Wanneer ben je ID-waardig?
Behoefte aan duidelijkere beoordelingscriteria bij Industrial Design
Studenten Industrial Design willen duidelijkere beoordelingscriteria in plaats van richtlijnen. Wanneer ben je nu ID-waardig? Een van de vragen waarmee Ieva Vaitiekunaite worstelde, toen ze na jaren van goede beoordelingen opeens zakte voor haar eindproject. En zij blijkt niet de enige. De misschien toch wel meest creatieve opleiding van de TU/e roept vragen op onder studenten over beoordelingscriteria en banenkansen. Opleidingsdirecteur Miguel Bruns probeert ze te beantwoorden.
In de zomer van 2020 kwam voor Ieva Vaitiekunaite een abrupt einde aan haar bachelor. “Industrial Design, de faculteit waar grappen over worden gemaakt, want wij zijn de 'nepingenieurs'. En nu ik er al langer heb gezeten, begrijp ik waarom", zegt de oud-student. "Ik heb gezien hoe het werkt: je wordt niet per se beoordeeld op je vaardigheden. Er is altijd een groot subjectief deel van je cijfer dat afhangt van je docent. Evaluatiecriteria zijn metrics die alleen niet meetbaar zijn. Bijvoorbeeld: een van de criteria is hoeveel begeleiding de student nodig heeft tijdens het project. Het is alleen niet duidelijk hoe vaak om hulp vragen overeenkomt met welk cijfer. ‘Veel’ voor de ene docent is niet hetzelfde als ‘veel’ voor de andere."
Patrick Verhagen (naam gefingeerd, echte naam bekend bij de redactie) liep tegen iets vergelijkbaars aan. Vanwege zijn werk wil hij anoniem blijven. “Ik zocht een stage voor mijn studie en het was moeilijk om iets passends te vinden. Met wat getouwtrek zou ik aan de slag mogen bij een bedrijf voor financiële consultancy en risicoanalyse. Zo’n stage moet getekend en geregeld zijn voor de start van het derde jaar, dus uiterlijk in de zomer van het tweede jaar. Dat had ik op tijd geregeld en toen bleek dat ik het project dat voorafgaat aan de stage, niet had gehaald. Dat verbaasde mij zeer. Ik had een heel onderzoekstraject doorlopen samen met mijn groepsgenoten, met als doel het resultaat uiteindelijk te publiceren.”
“Onze projectbegeleider was erg enthousiast en wilde me graag laten slagen, maar dat bleek niet mogelijk door mijn reflectie. Die was misschien niet fantastisch en ik heb nog gevraagd of ik dat mocht repareren, maar dat was niet mogelijk. Dat heb ik geaccepteerd, maar ik vind persoonlijk dat een reflectie minder belangrijk moet zijn in de beoordeling dan het product dat je oplevert. In de zomer ben ik eens rustig gaan nadenken. Toen kreeg ik een mail van de Association for Computing Machinery Inc., een uitgever. Die wilde de paper van mijn groepje publiceren! Dat geeft wel aan dat onze paper van voldoende niveau was. Daarmee voelde het extra vreemd dat ik door mijn reflectie gezakt kon zijn. Ik heb besloten alsnog mijn stage te gaan doen, ondanks dat deze dus niet kon meetellen voor mijn bachelor Industrial Design - dit vanwege het voorval met het project. Op die stage waren ze zo tevreden dat ik een baan kreeg aangeboden. Die heb ik aangenomen en op die plek doe ik nu veel op het gebied van communicatie en automatisering.”
Miguel Bruns, universitair hoofddocent en opleidingsdirecteur van de faculteit Industrial Design, reageert hierop: “Een project kan excellent zijn op één gebied, bijvoorbeeld informatica. Het zou zelfs gepubliceerd kunnen worden als paper in een journal, maar toch niet goed worden beoordeeld bij Industrial Design omdat de verschillende expertisegebieden onvoldoende zijn geïntegreerd." Verderop in dit artikel meer hierover.
