Met de power van een vijfsterrenjacht op naar eigen goud
Wie op YouTube zoekt op ‘Esmee Vermeulen zwemmen’, vindt een filmpje van VPRO Holland Sport over een kwiek opgeschoten dertienjarig meisje dat traint in een Zaandams zwembad. Behalve een guitige blik wijst weinig op jeugdigheid. Louter verstandige uitspraken. Louter topsporttaal. “Dat is juist leuk, hard trainen.” Die koude ochtenden? “Vroeg opstaan valt allemaal wel mee.” Het doel? “Op de Olympische Spelen staan en goud winnen.” Hoe dat eruit ziet? “Dat je op het podium staat met een gouden medaille om je nek en dat iedereen hard voor je klapt.”
“Heb ik dat echt gezegd?” Esmee lacht. “Wellicht ben ik daar wat in veranderd; niet alles draait meer om het heldendom. Maar het doel is nog steeds goud op de Olympische Spelen. Niets minder.” Een doel dat zijn oorsprong heeft in 2002. “Mijn ouders deden me op een weekendspoedcursus om snel m’n ABC-diploma’s te behalen; ze wilden niet lang in het zwembad staan. Vervolgens waren ze bang dat ik het zwemmen zou verleren en schreven ze me in bij de lokale zwemvereniging. Toen ik m’n borstcrawl-ademhaling onder de knie had, ging het steeds beter en steeg het plezier. Het gevolg was dat m’n ouders toen driemaal per week naar het zwembad moesten.”
Esmee Vermeulen | Openwaterzwemmen | Pieter van den Hoogenband Zwemstadion | TU/e-studente Medical Science and Technology | 22 jaar | Topsporter | Road to Tokio 2020
De bescheiden 'drie uurtjes per week trainen' vervijfvoudigden toen Esmee als twaalfjarige haar eerste Nederlands record zwom. Een moment van zelfrealisatie en euforie: hier is iets mogelijk, dit is echt leuk. Trainers aan de badrand maakten gewag van een Noord-Hollands natuurtalent en een zwemcarrière ontsprong. “Ik ben toen naar het Regionaal Training Centrum in Amsterdam gegaan. Zestien uur per week zwemmen en daarbovenop ‘landoefeningen’. Best behoorlijk voor een twaalfjarig meisje, toch?”
Haar zwemdrift en arbeidsethos evolueerden al snel naar straffere vormen. “Op m’n vijftiende ben ik uit huis gegaan en in Amsterdam gaan wonen. In de zwemwereld is het vrij normaal om vroeg zelfstandig te zijn. In het begin was het wennen, maar ik had gelukkig een zwemmende huisgenoot. Vanaf m’n zestiende ging ik naar een LOOT-school en was alles afgestemd op het zwemmen. Om zeven uur 's ochtends in het water, om negen uur naar school, van drie tot vijf wederom trainen en dan om acht uur naar bed. Het was geen opgave. M’n vrienden zwommen ook allemaal en ik ben van nature een ochtendmens.”
Op dit moment zou ik teamgoud inruilen voor een individuele medaille
Esmee heeft nooit getwijfeld aan de topsport - ook niet bij tegenslag of mindere resultaten. Haar motto is helder als water: “Als je iets wilt, dan komt het altijd wel”. Als je applaus wil tijdens de Olympische Spelen, dan zal het er komen. De Spelen van 2012 liep ze mis op 0.09 seconde, onder meer door de ziekte van Pfeiffer, maar in 2016 was ze van de partij. Haar estafetteteam eindigde op een veertiende plaats, de verbeelde podiumceremonie bleef uit. Op de Spelen althans; op WK’s maakte ze deel uit van succesvolle estafetteteams. In Barcelona (2013) behaalde ze eenmaal brons op de langebaan en in Doha (2014) deed ze het beter met drie keer goud op de kortebaan. Duizenden zwemmers zouden voor minder over een geslaagde carrière spreken, maar niet Esmee.
Het applaus voor haar estafetteoverwinningen klonk niet hetzelfde als het geklater dat ze als dertienjarige in haar hoofd had. “In een estafette winnen is anders dan individueel. Bij individuele nummers doe je het echt zelf. Ik zie estafettemedailles wel als ‘mijn’ medailles, maar je deelt ze met een team. Een teamprestatie is zeker gaaf, maar niet hetzelfde. Op dit moment zou ik een gouden medaille inruilen voor een individuele medaille. Het is uiteindelijk toch een individuele sport - en ik heb nog geen individuele medaille”, zegt ze lachend.
Die individuele medaille zal waarschijnlijk niet uit het zwembad komen. “Ik vind het perfectionisme dat het binnenbad verlangt mooi. Van start tot finish moet alles kloppen. Vanaf de walk-on in het zwembad tot het aantikken ben je helemaal in je zone. Al het gejuich en gejoel op tribunes hoor je helemaal niet. Zelfs het applaus hoor je niet. Maar naar mijn idee naderde ik mijn grens in het zwembad. Als probeersel heb ik deelgenomen aan een World Cup-wedstrijd open water en dat ging verrassend goed. En toen kwam natuurlijk die verrassing op het EK.”
