Vernieuwing van het onderwijs in de praktijk
Feest was het afgelopen vrijdag voor hoogleraar Isabelle Reymen. Ze sprak haar intreerede uit voor vrienden, collega’s en studenten en daarna nam ze die groep mee naar de mede door haar opgerichte TU/e innovation Space in Matrix om te vieren dat die faciliteit en de levendige community daar nu één jaar bestaat. Cursor ging op pad om te onderzoeken wat nu zo speciaal is aan innoSpace: de liefkozende bijnaam voor dit experimenteercentrum, een hotspot voor onderwijsvernieuwing en de bakermat van challenge based learning.
Vraag in het Auditorium aan een groepje eerstejaarsstudenten of ze de TU/e innovation Space kennen, en ongetwijfeld zullen heel wat van hen je enigszins meewarig aankijken. Maar een enkeling reageert zoals Amy Pelders: zeer enthousiast. De studente Industrial Design zou er graag meer tijd willen doorbrengen. “Naar mijn idee is innovation Space een organisatie die studenten van verschillende disciplines bij elkaar brengt om samen aan projecten te werken", vertelt Amy. "Ik heb er in de introductieweek de Scrapheap Challenge als workshop gedaan. We moesten een product maken waarmee we een badeendje in een zwembad zouden krijgen. Als ID-student werkte ik daar samen aan met studenten van Electrical Engineering en Mechanical Engineering."
Toen Amy met hen samenwerkte, kwam ze erachter dat ze als ID'er zo'n opdracht op een totaal andere manier aanpakt. "Zo vinden ID-studenten het belangrijk dat ze met een vernieuwend idee komen en die van Mechanical Engineering willen juist dat het product werkt. Dit maakt dat verschillende studenten zich focussen op een ander deel van het ontwerpproces. Aangezien je later bij een fulltime baan vaak ook met verschillende mensen moet samenwerken, lijkt het mij belangrijk om dat nu al te oefenen met studenten van andere disciplines; innovation Space biedt daartoe de kans. Om dat gedifferentieerde samenwerken meer te oefenen, zou ik graag nog vaker aan projecten bij innovation Space willen werken. Bijvoorbeeld aan een project dat betrekking heeft op duurzaamheid, aangezien ik dat een belangrijk en actueel onderwerp vind waarmee onze generatie een verschil zou kunnen maken voor het leven van morgen. Om betrokken te blijven bij de organisatie, wil ik contact houden met ze en meedoen aan de workshops en andere leerzame en vooral leuke activiteiten.”
Maar kan Amy die plek ook krijgen? Met die vraag gaat Cursor in innoSpace langs bij projectscout Bart Koppelmans. Bart is naast projectscout ook nog masterstudent bij Innovation Management met een bachelor Computer Science op zak. Maar hij is voornamelijk te vinden in Matrix en fungeert daar als schakel tussen de verschillende projectgroepen. Ook zorgt hij ervoor dat er persoonlijke en professionele hulp komt waar dat nodig is.
Sociale overeenkomst
Terwijl Bart de vraag wil gaan beantwoorden hoe studenten als Amy ‘binnenkomen’ bij TU/e innovation Space, schuift student Arne Steemers - voor het eerst in Matrix - dichterbij met zichtbaar een brandende vraag op de lippen. Bart: “Kan ik je helpen?”. Arne: “Hallo, ik ben bestuurslid van Team Energy en ik kom vragen wat de mogelijkheden en verplichtingen zijn wanneer we ons aansluiten bij innoSpace.” Bart: “Je krijgt hier contact met andere teams die tegen dezelfde problemen aanlopen als jullie. Je leert op veel verschillende gebieden wat het betekent een team te zijn. En je ontmoet hier mensen uit het bedrijfsleven die geïnteresseerd zijn in jullie werk.” Arne: “Moeten we ruimte aanvragen of een contract tekenen?” Bart: “Nee. We gaan een sociale overeenkomst aan. Er wordt inzet van jullie verwacht. Meedenken en vragen van anderen beantwoorden als je kunt. Ieder kwartiel bekijken we of de projectteams hier nog passen. Maar het is een openbare ruimte, je kunt hier zo gaan zitten.” Arne: “Goh, dat wist ik niet. Dit voelt niet als een openbare ruimte omdat het een afgesloten gebouw is, met enkele toegangsdeuren. En ik dacht dat het een plek is waar vooral studententeams thuishoren.”
Matrix is een openbare ruimte, je kunt hier zo gaan zitten
Precies dat moet het innovation Space-team nog meer duidelijk maken, stelt Bart. “Het is een plek voor educatie en we willen iedereen helpen.”
