin wat dat aangaat met hem niet over de OER, de Onderwijs- en Examenregeling. “Wat een ingewikkelde materie, wat een moloch van een beleidsstuk.” Rector Frank Baaijens sluit zich hardop lachend aan bij de kritische woorden van Smits. “Ja, de OER lijkt er elk jaar alleen maar complexer op te worden, en alle pogingen uit het verleden om het te versimpelen, zijn helaas gestrand.”
Robert-Jan kan dingen goed platslaan, om het maar eens cru te zeggen, waardoor je snel tot de essentie komt
Baaijens kan die eigenschap zeker waarderen bij zijn collega, “de drive van Robert-Jan om zaken helder te krijgen. Voor hem moet iets in enkele zinnen zijn uit te leggen en moet direct duidelijk zijn hoe een organisatie, ook die van ons, in elkaar steekt. Hij kan dingen goed platslaan, om het maar eens cru te zeggen, waardoor je snel tot de essentie komt”.
Vicevoorzitter Nicole Ummelen vult aan: “Frank en ik lopen al heel wat jaren rond in de universitaire wereld en dan raak je er onbewust ook wat door ingekapseld. Maar toen ik in 2012 de overstap maakte van de UvA naar de TU/e, moest ik ook wennen aan hoe bepaalde zaken hier werden gedaan. Robert-Jan heeft met zijn komst gezorgd voor een frisse blik, die Frank en mij weer aan het denken zet over bepaalde zaken en waar we allemaal profijt van hebben.”
Natuurlijk bracht Smits ook zijn uitgebreide netwerk binnen Europa mee naar Eindhoven, vertelt Baaijens. “De komende jaren willen we nog meer gaan investeren in onderzoeksprojecten binnen Europa, en dan met name in EuroTech-verband, waar naast de TU/e vijf andere Europese universiteiten bij zijn aangesloten. En met al die ervaring die hij opdeed bij de EU, weet Robert-Jan ook dat je noch in Brussel noch aan onze universiteit alles tot achter de komma al kunt voorspellen. Hij werkte daar natuurlijk met aanzienlijk grotere budgetten, maar wezenlijk verandert dat niets aan de onvoorspelbaarheid van sommige processen, zowel bij de EU als hier in Eindhoven.”
Lees verder onder de foto.
Smits zelf zegt elke dag nog nieuwe dingen te ontdekken binnen de TU/e en zich te verbazen over de creatieve kracht die er aanwezig is. “Dat zie ik overal terug: binnen onze labs, of bijvoorbeeld als ik rondloop in de windtunnel van Bert Blocken. Maar het valt me ook op als ik op bezoek ben bij een onze studententeams. Ook nu we midden in deze crisis zitten, zie je hoe snel en flexibel docenten en ondersteuners kunnen schakelen met elkaar zodat de onderwijsprocessen toch blijven doordraaien. Daar hebben ik en Frank en Nicole enorm veel bewondering voor.”
Deze crisis heeft zich voor ons ontpopt als een formidabele cursus teambuilding
Sinds de start van de huidige crisis spreken de drie nagenoeg elke dag met elkaar. Smits: “Dat moest in het begin van mijn aantreden nog wat op gang komen. Natuurlijk spreek je elkaar elke donderdagochtend en loop je de dossiers door en neem je beslissingen, maar in het begin hadden we elkaar wellicht wat vaker moeten spreken. Onze discussies kunnen af en toe ook lekker scherp zijn, maar daarmee houd je elkaar ook bij de les. Je moet maar denken: zonder frictie loopt een motor niet. Deze crisis heeft zich voor ons ontpopt als een formidabele cursus teambuilding, waarbij ook universiteitssecretaris Susanne van Weelden een zeer belangrijk lid van het team is.”
Lees verder onder de foto.