Dit is wellicht het moment dat je denkt: ‘Ah, daar ken ik haar van!’. Inderdaad, op het EK in Glasgow behaalde ze de bronzen medaille op de tien kilometer. Plots was daar niet enkel Sharon van Rouwendaal, maar pronkte Nederland met nog een zwemster: Esmee Vermeulen. Een minzaam, lachgraag meisje, maar met de power en allure van een vijfsterrenjacht. Een meisje dat niet kon geloven dat ze een medaille had gewonnen, een individuele medaille. Wat is het geheim? “Door het zwemmen van World Cups is mijn mentale weerbaarheid toegenomen en maak ik nu betere tactische keuzes. Ik heb meer ervaring met de tikken die je tijdens het zwemmen krijgt. Je wordt soms echt geslagen. Eerst dacht ik: ‘Wow, wat gebeurt er?’ - maar ik heb geleerd van me af te bijten.”
Tijdens het zwemmen denk ik enkel aan zwemmen. Nooit aan zorgen of dagelijkse dingen
Genieten tijdens een wedstrijd is dan ook niet aan de orde. Gevoelszaken als de geur van het water, het zien van zeldzame fauna of het lichtspel van de zon met het wateroppervlak zijn niet relevant. Zwemmen gaat over afstanden, snelheden en als eerste aantikken. Esmee denkt enkel aan de podiumceremonie die ze als Zaanse tiener al in haar hoofd had geschreven, geregisseerd en geacteerd. Tijdens Tokio 2020 moet de première plaatsvinden. “Tijdens het zwemmen denk ik enkel aan zwemmen. Nooit aan zorgen of dagelijkse dingen. Het gaat om tactiek en strijd. Wanneer ga je drinken, wanneer ga je versnellen en vooral: in wiens slipstream ga je liggen? Je bent met de concurrentie bezig. Het gaat namelijk niet om tijd, het gaat enkel om winnen.”
Geniet Esmee wel tijdens een training? “We trainen eigenlijk altijd binnen, dus we zien zelden natuurschoon. Een paar keer per jaar gaan we op trainingskamp naar een plek waar de omstandigheden vergelijkbaar zijn met de wedstrijden. Dan is er wel tijd om te genieten. Gelukkig gaan we ook altijd naar warme landen. Onlangs waren we zelfs op de Seychellen.” Het zwemmen hoeft ook geen schoonheid en troost te bieden voor Esmee. Zwemmen zelf “is gewoon leuk” en het moet medailles opleveren. Plezier en afleiding haalt ze uit een andere bron: studeren.
De gemiddelde student gaat sporten om afleiding te zoeken, een uitlaatklep te hebben, of om tentamenstress te lozen. Esmee is om dezelfde redenen juist een studie begonnen. “Ik studeer eigenlijk om er iets naast te hebben. Ik stel me ook nooit voor als student; altijd als zwemmer. Studeren kost energie, maar het biedt mentale afleiding. Na de middelbare school heb ik een jaar fulltime gezwommen, maar dat beviel niet goed.” De keuze voor de TU/e was dan ook slechts een keuze voor het Pieter van den Hoogenband Zwemstadion. “Ik wilde geneeskunde studeren, maar dan moet je naar Nijmegen of Maastricht; qua reistijd ging dat niet. Ik heb toen in Eindhoven maar de meest medische studie gekozen.”
Inmiddels heeft Esmee haar weg gevonden in Eindhoven. “Ik wilde vroeger altijd in Amerika zwemmen en studeren, maar hier in Eindhoven heb ik nu mijn vrienden en sociale omgeving. De ondersteuning vanuit de TU/e is fantastisch. Mijn vrienden begrijpen wat ik doe en houden daar rekening mee. Diners moeten bijvoorbeeld altijd wat later op de avond. Mijn vriend is BMT-student en erg actief in het studentenleven, dus heeft genoeg afleiding als ik weer eens een maand op reis ben. Mijn relatie geeft me veel energie. Liefde laat ik haar gang gaan, maar als ik merk dat het in de weg gaat staan, zou ik een relatie afkappen. Topsport is niet heilig, maar staat wel op nummer 1.”
Haal ik op het WK de top-10 niet, dan is het klaar
Het aankomende doel is het WK openwater in Zuid-Korea van juli 2019. Gelet op alle kwalificatie-eisen en de klasse van trainingsmaatje Sharon van Rouwendaal moet Esmee zich daar in de top-10 zwemmen om zich te plaatsen voor de Spelen. “Haal ik de top-10 niet, dan is het klaar. Het is een uitdaging, maar na het EK heb ik er vertrouwen in. Daarbij heb ik het gevoel dat er nog veel aspecten in mijn race beter kunnen.”
Hoe de wereld er post-Tokio uit zal zien, weet Esmee nog niet. “Ik heb nog geen idee. Ik weet ook niet of ik iets met m’n studie wil. Wellicht ga ik iets anders studeren als ik stop met topsport. Ik zal toch m’n geld moeten verdienen met iets anders dan zwemmen.” De 13-jarige Esmee dacht enkel aan zwemmen en de 22-jarige Esmee helemaal. Maar als de dag komt dat ze een maatschappelijke carrière als topsport gaat benaderen, kun je van één ding zeker zijn: als ze iets wil, dan komt het wel.
Raymond Starke werkt bij het Studentensportcentrum van de TU/e, te midden van ruim dertienduizend sportkaarthouders die er frequent (of soms wat minder frequent) hun sportieve hart komen ophalen. Voor Cursor interviewt hij elke vier weken een student of medewerker over ‘de schoonheid en troost van de sport’.
Discussie