Wat is er vijf jaar na de bezetting van het Maagdenhuis bereikt?

De Maagdenhuisbezetting was vijf jaar geleden voorpaginanieuws, maar kregen de actievoerders hun zin? De eisen van docenten en medewerkers worden beter gehoord dan ooit, maar van democratisering is weinig terechtgekomen.

door
foto Daniël Rommens

Precies vijf jaar geleden, in de avond van 25 februari 2015 viel een groep van twee- tot driehonderd actievoerders het iconische bestuursgebouw van de Universiteit van Amsterdam (UvA) binnen. ‘Meer inspraak, meer democratie’, prijkte er op de spandoeken. Ook eisten ze meer geld voor kleine opleidingen en minder nadruk op ‘rendement’.

Het werd de langste Maagdenhuisbezetting ooit. Ruim zes weken bivakkeerde een groep van zo’n dertig actievoerders op matjes in de kantoren en vergaderruimtes. Er werden lezingen en debatten georganiseerd, de burgemeester kwam op bezoek en de Amsterdamse studentenvakbond bracht vegetarische couscous. UvA-voorzitter Louise Gunning diende haar ontslag in - tot grote vreugde van de bezetters - en de universiteit kreeg na de ontruiming een rekening voor de schade gepresenteerd van meer dan een half miljoen euro.

De vraag is wat er nu, vijf jaar later, van de eisen van de bezetters terecht is gekomen, niet alleen in Amsterdam, maar in het hele hoger onderwijs. Heeft het iets opgeleverd?

Gemiste kans

Zo gemoedelijk als de sfeer in het Maagdenhuis was geweest, des te feller ging het er na de ontruiming in de Tweede Kamer aan toe. Een rechtse meerderheid sprak schande van de bezetters en wilde de schade op hen verhalen. Toenmalig onderwijsminister Jet Bussemaker vreesde dat dit ‘onrust’ zou geven en liet het liever over aan de verzekering.

Enkele maanden na de bezetting diende ze de Wet Versterking Bestuurskracht in. Met het Maagdenhuis had dat weinig te maken. De wet was een reactie op bestuurlijk wanbeheer in het mbo. De medezeggenschap mocht voortaan meepraten over de benoeming van bestuurders. Van instemmingsrecht op de inhoud van het onderwijsprogramma wilde Bussemaker niets weten.

Medezeggenschap is er vooral om het beleid van het bestuur te legitimeren

Geertje Hulzebos
Activist en voormalig LSVb-voorzitter

Studentenorganisaties staken hun teleurstelling niet onder stoelen of banken. “Minister luistert niet naar #maagdenhuis en verandert bijna niets”, twitterde de Amsterdamse studentenunie. De Landelijke Studentenvakbond (LSVb) en het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) wilden meer instemmingsrechten en vonden de wet “een gemiste kans”.

Docenten en studenten hadden datzelfde jaar instemmingsrecht gekregen op de hoofdlijnen van de jaarlijkse begroting. Maar: dit was al in 2014 onderdeel van de deal over het afschaffen van de basisbeurs. Het had niets te maken met de Maagdenhuisbezetting.

Gesloten deuren

Ook volgens de Leidse onderwijs- en beleidshistoricus Pieter Slaman heeft de Maagdenhuisbezetting weinig verbetering gebracht voor de medezeggenschap. “Raden mogen nog altijd alleen achteraf zeggen wat ze van het door het College van Bestuur ontwikkelde beleid vinden.”

Een vergadering tussen medezeggenschapsraad en het CvB vindt Slaman dan ook niet erg spannend. “Het voorbespreken vindt achter gesloten deuren plaats en op het moment dat er besluiten worden genomen, zijn veel zaken al volledig afgekaart.”

“Instellingen doen sinds 2015 alsof er meer inspraak is, maar feitelijk heb je die niet”, vindt activist en voormalig LSVb-voorzitter Geertje Hulzebos. “Medezeggenschap is er vooral om het beleid van het bestuur te legitimeren. Met adviezen die ze gewoon aan de kant mogen schuiven.”

Als student vindt Hulzebos, die zelf voorzitter was van haar faculteitsraad, het jammer dat de "pakkenmaffia” zich steeds vaker beschikbaar stelt. “Onderwijsinstellingen zijn diplomafabrieken geworden en een jaartje medezeggenschap staat nou eenmaal goed op het cv. Maar zijn dat mensen die je stem verdienen?” De Maagdenhuisbezetters gaven volgens haar dan ook de voorkeur aan directe democratie, waarbij iedereen die wil kan meebeslissen.

Enorme woede

Eind jaren negentig werden in Nederland nieuwe regels ingevoerd om universiteiten meer op bedrijven te laten lijken. Hiermee kwam er meer druk op de ketel: om het rendement te vergroten moesten studenten sneller door hun opleiding heen. De werkdruk steeg en kleine studies kwamen op de tocht te staan.