Bert-Jan Woertman, die ooit al commercieel directeur van de TU/e-campus was en nu teamlid van innoSpace, zegt het zo: “Wij zijn de sherpa’s. We helpen de studenten telkens in een volgend kamp te komen en uiteindelijk de top te bereiken. Iedereen hier is een pragmatische idealist. We willen wel de wereld verbeteren, maar dat lukt niet door in je eentje te gaan demonstreren. Je hebt er wel bedrijven bij nodig. Het stikstofprobleem los je niet op met een PowerPoint, wel door de handen ineen te slaan met de industrie. Op die studententeamauto’s zijn niet voor niets zestien stickers geplakt.”
Studenten waarbij het kriebelt om ‘iets te gaan doen’, krijgen van projectscout Bart het advies om gewoon eens te komen babbelen. “We kunnen je misschien toevoegen aan een bestaand team of je doet mee aan de Springplank. Dat is een openbaar programma waarbij je een goed idee kunt pitchen, waarop je vervolgens feedback krijgt. Vijf weken later kom je terug voor de ‘Deep Dive’ waar je aan een tafel samen met anderen je idee verder ontwikkelt. Iedereen die wil, kan meedoen. En mensen die hier zijn, willen dat graag. Er is trouwens ook pizza bij, we blijven wel studenten." De volgende Deep Dive vindt plaats op donderdag 17 oktober.
Bart is bijna de hele week te vinden in Matrix en kent veel teams. Hable maakt indruk op hem: “De motivatie die zij hebben om de wereld te verbeteren, is een voorbeeld voor veel mensen. Ons jongste projectteam op dit moment is PREA. Dit team probeert een bijdrage te leveren aan het voorkomen van een dreigend voedseltekort in de toekomst door urban farming toegankelijk te maken. Zij zien daarbij een belangrijke rol weggelegd voor zogeheten hydroponic kits, waarmee je binnenshuis gewassen kunt verbouwen.”
Een ander team waar we volgens Bart nog veel van gaan horen, is Serpentine, dat artificial intelligence combineert met videogame-competities. “Hiermee willen ze een community maken waarbij het implementeren en onderwijzen van AI centraal staat. Op die manier omvatten zij het concept van innovation Space, om op basis van challenges meer en breder te leren, helemaal.”
We staan in constante verbinding met allerlei mensen en verbinden die ook weer onderling met elkaar
De opzet en verdere invoering van challenge based learning is voor een belangrijk deel in handen gelegd van Isabelle Reymen, de wetenschappelijk directeur van innoSpace die vorige week vrijdag haar inauguratie had als hoogleraar Design of Innovation Ecosystems. Volgens de TU/e Strategie 2030 gaan alle studenten in aanraking komen met deze vorm van onderwijs, waarbij ze in interdisciplinaire teams maatschappelijke problemen oplossen in samenwerking met die samenleving.
Reymen: “We hebben vanaf september 2017 een vol jaar in het Gaslab gedraaid met een pilot voor TU/e innovation Space. Op die plek zijn we gewoon begonnen met studenten van het Engineering Design-vak uit het Bachelor College. Het inhuizen naar Matrix heeft ons veel kruim gekost, want het gebouw was nog niet helemaal klaar. Eigenlijk heeft het maanden geduurd voordat de restpunten van de verbouwing allemaal waren opgelost, maar nu is het prachtig.”
Meteen volgde de stress van de officiële opening van TU/e innovation Space, dat door insiders al snel innoSpace werd genoemd. Op 15 november 2018 werd in een huis vol gasten het glas geheven. “Daarna kwam er eindelijk wat rust en was er tijd voor professionalisering”, zegt Reymen. "We hebben gekeken naar wat de beste organisatievorm is, wie wanneer wat moet doen en brachten het team op orde. Ik ben supertrots op wat we bereikt hebben."
Spin in het web
Reymen noemt innovation Space een spin in het web van het onderwijs aan de TU/e. “We staan in constante verbinding met allerlei mensen en verbinden die ook weer onderling met elkaar. Onderwijsbeleidsmakers, studenten, docenten, studentcoaches, onderzoekers, bedrijven, subsidieverstrekkers, onderwijsadministraties, de verschillende diensten en ga zo maar door.”
Wat zijn de zaken waar Reymen echt trots op is, terugkijkend op de afgelopen periode? "We hebben zelf voor 43 challenges gezorgd, die werden ondergebracht bij 8 verschillende vakken. In 22 vakken hebben we 1.600 studenten ondersteund, wat overeenkomt met ruim 8.000 studiepunten. En inmiddels zijn uit álle opleidingen bachelor- en masterstudenten hier in Matrix aan het werk geweest en zijn er 27 projectteams aan de slag", somt Reymen op.
