To beard or not to beard
Dit verhaal is geen must-read, zo eerlijk zijn we er wel over. Maar voordat je besluit om dan maar rechtsomkeert te maken: weet wat je mist. Want verrast, verlegen of vereerd - ze veerden er stuk voor stuk bij op, de TU/e-mannen die we aanspraken op hun baarden.
Mr. T, Dave Grohl, Sinterklaas, Karl Marx, Jezus Christus, Fidel Castro, Jan, Pier, Tjores en Corneel. Baarden waren er - reeds lang voordat de hipster de kop opstak - altijd, overal en in ontelbare uitvoeringen. Daarnaast vormt de baard geliefd voer voor discussie, onderzoek of gewoon een goed gesprek en telt hij uiteraard helemaal mee met een eigen jaarlijkse dag. Ook aan de TU/e ligt de baardpraat voor het oprapen.
Lees verder onder de video.
Andreas Hartong
Bachelorstudent Werktuigbouwkunde
Vijf jaar heeft Andreas zijn baard nu. Een motorongeluk op zijn achttiende (met een gebroken bekken en gebroken heiligbeen tot gevolg) hield hem wekenlang aan bed gekluisterd; regelmatige scheersesssies stonden bepaald niet bovenaan zijn prioriteitenlijst. “En uiteindelijk vond ik het ook wel leuk; misschien is het toch ook gewoon een stukje volwassenheid.”
Als 22-jarige begon hij aan zijn TU/e-opleiding en ja, “vergeleken met de meeste achttien- en negentienjarigen spring je er dan wel uit”. De handlebar moustache met gekrulde punten die hij sinds anderhalf jaar onderhoudt, doet zeker een extra duit in het zakje. “Het fleurt de dag een beetje op. Je hebt al gauw even oogcontact met mensen. Op festival willen mensen, doorgaans niet meer helemaal nuchter, er vaak even aan zitten.”
Die snor vroeg aanvankelijk trouwens wel wat oefening. En wax, niet te vergeten. Inmiddels is het zo gepiept: “Ik sta geen uur voor de spiegel”. Toch was het niet zijn opvallende bovenlip, maar vooral zijn baard die hem afgelopen november als figurant bij de vikingenfilm ‘Redbad’ bracht. Lachend: “Je komt er wel mee in baardige kringen.”
Frank van Dalen
Medewerker audiovisuele technieken
Met trends heeft Frank niet zoveel op. Vooruit, hij wilde wel altijd al net even “anders zijn dan de norm, met lang haar, grote oorbellen en zo. Ik was vroeger ook wel een beetje een bad boy”. En toegegeven, de bovenal positieve reacties op zijn nieuwverworven baard zijn natuurlijk best fijn. Maar een met zorg aangemeten pronkstuk is het niet. “Ook al is hij prominent aanwezig; het is iets voor mezelf.”
Het is een van de, veelal onbewuste, veranderingen aan zichzelf die hem helpen dealen met ingrijpende gebeurtenissen in zijn leven. Zoals hij eerder een snor liet staan na het stranden van zijn eerste relatie (“zo’n lelijk, vies jaren-tachtigsnorretje”) en, jaren later, een sikje had laten groeien na zijn scheiding. De afgelopen maanden groeide daar een volwaardige baard omheen nadat hij op een oktoberdag twee keer onwel was geworden op zijn werk. En er in het ziekenhuis een bloedprop in zijn armen werd ontdekt.
Dit is nu even mijn identiteit, nadat er met de ‘oude’ Frank iets is gebeurd
“Ik was er in eerste instantie vrij cool onder. Maar de dagen erna, in afwachting van de definitieve uitslag, was ik toch behoorlijk veel bezig met mijn lijf, met alles wat ik voelde, met mijn gezondheid. Heel intens allemaal. Op een ochtend werd ik wakker en was er ‘opeens’ die baard.”
Drie weken later keerde hij terug naar het werk. Of hij lid was geworden van Al Qaida, grapte iemand. Maar bovenal waren er complimenten: “Je kunt het goed hebben”. Een ander mens voelt hij zich niet per se door zijn baard. “Het is een uitloper van een situatie en hoort nu bij mij. Dit is nu even mijn identiteit, nadat er met de ‘oude’ Frank iets is gebeurd. Ik wil het niet dramatischer maken dan het is, maar als die bloedprop naar mijn hersens was geschoten, was ik er niet meer geweest. Mijn baard heeft me geholpen om die situatie een plaatsje te geven.”
