Voertaal Engels: De knop moet om
Terwijl sommigen de schok nog niet te boven zijn, is het voor anderen al de normaalste zaak van de wereld: Engels wordt vanaf januari 2020 de officiële voertaal aan de TU/e. Tegen welke praktische zaken lopen studenten en medewerkers aan als ze willen switchen? En wat zijn hun oplossingen daarvoor? Cursor peilde verschillende groepen binnen de universiteit en besprak met de projectgroep welke uitdagingen zij zien.
Was het maar zo eenvoudig als op de bovenstaande afbeelding; even de schakelaar om en we spreken en schrijven overal aan de universiteit in het Engels. De praktijk is weerbarstiger. Het uitgangspunt is dat we vanaf 2020 aan de TU/e Engels spreken als het moet- dat wil zeggen als een van de aanwezigen het Nederlands niet machtig is. En alle geschreven communicatie gaat (ook) in het Engels. Maar daarop zijn allerlei uitzonderingen denkbaar. Wat doe je met documenten die voor de wet in het Nederlands moeten blijven, laat je die ook helemaal vertalen? Ga je sollicitatiegesprekken in het Engels houden? Wat doe je als iemand compleet weigert om Engels te spreken? Moet de bewegwijzering ook nog in het Nederlands? Voor dat soort vraagstukken, en nog heel veel meer, zien de projectleden zich gesteld die zich met de implementatie bezighouden. Ze zijn volop bezig met gesprekken met diensten en faculteiten om te achterhalen wat daar de mogelijkheden en knelpunten zijn.
‘Het Engels moet de voertaal van de TU/e worden’. Zo kopten we oktober vorig jaar op de Cursorsite. Het nieuws leidde tot Kamervragen en voedde de landelijke discussie, die ook nu nog speelt, over de gesproken en geschreven taal aan universiteiten. Dat gaat zowel over de voertaal als over de onderwijstaal. Inmiddels is het niet meer de vraag óf het Engels de voertaal aan de TU/e moet worden, maar hoe die koerswijziging er in de praktijk uit komt te zien.
Bewustwording en gedragsverandering
Implementatiemanager Fabienne van der Kooij: “We zien het grotendeels als een traject van bewustwording en gedragsverandering. We gaan niet voor elk organisatieonderdeel voorschrijven ‘dit en dat moet nu aangepast worden’. We verwachten dat iedereen daarin zijn eigen verantwoordelijkheid neemt binnen het beleid dat wordt vastgesteld. Het is ook niet zo dat we medewerkers en studenten in januari 2020 ergens op gaan afrekenen, het is een doorlopend proces. Het is van belang dat we met z’n allen een omgeving creëren waarin het verbeteren van taalvaardigheid wordt gestimuleerd - vooral door het te dóen.”
In principe komen er geen extra centrale financiële middelen en zullen de diensten en faculteiten zelf voor de eventuele kosten moeten opdraaien, vertelt Van der Kooij. “Uit onze inventarisatie blijkt wel dat veel mensen pleiten voor de centrale aanschaf van een professionele vertaalmachine en dat er behoefte is aan inkoopregie op de inzet van vertaalbureaus. Daar gaan we naar kijken.”
Studentenstatuten in het Nederlands en Engels?
Het implementatieproject is opgedeeld in drie deelgebieden. Bestuurssecretaris Rianne van Eerd beoordeelt met hulp van twee juristen aan de TU/e welke documenten officieel ook in het Nederlands moeten. Van Eerd: “Soms moet dat volgens de wet. Daarbij kun je denken aan het Onderwijs- en Examenreglement en het bestuursreglement. Ook het jaarverslag moet in het Nederlands, maar dat is omdat ze dat in Den Haag willen. Het is de vraag of ook alle studentenstatuten in het Nederlands en Engels moeten. Daar worstelen studie- en studentenverenigingen ook mee.”
Die Nederlandstalige documenten gaat de TU/e ook in het Engels aanbieden, vertelt Van Eerd. Al zijn daarop ook weer uitzonderingen denkbaar. “Neem nu de risico-inventarisatie en –evaluatiedocumenten, waar externe adviseurs bij zijn betrokken. Misschien moet je daar alleen specifieke zaken van vertalen.”
Een ander vraagstuk dat op haar bordje ligt om uit te zoeken: wat doe je als een vergadering in het Nederlands wordt gehouden. “Werk je de notulen dan wel uit in het Engels? Ik kan me voorstellen dat we dan bijvoorbeeld de besluitenlijsten wel naar het Engels laten vertalen, en de notulen niet.”
