Medezeggenschap in de crisis: kritisch meevaren in de mist
"Veel mensen staan echt op het punt om te breken"
Hoe behartig je de belangen van studenten en medewerkers richting het universiteitsbestuur tijdens een crisis die thuiswerken tot de norm heeft gemaakt? Cursor praatte bij met drie leden van de universiteitsraad van de TU/e. “Het besluitvormingsproces staat onder enorme druk.”
De besluitvorming en onderlinge communicatie kwamen in maart, toen de TU/e haar campus noodgedwongen moest leegvegen en iedereen naar huis stuurde, meteen in een hogere versnelling, blikt Kelly Fransen van studentenfractie DAS terug op de start van de coronacrisis. “Iedereen dacht direct heel actief mee en was meer dan ooit bereid om snel, online, te reageren”.
Ook de eerstvolgende universiteitsraadsvergadering volgde, eind maart, al snel op het sluiten van de campus. “De vraag was natuurlijk: wat is werkbaar? Gaan we het hele proces schriftelijk doen, of is er ook een optie voor gesprek?”, beschrijft Ralph van Ierland (Groep-één|ESR), masterstudent Industrial and Applied Mathematics.
Martijn Klabbers van personeelsfractie PUR, werkzaam aan de faculteit Wiskunde & Informatica, bespeurde aanvankelijk ook wel wat huiver: “Het eerste voorstel was om alles via de mail af te handelen, wellicht ook wel vanuit enige koudwatervrees ten aanzien van de beschikbare online mogelijkheden en systemen. Maar daarop kwam al snel een tegengeluid. Want online kun je eigenlijk dezelfde dingen doen als in een fysieke vergadering. Als je samen in een meeting zit, voel je doorgaans bovendien sneller wat de essentie is van een onderwerp, kom je gemakkelijker tot de noodzakelijke vragen of acties.”
Lees verder onder de foto.
Inmiddels heeft de medezeggenschap in crisistijd, in elk geval op TU/e-niveau, aardig zijn online draai gevonden, vertellen de drie. En dat proces is, afgezien van de nadrukkelijkere virtuele component, niet noemenswaardig veranderd ten opzichte van vóór de coronacrisis. Zo staan voorafgaand aan de vergadering met het College van Bestuur nog altijd twee vergaderingen van de gezamenlijke U-raadsfracties op de agenda, vertelt Fransen.
“Voorafgaand krijgen wij alle documenten toegestuurd; in het eerste vooroverleg bespreken we de schriftelijke vragen die de verschillende fracties willen stellen. Een paar dagen later volgt de schriftelijke beantwoording, die bespreken we in het tweede overleg, waarin we ons voorbereiden op de uiteindelijke vergadering met het College van Bestuur”, aldus de studente Industrial Design, die naast haar U-raadswerk druk is met haar bachelor-eindproject.
Aftasten en voorbereiden
Wel is een zorgvuldige voorbespreking binnen de afzonderlijke fracties, zeker gezien het tempo waarin sommige besluiten nu moeten worden genomen, misschien wel belangrijker dan ooit, denkt Van Ierland. “Eerst wil je vooral heel kritisch kijken naar je eigen vragen”, verduidelijkt de masterstudent. “Als je zelf het antwoord al weet of kunt achterhalen, hoef je een vraag niet aan het College van Bestuur te stellen. Ook de vooroverleggen met de hele UR wil je zo soepel mogelijk laten verlopen. Je zit toch aan tafel met achttien raadsleden, de voorzitter en de secretaris; dat zijn best veel mensen.”
In deze tijden moet je soms belangrijke beslissingen nemen waarvan je niet helemaal weet wat de consequenties zullen zijn
Naast de gebruikelijke vergaderroutine heeft een delegatie van de UR gemiddeld elke één á twee weken een gesprek met collegelid Nicole Ummelen, “om alvast af te tasten: wat komt eraan en hoe gaat het nu? Zo kunnen we op een informele manier vragen stellen over de situatie en onszelf alvast een beetje voorbereiden op aankomende stukken”, aldus Van Ierland.
Met het voortraject mag het dan wel goed zitten; voor PUR-lid Klabbers wringt de schoen wel wat als het gaat om de ‘afwikkeling’. Want wat hij in deze crisis misschien nog wel het meeste mist in de medezeggenschap is de tijd om te reflecteren. “In tijden als deze moet je soms belangrijke beslissingen nemen waarvoor je eigenlijk meer tijd zou willen maken. Beslissingen waarvan je niet altijd helemaal weet wat de consequenties zullen zijn, en waarvan je achteraf misschien moet concluderen dat je anders had moeten besluiten. Dat proces staat onder zó’n enorme druk. Net als premier Rutte landelijk doet, varen we ook als universiteit soms eigenlijk een beetje in de mist - zeker in het begin.”