Defensie
Eind september sleepte innoSpace nog een nieuwe challenge binnen bij het ministerie van Defensie. Wanneer soldaten op missie gaan, moeten ze ook eten. Hoe verzorg je voedsel in een schaarse omgeving? Het is een project in samenwerking met Wageningen, Utrecht, UMCU, Defensie en Economische Zaken. Reymen: “We gaan nu kijken waar het binnen ons onderwijs past, natuurlijk in overleg met docenten van diverse faculteiten. Dat kan in een bachelor-eindproject zijn, of een USE-vak, of een mastervak.”
Reymen is zoals gezegd tevreden met de stand van zaken. Er zijn nog wel punten van aandacht, bijvoorbeeld rondom studentondernemerschap in samenwerking met TU/e Innovation Lab. “Ik zou de service aan studenten rondom intellectueel eigendom, advies voor subsidie-aanvragen en coaching bij ondernemerschap graag nog willen versterken. En over de ondernemerschapswedstrijden kunnen we ook overleggen. Zij organiseerden de Golden Light Bulb, wij de TU/e Contest, maar we vissen deels in dezelfde vijver. Gelukkig is onze filosofie dat we continu reflecteren en altijd bezig zijn met vernieuwen. Uiteindelijk willen we dat de TU/e de wereldtop bereikt.”
Verouderd onderwijssysteem
De huidige situatie van Bas Verkaik illustreert hoe verouderd het onderwijssysteem is waar hij in 2012 mee begon. Bas was vanaf het begin betrokken bij voormalig studententeam STORM, heeft zich ontwikkeld tot directeur van SPIKE Technologies én is al vijf jaar masterstudent Sustainable Energy Technology, waarbij het afstuderen eigenlijk als een blok aan zijn been voelt. “Als je zoals ik iets oppakt tijdens je studie en je wilt je daarop focussen, dan kun je geen tijd vrij maken om je driekwart jaar af te zonderen voor een onderzoek om in af te studeren. Ik houd daar niets anders aan over dan een papiertje. Voor die studenten die een bedrijfje beginnen, in een studententeam gaan of al in een baan rollen, is het onderwijssysteem hopeloos uit de tijd.”
Bas besefte dat pas goed na de wereldreis met STORM, toen hij als masterstudent terug naar de collegebanken moest. “Dat voelde toch een beetje als een degradatie, want ik had de wereld aan mijn voeten gehad. Met medestudenten, onder wie Tom Selten, zochten we een manier om studententeamwerk te integreren in het TU/e-curriculum. We hadden eerder al geprobeerd om studiepunten te verkrijgen, maar vergeefs. We kwamen in contact met Isabelle Reymen die bezig was met onderwijsinnovatie. Het basisvak Engineering Design bestond trouwens al. Wij hebben duidelijk gemaakt dat werken in een studententeam goed past bij challenged based learning; die teams zoeken ook oplossingen voor real life-vraagstukken vanuit de samenleving, die een open einde kennen.”
In het Gaslab konden Bas en Tom hulp (laten) bieden aan studenten die net als zij een praktische component in het Bachelor College missen, die skills willen leren in plaats van alleen maar tentamenstof. Hulp in de vorm van het vinden van een idee, het samenstellen van een team of het aanvragen van sponsoring. Ondertussen moest innovation Space vorm krijgen.
Het leek wel weer een start-up, maar dan één die had te dealen met de trage wieken van de TU/e-molen
“Dat hele jaar dat we in het Gaslab zaten, waren we ook in gesprek met de faculteiten. Welk onderwijs past in innoSpace? Heb je cases die als challenge kunnen worden ingezet? Het leek wel weer een start-up, maar dan één die had te dealen met de trage wieken van de TU/e-molen. Er zijn ontelbaar veel protocollen waar je je aan moet houden; de eerste die me te binnen schiet, is het stellen van de openingstijden van Matrix. Logisch, maar lastig.”
En toen Matrix eenmaal was ingericht, bleef Verkaik een aanjager. Tegelijkertijd zette hij SPIKE Technologies B.V. op, als vervolgstap op STORM. Inmiddels zijn er 27 projectteams gestart, die tijdelijk onderdak hebben of kregen. “In innoSpace wordt continu geëvalueerd of het nog klopt dat je er zit”, zegt Bas. “En zo is het bij ons ook gegaan; we waren te ver gekomen. We hadden te veel medewerkers, we wilden productie opstarten en voor beide zaken hebben we meer ruimte nodig dan Matrix kan bieden. We zijn terechtgekomen op de Automotive Campus in Helmond, waar we gewoon huur betalen. Er is een fijn ecosysteem waar een jong bedrijf als het onze goede contacten kan leggen en met korte contracten te maken heeft.”