Een leidraad zonder verplichting
“Natuurlijk is het een subjectieve ervaring, die beoordeling”, start alumna Lidewij Heerkens haar verhaal. “Ik weet niet of dit voor iedereen geldt, maar ik vond mijn beoordelingstraject wel apart gaan. De eerste keer had ik mijn bachelor-eindproject (BEP) niet gehaald, maar vervolgens de herkansing wel, gelukkig. Ik deed mijn BEP bij innovation Space (iS) in een multidisciplinair team, maar ik werd beoordeeld bij ID. Er was veel onduidelijkheid in de communicatie bij ID en dan kwam er ook nog corona bovenop. Ik was met mijn project bezig en een week voor de beoordeling kreeg ik te horen van mijn coach dat het niet goed genoeg was: ik kreeg een 5,0. Dat was apart, want in het Rubrics-booklet was alles ‘sufficient’ - behalve tweemaal ‘insufficient’ en driemaal ‘good’ - ingevuld (pagina 39 t/m 42, red.).” Dat Rubrics-booklet (dit is de versie die van toepassing was op Heerkens; nu staat de versie van oktober 2020 online, red.) beschrijft het vereiste ontwikkelingsniveau en de verwachte competenties voor een ID’er.
“Een simpel rekensommetje van de bovenstaande beoordelingen leert dat die combinatie toch gemiddeld ‘sufficient’ moet opleveren. Ik heb navraag gedaan en mijn coach zei toen zoiets als dat het cijfer bepaald wordt voor het algehele project en in vergelijking tot andere studenten. Bij de herkansing had ik opeens een 7 en dat was drie weken later. Dat vond ik best een groot verschil voor drie weken na een project dat een half jaar in beslag had genomen. Hoe men nou tot die 5 of 7 is gekomen, is mij een raadsel. Die Rubrics is een soort guideline en niet bindend. Je coach kan ervan afwijken. Sowieso zijn de pagina’s vanaf 43 nooit ingevuld, geen idee waarom die er zijn en wat ermee gedaan wordt. Tot hoever de richtlijn gaat, of dat per coach verschilt, hoe men tot het cijfer komt: geen idee. Hoeveel telt welk onderdeel uit de Rubrics mee voor je cijfer? Wanneer is een prototype of research goed? Duidelijke beoordelingscriteria zouden fijn zijn, in plaats van richtlijnen.”
Duidelijke beoordelingscriteria zouden fijn zijn, in plaats van richtlijnen
Geen gewogen gemiddelde
Heerkens: “Ik had een ethisch onderzoek vanuit designperspectief gedaan en een framework gemaakt. De beoordelaar vond dat mijn framework niet aan de eisen voldeed voor de demonstrator. Ironisch genoeg kreeg ik een fles limonade thuisgestuurd vanuit innoSpace als een soort prijs voor het project dat ik had gedaan, omdat dat wel het beste project van het jaar was. Terwijl ik het dus nog aan het herkansen was. Ik heb het gerepareerd en dat is het probleem ook niet, het gaat om de onduidelijkheid over de beoordeling en de informatie daarover”, zegt Heerkens.
Bruns: “Projecten worden beoordeeld met een verdict; een Pass of Fail, en in uitzonderlijke gevallen - de beste tien procent - met een Excellent. Bachelor-eindprojecten worden beoordeeld met een cijfer, maar dit is geen berekend gemiddelde. Het is niet zo dat als je in de Rubrics een ‘voldoende’, een ‘onvoldoende’ en een ‘goed’ hebt, dat je dan automatisch gemiddeld een ‘voldoende’ krijgt. De Rubrics zijn niet één op één gematcht op een aantal fouten, zoals bij Calculus mogelijk is. Ze zijn een onderbouwing, maar niet leidend. Het staat ook altijd in relatie tot de prestaties van andere studenten. Als meerdere studenten dezelfde beoordeling hebben wat betreft het aantal keren dat ze ‘goed’ hebben ontvangen, kijken we hoe de projecten onderling verschillen en besluiten we welke cijfers erbij passen.”
Industrial Design, de afdeling waar grappen over worden gemaakt, want wij zijn de 'nepingenieurs'
Niet de juiste vaardigheden
"Ik deed mijn afstudeerproject voor Signify”, zegt Vaitiekunaite. Ze kreeg daarvoor groen licht en "het werd zelfs aanbevolen om het bij een bedrijf te doen: ‘Signify heeft meer tijd om je te begeleiden en te ondersteunen dan wij met het aantal studenten in jouw jaar’, werd me verteld.”