Ook Van Ierland begrijpt de vaart waarmee het College van Bestuur sommige besluiten heeft moeten nemen: “Je wil als universiteit vooral ook duidelijkheid bieden aan studenten en medewerkers. Soms moesten we als U-raad binnen vierentwintig uur feedback geven op geplande maatregelen. Dat is snel, maar onze input wordt wel gevráágd en we hebben altijd nette en gefundeerde antwoorden op onze vragen gekregen. Dat waarderen we enorm, ook al zijn we het inhoudelijk soms niet helemaal eens.”
Klabbers: “Het College van Bestuur had ook kunnen zeggen: ‘Dit is allemaal operationeel en geen beleid; we kunnen hier gewoon beslissingen over nemen zonder dat we de U-raad daarin betrekken’. Want in exceptionele situaties grijpen besturen soms graag de gelegenheid aan om heel solistisch bezig te zijn.” Zo niet het TU/e-bestuur, benadrukt hij, “maar ik zie bijvoorbeeld binnen de faculteiten wel dat de medezeggenschap daar soms op dit moment als niet-bestaand wordt beschouwd”.
Lees verder onder de foto.
Proctoring
Fractievoorzitter Fransen van DAS heeft de indruk dat de adviezen vanuit de universiteitsraad in elk geval “altijd serieus zijn genomen”. Al wil dat nog niet zeggen dat alle neuzen uiteindelijk ook altijd dezelfde kant opstaan. Bijvoorbeeld bij het besluit over online proctoring - waarbij een student een tentamen maakt onder digitaal toezicht - stond de U-raad volgens haar zeker niet zomaar te juichen, “maar in sommige gevallen kán het niet anders”.
Van Ierland vult aan: “Ik snap de gevoeligheid; het is voor studenten niet prettig om een proctoringtentamen te doen, om je hele studentenkamer te laten zien en bovendien afhankelijk te zijn van de techniek. Dat geeft toch meer stress. Maar het is vooral ingezet om de studenten te hélpen en om te voorkomen dat ze in deze lastige tijd studievertraging oplopen - maar in de landelijke discussie lijkt die nuance helemaal te zijn verdwenen. We zien proctoring wel echt als laatste oplossing en vinden dan ook dat examencommissies hier kritisch op moeten zijn. Die kanttekening hebben we wel gemaakt. En je moet blijven monitoren of dat goed loopt”.
Klabbers noemt het daarom goed dat er meteen na het eerste proctoringtentamen een evaluatie is gehouden. “Dat eerste tentamen ging niet echt geweldig, er waren voldoende redenen om nog eens heel kritisch naar dat proces te kijken en te zorgen dat een en ander voor Q4 wél helemaal goed op orde is.”
We blijven stimuleren dat mensen een bestuursjaar bij een vereniging of studententeam doen
Ook de TU/e-brede overstap op Office 365 was volgens Klabbers spannend. “Net als bij proctoring zat ook hier een licht privacy-aspect aan, mede vanwege de Amerikaanse bedrijven waarvoor gekozen is. Dat zijn dingen waarop je scherp moet blijven, en beslissingen waarmee ook het College van Bestuur, denk ik, wel even moeite heeft gehad. En misschien waren we het er niet altijd mee eens, maar het waren wel beslissingen met een onderbouwing die voor ons klópte. Op de langere termijn kun je pas gaan bekijken of het ook de juiste beslissing was”.
Nieuwe kansen creëren
Al lopen ook andere, meer ‘alledaagse’ onderwerpen intussen door; de coronacrisis en de gevolgen ervan zijn en blijven vooralsnog belangrijke thema’s binnen de U-raad en tussen de fracties en hun achterban. “Hoe ervaren studenten de situatie, tegen welke problemen lopen ze wellicht aan, wat vinden ze van het online onderwijs en wat willen ze daarvan in de toekomst behouden?”, beschrijft Fransen enkele populaire gespreksonderwerpen binnen studentengroepering DAS en haar achterban.