Met het afstuderen in zijn achterhoofd en de blik op zijn bedrijf, heeft Bas zijn deelname aan het innoSpace-team stopgezet. Onlangs was hij nog wel terug toen hem gevraagd werd de Griekse premier rond te leiden. “Hij landde speciaal op Eindhoven Airport omdat hij innoSpace wilde bezoeken voordat hij naar Den Haag naar premier Rutte ging. Verder deed hij niets in Nederland. Hij wilde zich laten inspireren voor het Griekse onderwijs. Dat vind ik wel een mooi compliment.”
Bezige boel
“Het verhaal van Bas geeft de aanleiding voor het opzetten van dit instituut goed weer”, zegt Chantal Brans, beleidsmedewerker onderwijs van innovationSpace, "maar we doen inmiddels veel meer. Studenten kunnen hier hun bachelor-eindproject doen of een 10 ECTS-keuzevak in hun master, het ISproject. Vorig jaar deden daar dertig studenten aan mee, maar dat aantal zal groeien.”
Ook in de avonduren is het in Matrix een bezige boel, vertelt ze. “We hebben workshops, open voor iedereen, waar leden van studententeams hun ervaringen met anderen delen en waar ook externe experts aan meedoen. De naam is innoApproach.” Brans noemt de verbinding tussen curriculair onderwijs en extra-curriculair onderwijs goud. Het mes snijdt aan twee kanten: studententeams kunnen nieuwe leden werven en de huidige leden kunnen zich inzetten als coach bij vakken.
Een van die workshops, waar ook pizza of Chinees eten aan te pas komt, heeft de veelzeggende naam ‘Dare to fail’. “Hier leren studenten te pitchen. InnoSpace is een veilige omgeving voor studenten, maar ook voor de onderwijsontwikkelaars”, zegt Brans. “Je mag hier fouten maken, en kunt daarna gauw opstaan en verdergaan.”
Brans is vanaf het begin betrokken bij de totstandkoming van innovation Space. Met onder anderen Isabelle Reymen en Alfons Bruekers heeft ze inspiratie opgedaan in heel Europa. In Aalto (Finland), München, Barcelona en Parijs zagen ze voorbeelden van nieuw onderwijs. Sommige aspecten zijn zeer cultureel bepaald. “Dat ze in Finland graag samen een rendier-aan-het-spit braden en de sauna integreren bij het onderwijs, is voor ons niet zo’n praktisch toepasbaar voorbeeld”, zegt Bruekers. "Maar andere tips zijn juist universeel. Zoals de openheid van de werkruimtes, de goed-geoutilleerde vervaardigingsateliers en een A-locatie op de campus. Daarbij komt dat wij hier in Eindhoven omgeven zijn door een wolk van bedrijven in de Brainport-regio, waarmee we samenwerken. Dat is onze kracht.”
Gasten rondleiden
Bruekers is managing director bij innovation Space. Hij zorgt voor personeel, financiën, business development, huisvesting en externe relaties. Wat hij óók doet, met veel plezier, is gasten rondleiden. Dat zijn rectoren uit de hele wereld, zelfs uit China, politici en vertegenwoordigers van bedrijven. Een belangrijk bezoek was dat van enkele Nederlandse ministers, destijds nog in het Gaslab, die 130 miljoen naar Brabant kwamen brengen.
Over tien jaar is het overgrote deel van het onderwijs aan de TU/e challenged based
Bruekers vertelt ze bij die bezoekjes over de making of innoSpace, de visie en de droom. “Over tien jaar is het overgrote deel van het onderwijs aan de TU/e challenged based. Dat we van een teaching model naar een learning model gaan, heeft gevolgen voor de vorm van het onderwijs, de infrastructuur en de competenties van docenten. Maar ook voor de ondersteunende diensten.”
Áls het even kan, laat Bruekers de gasten kennismaken met studenten die hier aan het werk zijn. Zoals bij het eerder aangehaalde bezoek van de Griekse premier Kyriakos Mitsotakis. Verkaik mocht iets vertellen over SPIKE en Dirk van Meer vertelde de premier hoe CORE het afvalprobleem van Griekenland gaat oplossen. “Hij kwam met zeven limousines en een batterij bodyguards en journalisten. Het liefst wilden ze hier voor de deur van Matrix uitstappen, maar de Groene Loper is een groene loper, hè? Mitsotakis was erg enthousiast en vertelde later voor de Griekse tv aan Mark Rutte wat hier gebeurt.”
Een persoonlijk hoogtepuntje in de reeks rondleidingen is voor Bruekers het bezoek van oud-collega’s van Océ, de printerfabrikant waar hij 21 jaar werkte voordat hij naar de TU/e kwam. “Dat was niet alleen gezellig, maar ook zinvol, want ik heb de vonk doen overslaan voor een samenwerking in de nabije toekomst. Daar rolt vast een nieuwe challenge uit.”
Discussie