Student zijn tot je erbij neervalt
“Studeren voelt dit jaar alsof we zwemmen en steeds onder water worden geduwd”, zei een Wiskundestudente tijdens de laatste tentamenweek. “En als de tentamens voorbij zijn, kunnen we even een teug adem halen en moeten we weer verder zwemmen.” Haar vriendin knikt en voegt toe dat ieder niet gehaald tentamen studievertraging kan opleveren en dat dat een vermogen kost. Bovendien willen ze niet falen: “Iedere onvoldoende is een enorme afgang”.
Deze studentes vormen geen uitzondering. De psychische gezondheid van studenten staat onder druk. De oorzaak wordt gezocht in het bindend studieadvies en het stopzetten van studiefinanciering, terwijl studenten ook een levendig sociaal leven en een goedgevuld cv willen hebben. Een oplossing is niet een-twee-drie gevonden. Maar erkenning en begrip, bij medestudenten en docenten, kan al een stuk schelen. Hieronder staan verhalen van TU/e’ers die heel openhartig spreken over hun burn-out, hun balanceren op het randje en ook over de dingen die zij ervan geleerd hebben. Tot slot komen twee professionals aan het woord die bij Education & Student Affairs het welzijn van TU/e-studenten in goede banen proberen te leiden.
“Werkweken van zeventig uur waren geen probleem”
Yoram Meijaard, masterstudent Technische Informatica (22) is een druk baasje. Hij doet veel en wat hij doet, doet hij goed. In zijn eerste jaar aan de TU/e (2014) werd hij lid van de opleidingscommissie Technische Informatica, van de studentenraad van GEWIS, was hij thuis in Culemborg scoutingleider en atletiektrainer én haalde hij zijn propedeuse cum laude.
In zijn tweede jaar ging hij op kamers, startte met een Honorsproject, nam zitting in de adviescommissie voor het Bachelor College en werd bestuurder van de vereniging voor Honorstudenten, H.S.A Confluente. Zeventig uur in de week werken was geen probleem, want alles was leuk om te doen. Het was ook niet vreemd in zijn ogen, zijn vader maakt werkweken van honderd uur. Maar plots kon hij niet meer vooruit; hij kreeg de ziekte van Pfeiffer.
“Ik weet nu dat als de ziekte van Pfeiffer me niet had teruggefloten, ik in een burn-out zou zijn geraakt. Ik stapelde verantwoordelijkheid op verantwoordelijkheid en wat ik deed ter ontspanning - vergaderen, besturen, raad geven - werd op een gegeven moment werk. Ik vond het in eerste instantie prachtig mooi, maar er werden verwachtingen - van anderen - aan vastgeplakt. Dat werd het probleem. Nu zoek ik mijn ontspanning op andere manieren; ik lees een uur per dag en sport een uur per dag.
Ik stapelde verantwoordelijkheid op verantwoordelijkheid en wat ik deed ter ontspanning werd op een gegeven moment werk
Een uurtje sporten zat er in het vierde kwartiel van zijn tweede jaar níet in. “Ik sliep zestien uur per dag en in de rest van de tijd sleepte ik me van bed naar bank en weer terug. Een hel was het.” Hij deed één vak in plaats van drie en besloot van de ontstane studievertraging een jaar uitloop te maken. Om in jaar drie bij dispuut 'In Vino Veritas' van GEWIS aan te sluiten en bij Groep-één betrokken te raken. Weer later werd hij ook nog praeses van het dispuut en raadslid namens Groep-één in de universiteitsraad.
Daar kwamen in het vierde jaar nog losse projecten bij en een cum laude bachelor en Honors-afsluiting. Nu is Yoram masterstudent Information Security Technology, een samenwerkingsverband tussen de TU/e en Radboud University. Een van de ‘losse projecten’ is deelname aan Interstedelijk Studenten Overleg (ISO). “Daar wordt veel over studentenwelzijn gedacht. Wij zien studentbestuurders omvallen en willen werkdruk bespreekbaar maken.” Een middel hiervoor is de theateravond die Yoram in samenwerking met Studium Generale organiseerde.
Het gaat nu goed: Yoram heeft veel geleerd. “Het besef is bij mij binnengekomen dat in alle facetten waarin ik goed ben, er andere mensen zijn die het nog een beetje beter kunnen. Als je dat in mijn tweede jaar tegen me gezegd had, had ik je niet geloofd.”