Ummelen: “We moesten alle drie even wennen aan elkaar, maar dat zie je elke keer als de bezetting van een College verandert. Wat is dit precies voor een persoon met wie ik de komende vier jaar ga samenwerken? Op welke manier pakt hij of zij de zaken aan? En als hij een vraag stelt, hoe moet ik die dan interpreteren? Wat is eigenlijk de vraag achter de vraag? We hebben in het begin diverse keren samen gegeten en zijn ook de hei op geweest. Dat heeft geleid tot een goede onderlinge verstandhouding, met altijd een open sfeer. We lachen ook veel met elkaar en we delen een bepaald soort humor. Maar Robert-Jan doet het anders dan zijn voorganger Jan Mengelers, en ik doe dingen ongetwijfeld weer anders dan mijn voorganger Jo van Ham ze deed. Dat vroeg om wat gewenningstijd. En vergis je niet: besluiten nemen we unaniem en die worden door ons ook op allerlei niveaus op dezelfde manier uitgedragen. Daar zal nooit licht tussen zitten.”
Of ze als eerste vrouwelijke collegebestuurder nog iets extra’s toevoegt aan dit CvB, is iets waar Ummelen eigenlijk niet over nadenkt. Smits en Baaijens vertelden eerder dat het vooral Ummelen is die in deze crisisperiode hamert op het niet mogen vergeten van kwetsbare groepen en het moeten waken voor overbelasting van het personeel. Ummelen: “Nee, mijn vrouw-zijn zou ik daar niet direct aan koppelen, dat is nu eenmaal iets wat in mijn aard zit. Het is ook niet zo dat Frank of Robert-Jan daar geen oog voor zouden hebben. Ik moet ook zeggen dat de TU/e voor een vrouw een prettige organisatie is om te werken. Veel van onze ondersteunende diensten worden geleid door vrouwen en met ons Irène Curie Fellowship-programma zijn we nu ook het aandeel vrouwen in de wetenschappelijke staf versneld aan het vergroten.”
Lees verder onder de foto.
Baaijens is met dat programma en het succes ervan zeer gelukkig - en uit een enquête kwam naar voren dat binnen de TU/e het besef er ook is dat dit programma de verwachtingen kan waarmaken. “Ontzettend trots zijn we met z’n drieën ook op de uitkomst van de Instellingstoets Kwaliteitszorg (ITK), waarbij we eind november al werden overladen met lof door de NVAO-commissie die onze universiteit onderzocht had. Onlangs kwam het definitieve bericht binnen van de NVAO dat we ervoor geslaagd zijn. Uit het begeleidend rapport sprak veel waardering en alle mensen die hieraan meegewerkt hebben, mogen er meer dan trots op zijn.”
Waar ze gezamenlijk ook trots op zijn, zijn de snelheid en de grote bereidheid binnen de faculteiten om interdisciplinaire samenwerking te zoeken én te vinden binnen de nieuwe instituten die het afgelopen jaar zijn opgezet. Zo kwam er - naast het al bestaande ICMS - het AI-instituut EAISI, en onlangs zag EIRES, het instituut dat zich bezighoudt met energievraagstukken, het levenslicht. Smits: “We zijn echt onder de indruk van de voortvarendheid waarmee dit is opgepakt en kijken met vertrouwen uit naar de andere instituten die nog gaan volgen."
We zullen zaken weer moeten herijken en onze Visie 2030 weer eens goed tegen het licht moeten houden
Concluderend kijken de drie terug op een succesvol eerste jaar, maar natuurlijk is het ook voor hen onzekerheid troef als het aankomt op verwachtingen voor de toekomst. Hoelang moet het onderwijs nog online worden aangeboden? Op welke schaal kan het onderzoek weer worden opgestart? Wat is op termijn weer mogelijk op de campus? Kunnen ondersteuners weer naar hun werkplek? Welk effect heeft de nasleep van de crisis op de samenwerking met het bedrijfsleven?
Richting het nieuwe collegejaar worden de eerste piketpaaltjes daar nu voorzichtig voor geslagen. Goed collegiaal bestuur is daarbij essentieel, weten ze alle drie. Ummelen: “We zullen zaken weer moeten herijken en onze Visie 2030 weer eens goed tegen het licht moeten houden.” Smits vertrouwt erop dat als iedereen er zich met dezelfde energie van nu voor blijft inzetten, er ook na de zomervakantie goed onderwijs en onderzoek gedaan kunnen worden. “Maar laat iedereen wel geregeld de rust zoeken en in de zomermaanden ook echt vakantie nemen”, voegt Ummelen eraan toe.
Discussie