Joep Atol en Jeroen Vermeulen
Bachelorstudenten Technische Bedrijfskunde
Zo’n tweeënhalf jaar heeft Joep (rechts op de foto) zijn baard nu. Ontstaan vanuit luiheid bovenal, erkent hij, maar ook omdat het eigenlijk “best wel leuk” staat. Al denken zijn moeder en oma daar anders over, voegt hij eraan toe. Jeroens oma is eveneens openlijk anti-baard, richting haar kleinzoon althans: “Ze vindt het onverzorgd”. Toch is hij niet van zins zijn baard af te scheren, daarvoor zit er al teveel kostbare tijd in. Want what you see is eigenlijk gewoon de totaalopbrengst sinds er op zijn kin iets begon te groeien. “Eindelijk. Zonder baard ben ik echt een soort van babyface.”
Veel werk zit er dan ook niet in de baarden van deze mannen. Joep trimt de boel zo nu en dan, vooral in zijn hals “zodat ik daar al die shit niet heb”. Op 2,5 millimeter, zo voegt hij er informerend aan toe. Hun vriendinnen zijn er hoe dan ook blij mee. En, ook niet per se ongunstig: “Ik denk dat je gemiddeld wel iets ouder wordt geschat”, stelt Joep. Nu nog fijn, vindt ook Jeroen, “maar over een paar jaar word ik waarschijnlijk juist weer liever jónger geschat”.
Marcel Machiels
Supportmedewerker ICT Services
Hij gaat eens goed zitten voor de foto, checkt zijn biceps nog eens. Want hij was een maand of vier geleden enerzijds gewoon “helemaal klaar” met zijn om-de-dag-scheerritueel, maar het oog wil wat Marcel betreft ook wat. “Ik kijk wel een beetje naar de mode, mooie kleren, goede schoenen en zo, ja.”
Na een week of drie negeren van de kin werd de baard menens en kwamen de vragen - ook op de werkvloer. “Is je scheerapparaat kapot?” Toch blijkt zijn face fur (en dat van collega Maurice, “de échte trendsetter hier") een licht zwaan-kleef-aan-effect te hebben; verschillende collega’s zien het inmiddels ook wel zitten om hun scheerapparaat aan de wilgen te hangen.
Marcels persoonlijke kapster, te weten zijn eigen vriendin die zijn haar en baard elke drie weken onder handen neemt, krijgen zijn collega’s er overigens niet bij. Wel een tip: “Baardolie. Want het prikt”.
Fabio Paolucci
Promovendus bij Werktuigbouwkunde
De Italiaan, sinds tweeënhalf jaar in Eindhoven, is een opvallende verschijning. Eigenlijk is het niet eens zozeer zijn baard, maar vooral zijn enorme donkere haardos die in het oog springt. Op zijn kin gaat het namelijk ook helemaal niet zo rap met de haargroei, bekent hij. De snor was er dan ook al veel langer. “Misschien dat het omdraait als ik ouder word. Dat ik bovenop kaal ben, maar daaronder dan een volle baard heb”, zegt hij lachend.
Hij is zich goed bewust van zijn markante voorkomen en van het risico op onjuiste eerste indrukken bij anderen. Fabio is er nuchter onder: “Voor mij is het geen thema. Bovendien moet je mensen sowieso nooit beoordelen op hun uiterlijk”. Dat geldt ook voor bijvoorbeeld vakconferenties, waarvoor met name zijn Nederlandse collega’s volgens hem graag een zorgvuldige scheersessie mogen inlassen. “Dat vinden ze blijkbaar frisser, representatiever. Ik doe daar niet aan mee.”
Armin Kohlrausch
Hoogleraar Auditory and Multisensory Perception
Ja, hij is wel eens gevraagd als Sinterklaas. Maar nee, het kwam er nooit van. Ook kinderen (en jolige TU/e-studenten) roepen hem vooral rond november, december op straat nog wel eens na. Ook ‘Jezus’ passeert, met dank aan de combinatie van baard en lang haar, wel eens de revue, vertelt de van origine Duitse professor. Tot aan Tokio toe.