Cursusaanbod voor studenten
Leonie Kasje-Adriaanse, teammanager van het TU/e Language Center, neemt het cursusaanbod voor studenten onder de loep. “Doen we de dingen goed en doen we de goede dingen? Dat bekijken we sowieso doorlopend, onder meer aan de hand van cursusevaluaties. Maar dit project is aanleiding om er uitgebreider naar te kijken.” Via klankbordgroepen worden studenten van allerlei nationaliteiten binnenkort naar hun mening gevraagd over zowel de bestaande cursussen Nederlands als tweede taal en (academisch) Engels als ook hun behoeftes. De teammanager: “Een van de dingen die wij als universiteit denk ik kunnen verbeteren, is binnen de leerlijnen en eindtermen van opleidingen aangeven wat studenten moeten kunnen op het gebied van (academische) taalvaardigheid.”
Daarnaast adviseert Kasje-Adriaanse een ander projectlid, hr-adviseur Monique van der Hagen-de Boer, over het cursusaanbod voor het personeel.
Paginalange inventarisatie
Die hr-adviseur laat zien hoe ze een paginalange inventarisatie heeft opgesteld met vragen en opmerkingen, verzameld uit de gesprekken bij met name de diensten. “De faculteiten –en dan in het bijzonder het wetenschappelijk personeel-zijn er in het algemeen al wat verder in.” Van der Hagen-de Boer heeft aan de hand van het UFO-profiel (de landelijke indeling voor functies voor universiteiten) een richtlijn opgesteld van het niveau van het Engels dat van medewerkers in bepaalde functies mag worden verwacht. “Dat is naar een voorbeeld van Wageningen en gebaseerd op het Common European Framework of Reference.” Vervolgens toetst ze die richtlijn bij de diensten, en deels ook bij faculteiten.
Wat als je de perfecte kandidaat hebt en het Engels van die persoon is houtje-touwtje?”
“Het is lastig om vergelijkbare functies op eenzelfde manier in te schalen. De ene administratief medewerker heeft bijvoorbeeld veel contact met internationals en de ander nauwelijks. Moet je daar een vergelijkbaar niveau van verwachten?” Een ander vraagstuk: “Sommige diensten willen coulant zijn en een ontwikkelpad afspreken, anderen zien het gewenste niveau als harde eis. Wat doe je vervolgens om het niveau te bepalen en wat bied je voor trainingen aan? Beleidsmakers zullen vooral hun schrijfvaardigheid willen verbeteren, en hr-medewerkers goede sollicitatiegesprekken willen voeren. Mogelijk moeten we op maat gemaakte cursussen aanbieden.” En ook die sollicitatiegesprekken staan op het inventarisatielijstje van de hr-adviseur, want in welke taal houd je die? “En gaan we alleen nog in het Engels werven? Nu is het willekeur. Ook een uitdaging: wat als je de perfecte kandidaat hebt en het Engels van die persoon is houtje-touwtje?”
Na afronding van de inventarisatie stelt de projectgroep het beleid in grote lijnen op en stemt het daarna af met verschillende overlegorganen.
Kijken naar wat wél mogelijk is
Waar sommige studenten (-groepen), medewerkers en faculteiten en diensten nog een flinke slag moeten maken, zijn anderen er al een stuk verder mee. En hoewel niet iedereen staat te popelen, kijken steeds meer groeperingen naar wat er wél mogelijk is.
Zo bezinnen Demos, SSRE en het E.S.C zich er op hoe ze toegankelijker en van meer betekenis kunnen worden voor internationals. ‘Engels als voertaal zien de drie studentengezelligheidsverenigingen vooralsnog niet zitten, maar ze reiken buitenlanders graag de hand bij het leren van Nederlands.’ Zo tekenden we een paar maanden geleden op in een Cursor-artikel. De reden: de moedertaal zou een groot deel uitmaken van de cultuur en het klimaat. Niettemin zijn ze bezig met een plan van aanpak om internationals, die mondjesmaat lid worden van de verenigingen, zich welkom te laten voelen.
Studentensportcentrum
Binnen het Studentensportcentrum is het al jaren de normaalste zaak van de wereld om veel in het Engels te communiceren, laat communicatiemedewerker Raymond Starke weten. “Onze website is al minstens tien jaar tweetalig. Op social media plaatsen we alles in het Engels, tenzij het essentieel is dat er geen verwarring ontstaat-dan plaatsen we het ook in het Nederlands. Voor de zwemlessen voor kinderen doen we dat bijvoorbeeld, omdat niet alle ouders het Engels voldoende beheersen.