Vier tips van Yoram
1. Zorg dat je mensen om je heen verzamelt die de klappen voor je opvangen als jij een keer je dag niet hebt. Die dag komt namelijk zeker. Je zult eens fouten maken.
2. Praat met je studieadviseur. Die kan ervoor kan zorgen dat áls er iets mis is, je snel hulp krijgt én je niet verder in de knoop komt doordat een regel of protocol je nekt.
3. Zorg ervoor dat wat je doet, de moeite waard is. Vraag je af: waarom doe ik dit? Heb ik daar tijd voor? Is dit het moment om het te doen?
4. Zorg dat je weer kunt stoppen als je ergens aan begint.
“Punching my way through stress”
“Het was de ergste periode van mijn leven”, zegt de internationale student Pantelis Katsis (20), terugkijkend op de kerstvakantie van vorig jaar. Niets leek te lukken, alles wat hij deed, voelde zinloos. “Alsof ik rende en rende, maar niet vooruitkwam. Al mijn gedachten werden negatief. Ik weet dat ik niet zo’n persoon ben, dat was nog het meest frustrerende.”
Cursor spreekt hem een dag na zijn laatste tentamen van Q2. Hij is opgelucht en vrolijk, “maar je had me afgelopen week niet moeten zien.” Over het algemeen gaat het beter met hem, maar hij heeft zijn ups en downs. Hij is vierdejaars Electrical Engineering en kwam op zijn zeventiende vanuit Griekenland naar Eindhoven. Hij kende de stad omdat zijn zus hier al eerder hiernaartoe was verhuisd.
“Ik ben in heel korte tijd volwassen geworden. Als kind heb ik niet leren omgaan met stress, omdat alles op de middelbare school heel makkelijk ging.” Aan de TU/e voelt hij stress om drie redenen. Hij wil zo snel mogelijk afstuderen om het zijn ouders financieel niet te moeilijk te maken. Hij wil ze niet teleurstellen met een zoon die niet afstudeert. Hij vergelijkt zichzelf met zijn zus die alles helemaal geweldig doet.
Als kind heb ik niet leren omgaan met stress, omdat alles op de middelbare school heel makkelijk ging
Vorig jaar heeft hij alle tentamens nét niet gehaald. Hij wilde met niemand praten en sloot zich op in zijn kamer. Na gesprekken, waar hij erg tegenop zag, met zijn moeder en vriendin, besefte hij dat het niet het eind van de wereld is dat hij een jaar langer over zijn bachelor gaat doen. Hij heeft zichzelf een schouderklop gegeven en toen de dagen weer langer werden, ging het vanzelf beter.
Wanneer hij nu in een stressvolle situatie komt, gaat Pantelis er anders mee om. Hij bekijkt het vanuit een ander perspectief. “Wat zou ik tegen mezelf zeggen als ik mijn eigen vriend was? En ik zet de feiten op een rij en maak een plan dat realistisch is. Ik zoek een optimale uitkomst in een engineering way."
Extra tip van Pantelis
"Wat mij ook goed heel helpt, is kickboksen. “Punching my way through stress. Ik word er fysiek moe van. Het maakt mijn hoofd helder en ik kan er beter door eten en beter door slapen.”
Een afgebrande promovendus: “Ik had me verloren in de details”
Nu zegt hij: “Het komt gewoon voor, het is niet erg en ik ben uit de put geklommen”, maar vorige winter kon de promovendus bij Industrial Design amper antwoord geven op simpele vragen over zijn eigen onderzoek. Bij een meeting met experts stortte hij in. Hij ging naar huis en heeft pas maanden later de draad van zijn onderzoek weer opgepakt. “Ik was mentaal en fysiek leeg.”
De promovendus wil zijn naam en foto niet in Cursor, omdat hem dat niet handig lijkt met het oog op toekomstige werkgevers. “Het is geen geheim dat ik een burn-out had, en ik vertel er open over, maar mijn co-promotor liet me nadenken of ik al dan niet anoniem zou blijven.” Hij is bang dat werkgevers hem gaan labelen met ‘Als we hem hard laten werken, dan gaat hij breken, en dan hebben wij iemand die wel geld kost, maar niets oplevert’.