Juist die bedrijfsmatige cultuur veroorzaakte in 2015 een enorme woede. “Aan de ene kant had je de docenten die heel gepassioneerd zijn over de wetenschap en de studenten die opkomen voor het belang van hun opleiding”, zegt historicus Slaman. “En aan de andere kant zat een bestuur dat aan de knoppen draaide om het rendement te verhogen.”

Is dat nu, vijf jaar later, wezenlijk anders? Nee, vindt Slaman. “En dat had ook niet gekund. Want wetenschappers zijn en blijven nu eenmaal vakidioten, studenten gaan voor hun eigen belang en een bestuur moet een universiteit zo efficiënt mogelijk runnen. Never the three shall meet. Maar dat geeft niet, want juist die frictie zorgt ervoor dat er af en toe ook vooruitgang wordt geboekt.”

Als de medezeggenschap meer invloed had, zouden die opkomstpercentages voor verkiezingen echt wel hoger zijn

Lisa Westerveld
Kamerlid GroenLinks

Zelfs bij de UvA is er niet veel terechtgekomen van de democratiseringsplannen van de Maagdenhuisbezetters, ook al ging het nieuwe bestuur er met frisse moed mee aan de slag. Een in 2018 gestart experiment met een ‘universiteitsforum’ bestaande uit meer dan zeventig UvA-studenten en -medewerkers, die grotendeels door loting werden aangewezen, leverde weinig op.

Ook werd het bestuur van de UvA na de bezetting uitgebreid met een student-lid. Maar op een vacature voor die functie kwamen dit jaar nul sollicitaties binnen.

Verkiezingen

Alle roep om inspraak ten spijt neemt bovendien ook de gemiddelde opkomst voor medezeggenschapsverkiezingen op universiteiten alleen maar af, tot onder de 30 procent. Aan de TU/e lag begin december het opkomstpercentage voor de verkiezing van de negen studentenzetels in de universiteitsraad daar net iets boven, op 31,55 procent , en daarmee was die opkomst nagenoeg gelijk aan die van het jaar daarvoor. Maar soms zijn er zelfs niet genoeg kandidaten en worden verkiezingen helemaal afgeblazen.

“Als de medezeggenschap meer invloed had, zouden die opkomstpercentages echt wel hoger zijn”, denkt GroenLinks Kamerlid Lisa Westerveld, voormalig voorzitter van de LSVb. “Want waarom zou je stemmen als het toch niets uitmaakt? Het is tijd dat instellingen hun studenten en medewerkers serieus nemen en echte inspraak bieden.”

Reünie

Ter ere van het vijfjarig jubileum wil een groep voormalige Maagdenhuisbezetters op vrijdag 28 februari samenkomen, om terug te kijken en vooruit te blikken. Geen betere plek dan de hal van het Maagdenhuis, dachten zij. Maar de UvA stelt de locatie niet beschikbaar.

Geertje Hulzebos is initiatiefnemer van het evenement en vindt het allemaal ontzettend jammer. “Het getuigt echt van wantrouwen. Ik ben er wekenlang mee bezig geweest en heb talloze mensen gemaild en gesproken. We hebben netjes ons programma doorgegeven en zelfs expliciet gezegd: we gaan het pand niet opnieuw bezetten, het wordt echt een positief evenement.”

Het mocht niet baten, terwijl het bestuur in 2015 nog beloofde de hal van het Maagdenhuis beschikbaar te houden voor debat. Volgens Hulzebos wil het bestuur ook niet aanwezig zijn bij de reünie. “Het bewijst maar weer dat het Maagdenhuis nog altijd wordt bezet door bestuurders en managers. Je mag er als student niet eens naar de wc.”

Was het dan allemaal voor niets? Zeker niet. Want sinds de Maagdenhuisbezetting is er wel veel meer oog voor de klachten van het wetenschappelijk en ondersteunend personeel. Bijvoorbeeld over het grote aantal tijdelijke contracten, de hoge werkdruk en de disbalans in de wetenschapsfinanciering.

Het balletje ging pas echt rollen toen Rens Bod, UvA-hoogleraar Digital Humanities, in 2017 een online petitie lanceerde. Het hoger onderwijs barstte uit zijn voegen en er moest meer geld bij in plaats van minder, zoals bij de sociale en geesteswetenschappen. De petitie leverde meer dan vijfduizend handtekeningen op en de verankering van de hashtag #WOinActie. In 2018 trokken meer dan duizend docenten, onderzoekers en studenten naar Den Haag om te protesteren tegen de ‘afbraak’ van het hoger onderwijs en onderzoek. Vorig jaar reisden honderden wetenschappers en studenten om diezelfde reden naar Leiden.