Ook Groep-één|ESR wil de crisis vooral ook aangrijpen om “nieuwe kansen te creëren”. Van Ierland wijst onder meer op de rappe ontwikkeling die het online onderwijs de laatste maanden, gedwongen door omstandigheden, heeft doorgemaakt. En op de mogelijkheden die dat biedt om bijvoorbeeld blended learning aan de TU/e voortvarender handen en voeten te geven. “Maar we letten daarnaast ook nog steeds op bijvoorbeeld de extra-curriculaire ontwikkeling van studenten, blijven stimuleren dat mensen een bestuursjaar bij een vereniging of studententeam doen - belangrijk voor onze universiteit en voor je eigen ontwikkeling.”
Klabbers constateert dat sommige onderwerpen tijdens de coronacrisis wel wat vertraging oplopen, “zoals de behandeling van de voorjaarsnota en mogelijk straks de begroting voor 2021 - ondanks de inzet van de Dienst Financiële en Economische Zaken”, zo benadrukt hij. “Er zijn gewoon nog zoveel onzekerheden op het moment, ook nationaal en op Europees niveau.”
Lees verder onder de foto.
Een belangrijk en actueel onderwerp voor alle U-raadsfracties is en blijft intussen het welzijn van studenten en medewerkers. Van Ierland: “We horen van veel studenten die echt weer toe zijn aan het zien van mensen, in plaats van alleen hun laptopscherm.” Hij wijst op de volgens hem mooie initiatieven die al zijn ontstaan doordat verschillende partijen, zoals het Student Wellbeing Network, actief over het onderwerp meedenken en de handen ineenslaan. Als voorbeelden noemt hij de Hear Me-luisterlijn van de TU/e en de radiozender, ontstaan vanuit een eerder initiatief van studievereniging GEWIS, die uiteindelijk tien weken in de lucht was.
Tegen een burn-out aan
Maar Klabbers maakt zich niettemin de nodige zorgen - niet in de laatste plaats over docenten die het online onderwijs volgens hem heel serieus hebben omarmd en ingericht (“we bereiken nu in een paar maanden heel veel van wat we eigenlijk pas in 2030 hadden willen bereiken”), maar die er nu de gevolgen van beginnen te voelen.
“Vroeger had je nog tijd om op de campus van de ene meeting naar de volgende te lopen. Nu is alles strak ingepland en zitten mensen vaak uren achter elkaar knalhard achter hun computer te werken. Veel mensen staan echt op het punt om te breken, zitten tegen een burn-out aan - ook omdat het einde van deze situatie nog niet in zicht is. Daar willen we tijdens de eerstvolgende U-raadsvergadering (deze is inmiddels geweest, op maandag 15 juni, red.) zeker vragen over stellen.” Op een crisis zit niemand te wachten, maar Klabbers hoopt niettemin dat het een “experiment” blijkt waarvan vooral ook geleerd wordt om daarna zaken béter te kunnen doen, “bijvoorbeeld door de goede aspecten van het online onderwijs te combineren met on-campus onderwijs”.
Ik merk toch wel dat je de gesprekken in de wandelgangen mist
De TU/e wil innoveren - en dit is een uitgelezen kans om te “innoveren ín het innoveren”, denkt Van Ierland, bijvoorbeeld in het online onderwijs. Fransen: “De flexibiliteit van online onderwijs vindt iedereen bijvoorbeeld wel heel prettig, studenten kunnen meer zelf plannen. Dat kan allemaal worden meegenomen in het onderwijs van de toekomst”.
De drie U-raadsleden nodigen studenten en medewerkers met ideeën hierover - al dan niet vanuit eigen positieve of negatieve ervaring - graag uit om deze met hun fracties te delen. Want, zo zegt Fransen: “Ik merk toch wel dat je de gesprekken in de wandelgangen mist”. Van Ierland vult aan: “En laat je vooral ook horen wanneer je het niet eens bent met bepaalde zaken, of met hoe wij daartegenaan kijken. Tegengeluiden houden ons scherp en dragen uiteindelijk bij aan betere beslissingen. Denk niet: ‘Alles wordt al voor me besloten, dus ik hou mezelf maar stil’”.
Hij besluit: “Uiteindelijk hebben we allemaal hetzelfde doel en dat is: zaken zo goed mogelijk regelen. Daarbij kun je er bij een crisis als deze heel erg over gaan inzitten wat er niet is, maar je kunt ook kijken naar wat een situatie kan bíeden, en alternatieven gaan onderzoeken die misschien nog wel beter zijn dan wat je eerst in je hoofd had. Dat is denk ik wel een belangrijke les die we hier allemaal uit hebben gehaald”.
Discussie