Binnenkort komt hij op die arbeidsmarkt, want zijn proefschrift zit al in de eindfase. Daar leek het een jaar geleden niet op. Tijdens een meeting met experts, die niet onder de indruk leken van zijn bevindingen, ontstond een discussie over details. En die details waren juist zijn valkuil. “Ik zag het doel van mijn onderzoek niet meer, ik had me verloren in de details.” Hij zat erbij als een zak zout, zegt hij achteraf, en kon geen antwoord meer geven op de simpelste vragen. "Ik wilde dat wel, maar kon niet meer uitbrengen dan ‘Ik weet het niet meer’. Geen kennis meer, geen interesse. Een totale black-out.”
Ik kon geen antwoord meer geven op de simpelste vragen. Ik wilde dat wel, maar kon niet meer uitbrengen dan ‘ik weet het niet meer’
Hij ging thuis op de bank liggen; het huilen stond hem nader dan het lachen. Zijn vriendin gaf hem een glas whisky en zette de tv aan. Een maand of drie is hij niet naar Laplacegebouw geweest, op het terugbrengen van zijn spullen na. “Mijn begeleider herkende mijn toestand: ‘Je bent overspannen. Breng de spullen van je onderzoek die je thuis hebt maar hier, en sluit de kamer goed af. Koppel je mailbox af en laat alle mails naar mij doorsturen’.”
Het was heerlijk - maar ook moeilijk - om te ontkoppelen. “Ik kwam in zelfmedelijden terecht. De arbo-arts die ik opzocht, suggereerde een bezoek aan de psycholoog. Maar dat wilde ik niet, daar komen alleen lunatics, mij mankeerde immers niets.” Hij besteedde zijn tijd liever aan hobby’s als kunstschilderen.
Grote fout
“Na drie maanden beging ik een vergissing: ik opende mijn mailbox. Zeshonderd dringende mails kwamen binnen. De paniek sloeg toe en dat kon mijn co-promotor in mijn ogen lezen. ‘Wat heb je gedaan?’ Antwoord: ‘mailbox geopend’. Maar toen hij vroeg of ik dan tóch niet naar de psycholoog moest, knapte er iets.” Hij was toch niet gek? En bovendien was hij het uitrusten beu. “Het voelde inmiddels als een vakantie die net een week te lang duurt. Dat je je verveelt.”
Vanaf dat moment is hij zijn werk weer gaan oppakken. Stapsgewijs, iedere twee weken weer wat uren erbij. Belangrijker: hij heeft afstand genomen en opnieuw gekeken naar het doel van zijn promotiewerk. Er was genoeg materiaal, daar hoefde niets meer bij.
Was deze hele geschiedenis te voorkomen geweest? “Nee, niet bij mij, stronteigenwijs als ik ben. Ik was zelfs nog gewaarschuwd, maar het is het klassieke verhaal van teveel werk tegelijk willen doen. Ik heb er wel twee leidraden aan overgehouden:
- Houd je focus op je doel. Bij een promotie is dat doel na een jaar meestal wel vastgesteld.
- Alles is tijdelijk. Een promotie heeft een bepaalde tijd (hoewel ik nu wel verlenging heb aangevraagd). Zorg dat je doel daarbij past. Vier jaar is vier jaar en niet een heel mensenleven."
“De lol was eraf, bij studie en bij nevenactiviteiten”
Ja, ze heeft wel eens teveel hooi op haar vork genomen. Ze is niet overspannen geweest, maar een bezoek aan de huisarts was niet overbodig toen ze behoorlijk terneergeslagen haar leven overdacht. Ze studeerde op dat moment nog in Delft als vierdejaars student Maritieme Techniek. Daarna maakte ze aan de TU/e een nieuwe start als student waar ze nu de master Innovation Management volgt. We spreken haar omdat ze ook actief is als Lunch Learner en ‘toevallig’ het boek Nooit meer te druk bespreekt.
“Het boek Nooit meer te druk van Tony Crabbe heb ik een aantal jaren geleden al gelezen. Nu kreeg ik de kans om bij Lunch Learners dit boek te bespreken voor mensen die zelf geen tijd nemen om het te lezen.