Intern spreken we Nederlands, tenzij er internationale studenten en/of medewerkers bij zijn. De meeste groepslessen en lessen van verenigingen zijn automatisch in het Engels als er al één international aanwezig is. We hebben onlangs een gesprek met sportverenigingen gehad over hoe zij ervoor kunnen zorgen dat internationals hier zich goed thuis voelen. Je ziet steeds vaker internationals in de besturen, dat helpt ook.”
Gevolgen op alle niveaus
De veranderingen hebben gevolgen op alle niveaus-van studententeams tot aan het College van Bestuur. Universiteitssecretaris Susanne van Weelden laat weten dat het College van Bestuur nu in verschillende overleggen Engels spreekt. Ze noemt onder meer het Bestuurlijk Overleg als voorbeeld – waarbij de Taiwanese decaan Lin-Lin Chen aansluit. “Momentum en academische plechtigheden en toespraken zijn al geruime tijd in het Engels. Het College vergadert zelf in het Nederlands, tenzij er een Engelstalige gast is.” Van Weelden laat weten dat ‘als blijkt dat aanpassing op bepaalde punten wenselijk dan wel noodzakelijk is, het CvB daar flexibel mee omgaat’. “Het College volgt het vastgestelde taalbeleid en de implementatietrajecten die momenteel nog in ontwikkeling zijn.”
We vroegen verschillende TU/e’ers met welke uitdagingen zij te maken hebben (gehad) en welke oplossingen zij daar zelf voor hebben gevonden.
Uitdaging: Houd je ledenvergaderingen in het Engels als er nauwelijks internationale studenten bij zijn?
Oplossing: Een mix tussen Nederlands en Engels
“De meeste discussie over de voertaal hebben we bij ledenvergaderingen”, laat Renate Debets als secretaris van studievereniging Thor (Electrical Engineering) weten. “Deze worden in het Nederlands gehouden, maar dat is voornamelijk omdat er nooit niet-Nederlandstalige leden bij zijn. Alle Powerpoints worden in het Engels geschreven, zodat we gemakkelijk kunnen switchen als een internationale student binnenkomt. Dit zou dan echter alsnog niet zo gemakkelijk gaan, omdat al onze stukken en notulen wel in het Nederlands zijn. Alles over de financiën moet zelfs verplicht in het Nederlands volgens de wet en iedereen heeft alles in het Nederlands voorbereid. Dit heeft soms tot gevolg dat er in de Powerpoints -vooral die over financiën- een interessante mix van Engels en Nederlands staat. Er zijn gevallen geweest waarbij iemand heeft getolkt voor internationale leden en dat werkte best prima. Als we de komende jaren nog meer internationale leden krijgen-die ook actief zijn en naar de ALV komen, gaan we overwegen of we alles naar het Engels vertalen.”
De website, nieuwsbrieven en een deel van hun Wiki zijn in het Engels geschreven, vertelt Debets. “Ook is ons blad, de ConnecThor, in 2014 helemaal naar het Engels gegaan. Onze jaarboeken zijn in het Nederlands gebleven, en met de huidige jaarboekcommissie hebben we besloten dat we ook de volgende in het Nederlands schrijven. Die worden namelijk vooral door actieve leden gelezen en ze zijn dan beter in lijn met de rest. Bovendien zijn de teksten vaak creatief in het Nederlands, en laten ze zich maar moeilijk vertalen.”
Een Nederlandse slide (boven) en een Engelse slide in dezelfde ledenvergadering. Foto's | Thor
Uitdaging: Bedrijven vinden het soms lastig om in het Engels te communiceren.
Oplossing: Toch maar een activiteit in het Nederlands.
“De voertaal van CHEOPS heeft enkele jaren geleden de volledige switch gemaakt van het Nederlands naar het Engels”, vertelt Dennis Andreoli, voorzitter van de bouwkundige studievereniging. “Dit houdt in dat wij onder meer promotie, mailverkeer naar leden en onze activiteiten volledig in het Engels aanbieden. Een probleem dat wij ondervinden is dat het bedrijfsleven in sommige gevallen moeite heeft met deze transitie. Niet iedereen voelt zich even comfortabel om te spreken in een andere taal dan de moedertaal.”