De minister zegt dat ze kleine studies wil redden, maar tegelijkertijd zie ik haar geld pikken bij de alfa- en gammastudies om de bètastudies een boost te geven

Pieter Slaman
Onderwijs- en beleidshistoricus Universiteit Leiden

WOinActie is uitgegroeid tot een niet meer weg te denken landelijke protestbeweging. “Daar is sinds de bezetting van het Maagdenhuis écht iets gebeurd”, zegt Slaman. “Je kunt gerust spreken van een cultuuromslag, waarbij het universiteitspersoneel voor het eerst wijst op wat er fout gaat. Je kunt als universiteit tegenwoordig echt niet meer met goed fatsoen zeggen: ik zet een promovendus voor half geld aan het werk. Daar word je op twitter rechtstreeks op aangesproken.”

Dat medewerkers veel meer van zich laten horen, kan Kamerlid Westerveld uit eigen ervaring beamen. “Toen ik tien jaar geleden LSVb-voorzitter was, zaten wij als bestuur om de tafel met alleen de VSNU en de Vereniging Hogescholen. Voor ons was het best lastig om tegen hen op te boksen, het voelde als een gevecht tegen een grote broer. Ik heb toen vaak genoeg gedacht: waar zijn toch de docenten? Nu kan de minister niet meer om het personeel heen.”

Ook Hulzebos vindt WOinActie een “enorm goede club”. Wel vreest ze dat bestuurders de protestgroep gebruiken om tegenstanders de wind uit de zeilen te nemen. “Het is repressieve tolerantie”, waarschuwt ze. “Veel besturen zeggen nu: ‘Kijk maar, wij staan volledig aan jullie kant, want wij steunen WOinActie ook’. Dan slaat je protest volledig dood.”

Een miljard

Ook in de politiek krijgt de protestbeweging veel steun. Zelfs minister Van Engelshoven erkent dat het wringt in het hoger onderwijs en dat er meer geld nodig is. Ze wil minder concurrentie en meer samenwerking en steunt het idee dat wetenschappers op meer zaken worden afgerekend dan alleen hun onderzoeksprestaties.

Een positieve ontwikkeling, vindt Westerveld. “Er is nog een lange weg te gaan, maar ik ben blij dat de minister inziet dat we het rendementsdenken uit het hoger onderwijs moeten halen. Ze heeft zelfs al meerdere keren laten vallen dat ze op zoek is naar een miljard. Dat is nogal een uitspraak. Of het gaat lukken, is niet zeker, maar de urgentie wordt in elk geval gevoeld.”

Een urgentie die begon in het Maagdenhuis. En ook als het niet lukt, zullen zich ongetwijfeld weer nieuwe studentenacties aandienen, zegt Westerveld. “Studenten laten om de paar jaar van zich horen, en dat kan ook niet anders. Het is het lot van de underdog. Je moet ervoor blijven vechten dat je rechten niet worden afgepakt.”

Vruchten plukken

Historicus Slaman ziet het iets somberder in. “De minister zegt dat ze kleine studies wil redden, maar tegelijkertijd zie ik haar geld pikken bij de alfa- en gammastudies om de bètastudies een boost te geven.”

Dat Van Engelshoven het hoger onderwijs minder afhankelijk wil maken van studentenaantallen vindt Slaman wel een belangrijke stap in de goede richting. “Dankzij de cultuuromslag die zich sinds 2015 voltrekt, wordt er nu eindelijk serieus gekeken naar het financieringsmodel.”

“Dat is de grote kracht geweest van de Maagdenhuisbezetting”, concludeert activist Hulzebos. “Het fundamenteel bevragen van het huidige onderwijssysteem. Of je nou hoogleraar was, student of studieadviseur: je mocht er zijn en je mening deed ertoe. Daar beginnen we nu de vruchten van te plukken. Ik weet zeker dat we er over twintig jaar nog steeds over praten.”

Van zeggenschap naar medezeggenschap

Het was vijf jaar geleden niet voor het eerst dat studenten meer inspraak eisten. Ook eind jaren zestig van de vorige eeuw voerden veel studenten hier actie voor. Het leidde op 16 mei 1969 tot de eerste bezetting van het Maagdenhuis, die na vijf dagen hardhandig door de politie werd beëindigd.

Het protest was niet voor niets: een jaar later werd de inspraak van studenten en medewerkers officieel vastgelegd in de Wet op de Universitaire Bestuurshervorming (de WUB). Universiteitsraden werden bestuursorganen en mochten officieel meebeslissen over alles wat de universiteit aanging.

Deze werkwijze was democratisch, maar niet heel efficiënt. Een College van Bestuur had nu immers voor vrijwel elk plan eerst goedkeuring nodig van de universiteitsraad. In 1997 werd het merendeel van de verworvenheden teruggedraaid met de wet Modernisering Universitaire Bestuursorganisatie (de MUB).

Universiteits- en hogeschoolraden werden medezeggenschapsraden: ze mochten niet langer meebesturen, maar hadden alleen nog advies- of instemmingsrecht.

Deel dit artikel