Ik kan het boek aan iedereen aanraden. Het is opgebouwd uit prettig leesbare hoofdstukken en bevat ook een opdracht en experiment per hoofdstuk. Voorbeelden hiervan zijn ‘eens per week ergens 'nee' tegen zeggen en ‘plan in je agenda twee uur per week voor project X’ en laat X dan ontspannen een boekje op de bank lezen wezen. Of iets anders leuks.
Sinds ik het heb gelezen, denk ik anders na over het inrichten van mijn tijd. Ik probeer ook bewuster voor dingen te kiezen die binnen mijn persoonlijke strategische focus passen. Vanuit mijn bachelor Technische Bedrijfskunde spreekt het idee om je aandacht even effectief te managen als een bedrijf, me erg aan.
Eigenlijk ben ik iemand die het moeilijk vindt om nee te zeggen. En zo kwam het dat ik allemaal leuke dingen deed en in het ene na het andere groepje terechtkwam. In Delft was ik actief in de gemeenteraad en voelde een grote verantwoordelijkheid. Op een gegeven moment besefte ik dat ik in drie commissies zat en daarnaast ook nog een moeilijke studie moest doen.
Eigenlijk ben ik iemand die het moeilijk vindt om nee te zeggen. En zo kwam het dat ik allemaal leuke dingen deed en in het ene na het andere groepje terechtkwam
Ik was cynisch geworden. De lol was eraf, bij studie en bij nevenactiviteiten. Ik vroeg me af of de commissie zo slecht functioneerde of dat het aan mij lag. De moeilijkste vakken schoof ik voor me uit… De huisarts zei dat ik rustig aan moest doen. Daarna heb ik nog wat gesprekken met een psycholoog gehad en heb ik een andere studie gekozen.
Stoppen met mijn studie in Delft was niet leuk, maar ik ben er juist beter door gaan presteren. Ik heb mijn bachelor aan de TU/e nominaal gehaald met een 9 voor mijn bachelor eindproject en ben tegelijkertijd nog steeds actief bij verschillende groepen. Ik heb het echter tegenwoordig niet meer te druk en besteed juist selectiever mijn aandacht aan de dingen waar ik echt enthousiast van word. Hierdoor is de kwaliteit van wat ik doe verbeterd, terwijl de kwantiteit is verminderd.
Het boek liet me nadenken. Hoe bepaal ik een focus in mijn leven? Toen ben ik in lijn met mijn - nieuwe - studie dingen gaan uitkiezen. Het mooie is dat ik nu juist meer presteer, terwijl ik het minder druk maak voor mezelf. Zo kwam ik bijna twee jaar geleden bij Lunch Learners terecht. Presenteren vind ik leuk, en het past binnen mijn toekomstbeeld, mijn merk. Ik heb er wat aan. En nu ik dit boek mocht presenteren, is de cirkel weer rond.”
Weggeefactie 'Nooit meer te druk'
Is dit boek precies wat jij nodig hebt? Cursor mag twee exemplaren weggeven. Mail ons waarom jij het zou willen lezen en je maakt kans op de bestseller ‘Nooit meer te druk’ van Tony Crabbe.
“Ik weet nu waar mijn grens ligt”
Hoogleraar Kitty Nijmeijer kan zich heel goed voorstellen wat het is om overspannen te raken. Zelf heeft ze geen burn-out ervaren, “maar ik zat wel op het randje.” Ze deelt hoe dat kwam en wat ze ervan geleerd heeft. En ook hoe ze als begeleider van promovendi en afstudeerders met deze materie omgaat.
“Tijdens mijn afstuderen had ik stress op twee fronten. Ik ben perfectionistisch en werkte heel hard aan mijn afstudeeronderzoek over membranen - filters - voor CO2-verwijdering. Tegelijkertijd gingen mijn ouders scheiden. Die combinatie was heel lastig. Ik had het geluk dat, nét toen ik klaar was, de zomervakantie begon. Ik had zes weken rust en kreeg kans om te herstellen. Ik realiseerde me dat de afgelopen tijd teveel van mezelf geëist had.
Ik voelde dat het op was. Ik was leeg, bijna wezenloos. Zelfs de membranen konden me niets meer schelen. Wat ik hieruit leerde, is dat ik moet stoppen met werken wanneer ik een grens bereik. Dat ik dan even goed voor mezelf moet zorgen. Weer gezond eten en rust in mijn hoofd brengen door rust in mijn agenda te maken.