Aan het einde van het project moest Vaitiekunaite een presentatie geven en plots was de houding van de universitaire assessoren heel anders: ze zakte voor haar afstudeerproject. Ze was verbaasd. “Volgens de docenten was de belangrijkste reden dat ik zonder recht op herkansing zakte, dat ik niet de balans had in vaardigheden die een bachelor Industrial Design nodig heeft. Dat is schokkend om te horen na drie jaar bachelorstudie. Dit is mij vóór het laatste beoordelingsmoment ook nooit meegedeeld.”
Tot op de dag van vandaag wordt mijn situatie nog altijd 'geanalyseerd'
Aanvechten
Om het nog vreemder te maken: Signify was juist zeer tevreden over Vaitiekunaite en bood haar zelfs een baan aan, die ze ook aannam. “Natuurlijk zou ik graag een diploma willen, maar zo'n kans kan ik niet laten liggen; ik studeerde uiteindelijk voor een goede baan. Toch wilde ik deze zaak niet laten zitten en ik besloot een klacht in te dienen."
Dat bleek niet zo eenvoudig: als ze niet alleen bezwaar wilde maken, maar in beroep wilde gaan tegen de beslissing, moest ze zich opnieuw inschrijven (voor het studiejaar 2020-2021, red.). Vaitiekunaite: “Dat is toch belachelijk? Het gebeurde in de zomer van het studiejaar 2019-2020 en ik moet gewoon een klacht kunnen indienen en op de hoogte worden gehouden, in plaats van honderden euro's te moeten betalen om opheldering te krijgen. Uiteindelijk hebben ze me niet gestopt nadat ik een procedure was gestart zonder me opnieuw in te schrijven. De examencommissie reageerde met: ‘De docent heeft zich aan het protocol gehouden'. Maar dat was nooit mijn probleem en daar gingen mijn argumenten niet over. Tot op de dag van vandaag wordt mijn situatie nog altijd 'geanalyseerd'."
Heerkens: “Ik heb bewust gekozen mijn ‘conditional’ niet aan te vechten, maar te herkansen. Ik had geen zin om tijd en energie in dat gevecht te stoppen. Stel je voor dat je iets te subjectief beoordeeld vindt; ik zou niet weten op grond waarvan ik dan een second opinion moet aanvragen. Pas als er concrete criteria zijn, kun je het aanvechten.”
Geen exacte wetenschap
“Industrial Design is geen exacte wetenschap, zoals bijvoorbeeld wiskunde", zegt Bruns. "ID kenmerkt zich door een integratie van verschillende disciplines. Wij leiden studenten op om op vanuit vijf verschillende expertisegebieden naar het ontwerpproces te kijken. Het belang van die vijf perspectieven wordt al vroeg aan de studenten kenbaar gemaakt. In de bachelor bieden we de studenten verschillende vakken aan om die perspectieven te ontwikkelen. Bij vakken als Calculus of Statistiek kun je duidelijk in de beoordeling zeggen of iets goed of fout is, maar in de beoordeling van filosofie, kunst of het proces zelf zit een stukje subjectiviteit. We moeten ook beoordelen hoe goed studenten hun visie op design hebben geïntegreerd in het ontwerpproces. Daarbij moeten minimaal drie van bovenstaande perspectieven vertegenwoordigd zijn. Sommige studenten zijn zich onvoldoende bewust dat ze die vijf perspectieven moeten ontwikkelen, maar kijken vanuit het perspectief van hun voorkeur naar design. Als je dat bijvoorbeeld vooral vanuit informatica-perspectief doet, kun je beter informatica gaan studeren. De meerwaarde zit in de integratie van de ‘lenzen’.”
Uitleg aan werkgevers
Als je je studie nog moet uitleggen aan potentiële werkgevers of stagebedrijven, kan dat het vinden van een baan of stage moeilijker maken. Vaitiekunaite merkte dat bij het zoeken naar een stageplaats. “Een gemiddelde HR-medewerker weet niet wat Industrial Design inhoudt en kan zich ook niet voorstellen wat een ID-student kan en of dat bij het bedrijf past. Dat is vooral zo bij grote bedrijven waar HR de eerste selectie maakt.”