“Recentelijk heeft zich bijvoorbeeld een bedrijf bij ons aangeboden met unieke werkzaamheden binnen ons partnerbestand, maar zij wilden hun activiteiten alleen in het Nederlands aanbieden. Hierdoor ontstond bij ons een dilemma en moesten we een keuze maken tussen het aanbieden van een vernieuwende en vakinhoudelijke carrière-activiteit in het Nederlands of onze profilering als volledig Engelstalige vereniging handhaven. In dit geval hebben wij na overleg met enkele van onze eerdere bestuursleden het besluit genomen de activiteit toch aan te bieden, omdat het raar zou zijn onze Nederlandstalige leden geen mogelijkheid tot waardevolle en unieke ontwikkeling te geven.”
Uitdaging: Een Engelstalige leidinggevende
Oplossing: Meer in het Engels communiceren en een taalcursus doen.
Hanneke Driessen werkt sinds 2017 als secretaresse voor Lin-Lin Chen, de Taiwanese decaan van Industrial Design. Het Engels spreken en schrijven is er tijdens haar twintigjarige loopbaan aan de TU/e geleidelijk in gekomen. “Bij Industrial Design lopen veel internationale studenten en medewerkers rond, ik sprak al langer Engels. Wat voor mij persoonlijk is veranderd met haar komst, is dat de dagelijkse communicatie en de vergaderingen nu in het Engels zijn en de notulen ook. Ik dacht niet ‘wat gebeurt me nu’, maar ik heb toch nog een opfriscursus Engels gedaan. Ik vind het geen probleem om in het Engels te communiceren, het kost me alleen net wat meer tijd. In mijn teksten staan vast wel dingen die beter kunnen, maar ik denk dat de boodschap duidelijk genoeg is. Ik merk dat ze bij andere faculteiten en diensten nog niet allemaal zover zijn. Ik zie geregeld mailtjes in het Nederlands die aan Lin-Lin Chen zijn gericht. Dan gebruik ik een vertaalprogrammaatje of vertaal ik het zelf.”
Lin-Lin Chen laat weten dat ze weinig communicatieproblemen ondervindt aan onze universiteit. “Ik zie steeds vaker documenten die in het Engels of tweetalig zijn opgesteld en mensen houden er rekening mee en switchen naar het Engels in vergaderingen en gesprekken. Bovendien is de faculteit erg internationaal ingesteld. Ik heb twee intensieve cursussen Nederlands gevolgd, waarmee ik de taal op basisniveau beheers. Ik heb me vooral op de uitspraak geconcentreerd, en ik hoop dat ik daarmee de namen van mijn studenten en medewerkers goed kan uitspreken. Hanneke is daarbij van onschatbare waarde. Ze helpt me bij de uitspraak en met telefoontjes waarbij in het Nederlands spreken efficiënter en preciezer is. Ook is ze mijn ‘culturele gids’ en helpt ze me bij de etiquette.”
Hanneke Driessen (links), is secretaresse van decaan Lin-Lin Chen (rechts). Foto | Bart van Overbeeke
Uitdaging: Als Engelstalige student in de Universiteitsraad
Oplossing: Een tolk
De Indiase Arjun Tyagi (24) zette in 2016 voor het eerst voet op Nederlandse bodem, toen hij Sustainable Innovation ging studeren aan de TU/e. Inmiddels is hij overgestapt op Bouwkunde. Via vrienden kwam de uit Chennai afkomstige Arjun in contact met studentenfractie Groep-één, waar hij actief lid werd. Sinds begin van dit jaar zit hij bij de universiteitsraad. “Ik kan de Nederlandstalige documenten wel lezen, maar het kost me veel tijd. Ik heb een beginnerscursus gedaan. We hebben de werklast verdeeld, en ik neem dan vaker de Engelstalige documenten door. Daar zijn er steeds meer van. De tolk tijdens de universiteitsraadsvergaderingen werd me aangeboden, en ik vind het echt een uitkomst.”
Fred Lammers, secretaris van de universiteitsraad, laat weten dat- als Arjun erbij is- de vooroverleggen op vrijwillige basis nagenoeg volledig in het Engels worden gevoerd. “De universiteitsraadsvergaderingen met het College van Bestuur zijn wel nog steeds in het Nederlands. Al zie je in de praktijk nu ook dat vragen in het Engels worden gesteld en het College geregeld in het Engels antwoordt. De keus voor een tolk was een pragmatische; de inzet kon en kan relatief snel worden bepaald en in de praktijk blijkt het goed te voldoen. Bovendien bood en biedt Google Translate uitkomst voor studenten die het Nederlands onvoldoende machtig zijn. Als er simultaan voor meerdere personen moet worden vertaald, hebben we ook al een tolkenkamer achter de hand; de verbinding vindt dan via koptelefoons plaats.”
Discussie