Ik voelde dat het op was. Ik was leeg, bijna wezenloos. Zelfs de membranen konden me niets meer schelen
Het is ingewikkeld. Ik heb een enorme drive om doelen te halen. Als het fout dreigt te gaan, daarmee bedoel ik een deadline niet halen of niet voldoen aan mijn eigen kwaliteitseisen, dan doe ik er nog een schep bovenop. Nóg wat uurtjes erin stoppen. Dat is mijn valkuil en ik vind het moeilijk om mezelf te beschermen.
Bij promovendi of studenten die bij mij afstuderen, zie ik vaak dat ze het erg zwaar hebben in hun laatste maanden. Maar, begrijp me niet verkeerd, ik vind dat afzien en hard werken er ook gewoon bij hoort. Een universitaire studie is de hoogste opleiding die je kunt volgen. Daar mag je wel wat voor doen.
Ik zie dat studenten het moeilijk hebben om al hun keuzemogelijkheden te overzien. Ze moeten kiezen wat er op hun cv moet staan, wat ze doen bij welke vereniging. Zoveel dingen tegelijk, dat geeft onrust in het hoofd. Ik vind dat de lat hoog mag liggen, maar ik let wel op gedrag en houding van studenten en aio’s. Indien nodig, grijp ik in, dan help ik de student om weer rust te creëren. Dat vind ik als hoogleraar ook een van mijn verantwoordelijkheden.
Vaak is het al genoeg om de dingen te benoemen. ‘Ik zie dat je moe bent.’ Of: ‘Ik mis jouw enthousiasme.’ Als dat herkend wordt, en dat is meestal zo, gaan we samen een plan maken. Wat ga jij nu concreet doen?
Eigen keerpunt
Ik weet nog hoe ik mij voelde in de tijd van míjn promotie. Het was de ergste periode van mijn leven. Ik was zó blij toen dat voorbij was! Je gaat jezelf namelijk vergelijken met andere onderzoekers. Als daar wél meteen resultaat is, als daar de apparatuur wél werkt, als zij wel steun krijgen…Ik werd erg onzeker. Ik vroeg me zelfs af of ik ooit zou promoveren. En van die onzekerheid schrok ik ook.
Ik heb er bijna drie jaar alleen mee rondgelopen. Ik werkte zo hard. Als ik op de uni kwam, keek ik al hoe de experimenten in de nacht waren verlopen vóór ik mijn jas uitdeed. Thuis heb ik ook wel eens huilbuien gehad. Tot ik het op een dag aan een UHD vertelde. Die raadde me aan het aan mijn begeleider te vertellen.
Vanaf het moment dat ik mijn probleem besprak, ging het goed. Mijn hoogleraar reageerde heel goed. Hij zei: ‘Als jij je best doet, doe ik mijn best en maken we er samen iets moois van’. Daarmee schonk hij mij vertrouwen en hulp en dat was voldoende.”
“Het is niet erg om hulp te vragen”
Ze was bij de lezing die SG hield over Werkdruk bij twintigers en wilde na afloop wel vertellen wanneer zij last had van te hoge werkdruk (als ze maar niet op de foto hoeft). Ezgi Aytekin, nu vierdejaars student Industrial Design, heeft niet het idee dat ze een burn-out had, maar heeft wel een instorting gekend in haar tweede jaar.
“De werkdruk werd me teveel op het moment dat ik het gevoel had dat ik voor geen enkel vak of project mijn best deed. Het feit dat ik niet meer wist waar ik moest beginnen, achterliep met allerlei taken en het niet meer zag zitten, dat was het moment dat ik wist dat het anders moest.”
Op dat moment had ze twee projecten en twee vakken tegelijk en vond het plannen lastig omdat ze rekening moest houden met meerdere mensen met verschillende agenda’s. Ze zag wel een oplossing in het laten vallen van een vak, maar durfde tegelijkertijd niet op te geven en wilde zichzelf blijven uitdagen. “Mijn moeder was er toevallig bij op het moment dat ik het niet meer aankon en begon te huilen uit frustratie. Het praten en uitleggen waar ik mee zat aan haar hielp veel, want zij gaf me de tip om mijn situatie te communiceren met mijn groepsgenoten. Hierdoor wisten zij hoe ik me voelde, waar ik mee zat en dat ik het rustig aan moest doen.”