Verhagen: “Mijn stagebedrijf snapte in eerste instantie niet goed wat Industrial Design inhoudt, dat moest ik echt uitleggen. We (industrieel ontwerpers, red.) kunnen van alles, maar vergeleken met andere studies hebben we geen echte specialisaties die realistische kansen bieden op de arbeidsmarkt, vind ik. Er zullen allicht studenten zijn die dat anders zien. Ik ben bij mijn stagebedrijf binnengekomen door mijn eigen initiatief en netwerk, dat had niets met de universiteit te maken. De universiteit gaf een paar suggesties, maar als ik via hen was gaan zoeken, had ik nooit zoiets kunnen vinden als dat ik nu heb. Industrial Design is inhoudelijk echt wel een goede studie: ik heb er dingen geleerd die ik nergens anders had kunnen leren - bijvoorbeeld je perspectief verplaatsen. Ik merk nu in mijn werk hoe waardevol dat is: je moet kunnen denken vanuit een andere persoon om goede oplossingen te kunnen creëren. Je leert ook goed met mensen omgaan. En zonder dit voorval had ik het ook nog wel afgemaakt. Maar hierdoor was de lol eraf.”
Mijn stagebedrijf snapte in eerste instantie niet goed wat Industrial Design inhoudt, dat moest ik echt uitleggen
Onafhankelijke beoordeling van de opleiding
De Keuzegids Universiteiten 2021 geeft aan dat de opleiding Industrial Design aan de TU/e gemiddeld scoort als eindoordeel en drie punten beter scoort (61) dan de meer ‘gestructureerde’ varianten aan TU Delft (58) en Universiteit Twente (58) - al liggen de beoordelingen niet ver uit elkaar. De toetsing in Eindhoven wordt als gemiddeld beoordeeld. Verder is er in Eindhoven relatief veel keuzevrijheid door de keuzevakken. Hoewel de opleidingsrichting ID als geheel redelijk beoordeeld wordt, worden de banenkansen tot 2024 als slecht beoordeeld. De Keuzegids: 'Een baan vinden lukt redelijk makkelijk, maar is desondanks lastiger dan bij andere technische studies. Krap de helft van de afgestudeerden vindt werk op niveau. Als succesvol ontwerper kun je goed verdienen, maar gemiddeld ligt het salaris lager dan bij de ‘hardere’ technische studies'.
Delft versus Eindhoven
Wat betreft het zoeken van banen en stages erkent Bruns dat er ruimte is voor verbetering, maar hij probeert studenten ook al vroeg bewust te maken hoe ze hun portfolio moeten inzetten om hun kansen op de banenmarkt te vergroten. “Bij grote bedrijven als BMW of Canon weten ze wel wat wij doen. We zien de uitdagingen meer bij kleinere ontwerpbureaus, zeker als deze geleid worden door ontwerpers met een IO-achtergrond vanuit de TU Delft. Dat is echt anders dan in Eindhoven en daar zijn ook andere verwachtingen van. Delft en Twente lijken meer op elkaar. Wij zijn in Eindhoven afwijkend omdat wij al vrij vroeg de koppeling met elektronica en informatica hebben gemaakt, aandacht besteden aan interactie tussen mens en computer, et cetera. Delft focuste traditioneel meer op industrieel productontwerp en werktuigbouwkunde, al is dat ook wat veranderd door de jaren heen. Wij proberen de randen op te zoeken van het vakgebied, dan loop je voor op traditionele ontwerpbureaus.”
“Delft heeft een veel vaster profiel, we proberen in de vakken die we aanbieden nu een duidelijkere link te leggen met de wensen van het bedrijfsleven. Er worden bijvoorbeeld veel 'UX designers' gevraagd, wij bieden al lange tijd vakken aan op dit gebied. Werkgevers denken bij ID vaak aan productdesign zoals industrieel ontwerpen vijftig jaar geleden in Delft is geïntroduceerd. Dat hebben we niet in de hand, maar we maken het profiel nu wel duidelijker. We werken ook samen met het bedrijfsleven, bijvoorbeeld met Philips en Canon. Maar studenten denken vaak dat ze na de bachelor klaar zijn, terwijl je bij de master pas de diepte in gaat. Dat vinden we ook belangrijk om mee te geven.”