Al zeker veertig jaar heeft hij zijn baard, ooit gestart tijdens een zomerse fietstocht van twee maanden. “Ik heb slechts een heel milde baardgroei, in het begin zag dat er natuurlijk niet uit. Maar omdat ik weg was, kon niemand daarop commentaar geven.” Lang haar heeft hij al langer (“vroeger had ik een krullenkop, daar was menig vrouw jaloers op”) - al moest het er voor zijn dienstplicht in Duitsland zonder pardon af. Toen hij in de jaren zeventig nog eens terugkeerde in het leger vanwege een oefening, mocht hij een haarnet dragen - “tot grote vreugde van de hele kazerne”.
Het maakt me een beetje een oude, wijze man. Het plaatje klopt gewoon
De laatste keer dat hij naar eigen zeggen een scheerapparaat van dichtbij zag, was bij Philips, waar hij zich onder meer bemoeide met het geluidsaspect van allerlei apparaten. Twee jaar terug moest hij zijn baard onverwacht kortwieken in het ziekenhuis, voorafgaand aan een operatie, “uit voorzorg in verband met een mogelijke zwaardere narcose. Binnen een paar maanden was ie weer op lengte”.
Aan zijn eigen baard heeft hij, een kappersbezoek zo nu en dan daargelaten, minimaal werk. “Mijn snor houd ik wel wat meer bij; die wil ik niet tussen mijn tanden hebben. En vlak voor een officieel evenement, een promotie of zo, maak ik mijn hals een tikkeltje netter.”
Dat baarden momenteel weer wat meer een trend zijn, ziet hij wel. “Zelfs als politicus kun je tegenwoordig kennelijk prima rondlopen met een driedagenbaard.” Zelf ziet hij geen enkele reden om zijn baard eraf te halen. “In de wetenschap gaat het gelukkig vooral om de inhoud. Bovendien zorgen mijn baard en haar voor een hoge herkenningswaarde; mensen weten ook na vele jaren zo nog wie ik ben. En het maakt me een beetje een oude, wijze man. Het plaatje klopt gewoon zo.”
Jeroen Hageman
Bachelorstudent Psychology & Technology
Jeroen en zijn baard hebben een beetje een knipperlichtrelatie. Dan heeft hij een baard, dan is hij er weer klaar mee en moet het haar er weer af. “Maar hij wordt elke ronde steeds wat langer.”
De huidige oogst is die van, pak ‘m beet, een maand. En al vindt de student zijn baard “zeker ook niet lelijk” staan, het is bovenal een kwestie van gemak. “Je kunt ’s ochtends toch net wat langer blijven liggen als je je niet hoeft te scheren.” Nog een pluspunt: “Het is wat gemakkelijker in de supermarkt; er wordt minder vaak om je ID gevraagd. Zonder baard moet ik die nog regelmatig laten zien”.
Of hij zich met baard anders voelt dan zonder? Niet echt. “Het is vooral koud als ie eraf is.”
Tom Gommans
Software architect bij MicroSure
Zijn kin heeft hij naar eigen zeggen al een jaar of drie niet meer gezien. Maar ook daarvoor had hij al de nodige jaren “af en aan” een baard: “Gewoon gemakkelijk tijdens het reizen”. Hij wijst op het zaagtandstabiliteit-principe binnen de kernfusie: “Iets loopt lineair op en valt in één keer weer weg". Lachend: "Bij mij is het verval er inmiddels uit”.
Bij min tien is het wel lekker warm
Momenteel wordt er zo’n twee of drie keer per jaar “goed in gesnoeid” door een barbier. De tondeuse is inmiddels dik uit de gratie, zeker bij zijn vriendin: “Zij vond het echt verschrikkelijk, de laatste keer dat ik die gebruikte”. Niet dat hij zelf nog van zijn baard af zou willen: “Bij min tien is het wel lekker warm. Bovendien heb ik zonder baard echt een babyface. De laatste keer dat ik me heb geschoren, was drie jaar geleden - toen was ik 27. En moest ik me nog legitimeren voor een pakje sigaretten en een krat bier”.
Zijn lange haar draagt hij op het werk bijeen in een knotje. “Wel zo professioneel. Anders heb ik van die lange pijpenkrullen, dan word ik echt een soort Jezusfiguur. Maar privé kunnen ze lekker los.”
Discussie