Mijn moeder was er toevallig bij op het moment dat ik het niet meer aankon en begon te huilen uit frustratie
Achteraf gezien is het een leerzame ervaring geweest, vindt ze. Ze heeft door dit incident geen studievertraging opgelopen en het was niet nodig om naar een studieadviseur te gaan. “De kwaliteit van het werk dat ik heb geleverd, was niet zo goed als andere keren, maar dat was het enige wat misging.” Maar nu weet ze wel dat het goed is om hulp te vragen. “Het is niet erg om eens niet te weten wat je moet doen, dat het je even te veel kan worden. In plaats van te stressen: doe rustig aan, stel prioriteiten, communiceer je gevoelens met diegenen om je heen. Het is alleen maar goed om hulp te vragen.”
Aan de TU/e zijn studentenpsychologen beschikbaar waarmee je een afspraak kunt inplannen. Je bent echter niet meteen aan de beurt. Hieronder legt Annemarie Urselmann, manager Student Facilities bij Education & Student Affairs (ESA), uit hoe dat komt.
“Wachttijd ongewenst, maar onoverkomelijk”
Wie op dit moment een afspraak wil maken met een studentpsycholoog van de TU/e, kan terecht vanaf 3 januari. Die weken wachttijd zien er niet uitnodigend uit. Annemarie Urselmann, manager Student Facilities bij Education & Student Affairs (ESA) denkt dat een wachttijd onoverkomelijk is en momenteel iets langer is dan gebruikelijk, mede door de grote aandacht voor werkdruk onder studenten. “Denk aan de recente bijeenkomsten van Studium Generale.”
Ze legt uit dat er door het jaar heen drukke en minder drukke periodes zijn bij de studentenspsycholoog. “In de aanloop naar de tentamenperiode van het eerste kwartiel is het druk en daarna, als de resultaten binnen zijn, zien we een piek. Er is ook een piek in het laatste kwartaal van 2018. De wachttijd is dan wat langer, zoals nu het geval is.” ESA’s studentpsychologen krijgen ongeveer vijf procent van de studentenpopulatie op gesprek en dat is een redelijk stabiel cijfer de afgelopen jaren.
Gemiddeld over die jaren is er een wachtlijst van 3-4 weken. Om preciezer te zijn:over de afgelopen 5 maanden waren dit 22 kalenderdagen, inclusief weekenden. Sinds half oktober is er een flinke stijging. “Ten opzichte van de reguliere GGZ is dit kort, daar zien we wachtlijsten van zeven of acht maanden. Op de TU/e zijn we in staat om de studenten op relatief korte termijn te spreken en te begeleiden zonder dat een doorverwijzing van een huisarts nodig is. Wij bieden snelle en laagdrempelige begeleiding, en die is gratis. Daarbij houden we in de agenda’s rekening met de opvang van urgentere situaties.”
Wij bieden snelle en laagdrempelige begeleiding, en die is gratis
ESA heeft drie studentpsychologen in dienst en maakt gebruik van een zzp’er. Ze zijn er voor lichte psychische klachten, zoals somberheid, laag zelfbeeld, faalangst en weinig zelfvertrouwen, en willen met korte interventies de studenten hun doel (lees: hun hulpvraag) laten bereiken. Als er een behandeling nodig is, wordt de student doorverwezen naar de huisarts om een afspraak met GGZ te maken.
“Het begeleiden van studenten is breder dan alleen de studentenpsycholoog”, benadrukt Urselmann. “Denk ook aan begeleiding vanuit de faculteit door de studieadviseur en studentmentoren. Ook biedt de TU/e gratis trainingen aan op het gebied van studiemanagement, omgaan met druk en tentamenstress, faalangst en zelfvertrouwen. Natuurlijk wordt er ook gekeken naar de impact van de groei van studentenaantallen. Voor 2019 is een lichte groei van de capaciteit voorzien in de begroting. Preventie staat nadrukkelijk op de agenda en is onderwerp van gesprek met studentenverenigingen en -teams.”