Voldoen aan het profiel
Heerkens: “Ik heb nominaal mijn bachelor gehaald met een 7,3 gemiddeld. Als je dat ziet, zou je denken dat ik in staat moet zijn mijn BEP te halen. Nu doe ik een andere master aan een andere universiteit. En ja, daarin heeft hoe het gegaan is tijdens mijn bachelor bij ID in Eindhoven wel meegespeeld. Ik hou van wat meer duidelijkheid over cijfers en beoordelingen. Er is voor mij te veel onzekerheid over hoe je wordt beoordeeld en wanneer een project goed genoeg is. In mijn huidige (pre)master is die duidelijkheid er wel.”
Nu doe ik een andere master aan een andere universiteit. Daarin heeft hoe het gegaan is tijdens mijn bachelor wel meegespeeld
"Hoe is het mogelijk dat je na drie jaar onderwijs ‘een gebrek aan de juiste vaardigheden’ hebt", vraagt Vaitiekunaite zich af. “Dertig procent van ons onderwijs betreft vrije keuzevakken. Dan zegt de faculteit; kies wat je leuk vindt, zolang het maar past bij je eigen professionele ontwikkeling. Maar als je dat doet, word je ervoor gestraft. Ik voltooide mijn hele curriculum met goede en een uitstekende beoordeling(en) en toch zakte ik. Dan is er iets mis met het curriculum."
Ik voltooide mijn hele curriculum met goede en een uitstekende beoordeling(en) en toch zakte ik. Dan is er iets mis met het curriculum
Carrièrekansen
Verhagen: “Je hebt na je studie een diploma met Industrial Design erop. Als een werkgever dat ziet, moet je jezelf nog gaan bewijzen. Hoe anders is dat als je Electrical Engineering hebt gestudeerd. Dan heb je concrete skills, die behoeven verder weinig uitleg. Je carrièrekansen zijn bij ID wel echt anders. Dat komt, mijns inziens, niet zozeer door de studie zelf, maar door de structuur eromheen, zoals de communicatie en de manier van beoordelen. Daar zitten gaten in en dat is, voor mij, het punt dat ik wil maken: als je ruim tweeduizend euro collegegeld betaalt per jaar, vind ik dat je wel wat meer structuur en communicatie mag verwachten”, zegt Verhagen. “De structuur moet opnieuw worden gedefinieerd: wat is Industrial Design en wat kun je ermee? Als je kiest voor ID, moet je je echt heel erg specialiseren en een eigen stijl ontwikkelen om een goede kans op de arbeidsmarkt te maken. Ik denk dat het belangrijk is dat dat vooraf, bij de oriëntatie voor potentiële studenten, duidelijker wordt”, vindt Verhagen.
“Ik hoop dat ik alsnog een diploma kan halen”, zegt Vaitiekunaite. “Ook al kan ik in mijn huidige baan gewoon mijn werk doen en krijg ik een goed salaris, een diploma wil je na drie jaar hard werken toch hebben." Vaitiekunaite werkt nu een aantal maanden als social media manager en heeft het naar haar zin. "Ik ben erg blij dat ik heb besloten de baan te accepteren."
Kansen op een baan vergroten als ID'er
“Wij vragen studenten een duidelijk profiel en portfolio te maken", zegt Bruns. "Ze moeten hun visie op het vakgebied goed communiceren. Het probleem zit erin dat studenten de vakken in de opleiding zien als dingen die ze moeten afvinken, maar het gaat er juist om dat ze de kennis en vaardigheden die ze opdoen in die vakken, integreren in hun visie. En daar ligt een verbeterpunt in coaching en begeleiding van studenten. Voor studievereniging Lucid geef ik jaarlijks een lezing hoe studenten hun profiel beter kunnen presenteren. Ik zeg dan ook: ‘verdiep je in wat bedrijven vragen: reageer niet alleen op ID-posities'. Ik geef ze voorbeelden van verschillende functieprofielen waarop ze kunnen solliciteren, zoals UX-designer, IoT (Internet of Things, red.)-designer, Data-enabled designer, et cetera. En geef dan aan welke vakken je gevolgd hebt die je expertise daarin aantonen. Ze moeten duidelijk aangeven wat ze kunnen.”
Discussie