“Je zorgen maken is onzinnig, het enige dat zin heeft is ergens voor zorgen”
Een van de studentenpsychologen die door ESA ingeschakeld worden, is André Rozendaal. Hij ontvangt de studenten in een spreekkamer in MetaForum waar de enige afleiding een wandvullende afbeelding van een zeeschildpad is. “Studenten komen met diverse persoonlijke vragen. Over niet lekker in hun vel zitten als gevolg van somberheid of angst- en spanningsklachten, zich niet comfortabel voelen in groepen, het niet lukken van de studie. Of met identiteitsvragen of vanwege een verslaving, trauma of met problemen op seksueel vlak. Maar ook om te vragen hoe om te gaan met een diagnose als autisme of ADHD.”
Rozendaal legt uit: “Als studenten stressklachten hebben dan maken zij zich altijd ergens zorgen over. Door het piekeren en tobben wat daaruit volgt, kunnen daar onder andere problemen met stemming, concentratie en bijvoorbeeld slaap ontstaan. Een reactie van de student kan grofweg twee kanten op gaan. Of studenten proberen hun klachten te onderdrukken door vermijdingsgedrag, of ze pakken de oorzaak van de stressklachten aan.”
Wie studiestress niet onder ogen wil zien, kan snel vluchten in uitstelgedrag, ook wel bekend als soggen (studieontwijkend gedrag). Van gamen, social mediagebruik, Netflixen tot feesten, drank- en drugsgebruik. Alles om maar niet aan de studiedruk te denken. Wie de oorzaak van de stress wil aanpakken, kan met een psycholoog op zoek gaan naar inzicht in het probleem. Door de juiste vragen te beantwoorden, is de oorzaak te ontrafelen en een strategie te bedenken om de stress te verminderen.
Wie studiestress niet onder ogen wil zien, kan snel vluchten in uitstelgedrag. Van gamen, socialmediagebruik, Netflixen tot feesten, drank- en drugsgebruik
“Stress is altijd een gevolg van iets. Van het verplichte aantal studiepunten voor een positief BSA bijvoorbeeld. Of van de schuldmeter die doorloopt bij iedere studievertraging. Of gebeurtenissen in de persoonlijke levenssfeer. Wat zeker bijdraagt aan stress, is het feit dat veel studenten zich vergelijken met de perfecte plaatjes die op social media voorbijkomen.”
Als in een van de gesprekken kan worden uitgelegd dat de eisen en verwachtingen die studenten voor zichzelf bedenken, tot innerlijk conflict en dus spanning leiden, ziet Rozendaal herkenning. “En dan kunnen we gaan uitzoeken waar de student in kwestie zelf invloed op heeft. Die kan ontspanning zoeken, een planning opstellen, hulp vragen, et cetera.” Een lijfspreuk van de studentenpsycholoog is: “Je zorgen maken is onzinnig, het enige dat zin heeft, is ergens voor zorgen.”
Trend
Dat het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) onlangs meldde dat de psychische gesteldheid bij jongeren amper verslechterd is, neemt Rozendaal met een korrel zout. “Het aantal jongeren met klachten was gestegen van 8,8 naar 10,9 procent. Dat kun je ook een toename van een kwart noemen en alarmerend vinden. Maar ik vind dat je dit soort onderzoeken slechts als een indicator moet zien. Professionals zien als trend dat het aantal stressgerelateerde klachten bij studenten stijgt. Ook bij middelbare scholieren trouwens.” De nadruk die tegenwoordig op excellentie wordt gelegd, is funest, volgens hem. Ook de TU/e heeft een Honors program. “Je excelleert alleen als je je veilig voelt.”
Maar het staat zo goed op je cv, toch? “Het is goed om over je toekomst na te denken, maar als je je cv vult om de concurrentie voor te blijven, ben je niet bezig jezelf te ontwikkelen, maar met een strijd.”
Trainingen ESA
ESA biedt studenten diverse trainingen aan: 'Vergroot je zelfvertrouwen', 'Overwin je faalangst', 'Zeker presenteren', 'Omgaan met tentamenstress', 'Dealing with stress'. Deze worden gegeven in groepen van maximaal tien studenten en die komen ongeveer vijf keer bij elkaar. De hulp en de herkenning onderling zijn de krachtigste tools.
Discussie